Meststoffenkampioen
Potash Corp is de grootste meststoffenproducent ter wereld en vooral actief in de lucratieve kaliummeststoffen. Toch staat de koers op een vijfjarig dieptepunt. Een opportuniteit, gezien de gunstige perspectieven voor landbouw op lange termijn.
In 2010 was er een vijandig overnamebod van BHP Billiton. Dat wou zich via een overname een toegangsticket verschaffen tot de lucratieve kaliummeststoffenmarkt (‘potash’) en had daar toen 39 miljard dollar voor over. Op basis van het aantal uitstaande aandelen komt dit overeen met 46,9 dollar per aandeel.
De Canadese provincie Saskatchewan beschikt over de helft van de wereldwijde potashreserves en deed het bod op ‘kroonjuweel’ Potash Corp mislukken. Sindsdien veranderde heel wat.
Op sectorniveau was er in de zomer van 2013 de beslissing door Uralkali om het exportkartel Belarusian Potash Co (BPC) op te blazen. Het begin van een structureel lager prijsniveau voor potash, maar ook van een nieuwe opwaartse cyclus in de wereldwijde vraag. Die vraag evolueerde de afgelopen twintig jaar in cycli van telkens ongeveer vijf jaar. Een cyclus met robuuste jaarlijkse groei (5 à 6 %) werd telkens afgewisseld met een cyclus van nulgroei. In de periode 2008 tot 2013 stabiliseerde de wereldwijde vraag rond 55 miljoen ton per jaar. Maar vorig jaar steeg de vraag fors tot 63 miljoen ton, waarbij de vraag in China en India — respectievelijk 13 en 4,4 miljoen ton — in het oog sprong. Voor 2015 mikte Potash in februari nog op een totaal marktvolume van 58 tot 60 miljoen ton, maar intussen wordt uitgegaan van 60 miljoen ton, onder impuls van hogere verwachtingen voor China (14 tot 14,5 miljoen ton, was 12,5 tot 13 miljoen ton) en India (4,5 tot 5 miljoen ton, was 4,5 tot 4,8 miljoen ton).
Potash investeerde het afgelopen decennium liefst 8,3 miljard Canadese dollar in de uitbreiding van de jaarlijkse productiecapaciteit (+7 miljoen ton, tot 17,2 miljoen ton). De jongste uitbreidingen — Rocanville (+1,2 miljoen ton) en Allan (+3 miljoen ton) — worden dit en volgend jaar afgewerkt. Voor 2015 mikt Potash op 9,2 tot 9,7 miljoen ton productie (beschikbare capaciteit van 10,9 miljoen ton). De vrije kasstroom zal — zelfs bij gelijke prijzen — gradueel toenemen, van 1,25 naar 2 miljard dollar. Alleszins voldoende om het royale dividendbeleid voort te zetten. Het brutodividend per aandeel steeg van 0,13 dollar in 2010 naar 1,49 in 2015 (kwartaaldividend van 0,38 dollar). De gemiddelde verkoopprijs per ton bedroeg in het eerste semester 278 dollar (273 in het tweede kwartaal) tegenover 257 vorig jaar. De daling van de prijzen in het tweede tegenover het eerste kwartaal noopte Potash Corp tot een aftopping van de winstvork per aandeel voor 2015, van 1,75 à 2,05 naar 1,75 à 1,95 dollar.
De hamvraag op kortere termijn is of de Canadezen een officieel bod op het Duitse K+S zullen lanceren. De vooropgestelde overnameprijs van 7,8 miljard euro, of 40,75 euro per aandeel K+S, werd door K+S als te weinig beschouwd, vooral omdat het onvoldoende de waarde van Legacy (de eerste nieuwe potashmijn in de Canadese provincie Saskatchewan in meer dan 40 jaar; eerste productie tweede helft van 2016) reflecteert.
Danny Reweghs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier