MEGA-NOMICS?
Pauwels International,Sioen, Sibelco, Clama International, Puratos en Bekaert, zijn bekende Vlaamse bedrijven die van Indonesië een platform maakten voor activiteiten in Azië. Ze zijn er getuige van een nergens geëvenaarde politiek-economische omwenteling: in een diepe economische recessie de overgang maken van een autocratisch bewind naar een open economie en democratie. Als dat lukt, wordt het eilandenrijk met continentale afmetingen de derde grootste democratie in de wereld, na India en de Verenigde Staten (of als het toch verkeerd loopt, de Balkan van Azië). Een van de hoofdactoren in dit proces is de discrete hoogleraar Kwik Kian Gie (64). Hij zou de volgende Economieminister kunnen worden onder president Megawati Sukarnoputri.
De Nederlands sprekende econoom behoort tot het selecte groepje hoofdstedelijke intellectuelen dat in Jakarta wordt aangeduid als ” Rotterdamse mafia“, economen die afstudeerden aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de voorloper van de Erasmus Universiteit. De meesten hebben nog college gelopen bij Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen. In tegenstelling tot de zogenaamde ” Berkeley mafia” van de technocraten, die midden de jaren ’80 de economie liberaliseerden, hebben “Rotterdammers” als Kwik niet alleen belangstelling voor economische groei, maar vooral voor het verdelingsvraagstuk. Het sleutelwoord bij Kwik is: economische democratie.
Kwik Kian Gie bedacht enkele jaren geleden de term ” Habibie-nomics” voor de soms weinig orthodoxe economische inzichten van de toenmalige rechterhand van president Suharto. Thans vragen de financiële markten, die de rupia kelderden zodra de naam Habibie viel, zich af wat Kwiks ” Mega-nomics” brengen zal.
Kwik is hoofd van de studiedienst van PDI-P, Megawati’s pluralistische Strijdende Partij voor Democratie die bij de jongste open verkiezingen afgetekend als eerste uit de bus kwam. Hij is parlementslid en de belangrijkste economische raadgever van de populaire ” Mega“, de dochter van de socialistische populist Sukarno, Indonesiës eerste staatshoofd na de onafhankelijkheid.
Maar de financiële markten mopperen nu dat Suharto’s opvolger Habibie het als president niet slecht heeft gedaan: een vrij stabiele rupia, een beteugelde inflatie, een gehalveerde rente en stijgende beurskoersen; de inkrimping van de economie bleef beperkt tot 10,3% – minder dan hun inschatting van min 16%. Bovendien fronsten dezelfde analisten de wenkbrauwen toen Kwik zich onlangs uitsprak voor een muntraad ( currency board): na het uitbreken van de financiële crisis had het Internationaal Muntfonds (IMF) immers dezelfde idee van Suharto al resoluut afgeschoten.
Megawati’s stembusoverwinning drijft echter vooral op de verwachtingen van de bredere volksmassa. Het per-capita inkomen viel terug op 400 VS-dollar, tegen 1200 begin 1997 en het aantal armen verdrievoudigde tot 100 miljoen. Vooral deze mensen geloven dat onder Mega alles beter wordt. En dat valt moeilijk te rijmen met harde IMF-voorschriften zoals het terugschroeven van voedselsubsidies. Ondanks zijn bedenkingen over de IMF-aanpak, maakt Kwik Kian Gie zich sterk dat een regering met brede volkssteun, waarvan Megawati de spil wordt, de noodzakelijke hervormingen kan doorvoeren.
Kwik is geen onbekende, maar een van de belangrijkste opiniemakers in Indonesië. De econoom wees al ettelijke jaren op de zwakke plekken van Suharto’s economisch wonder – lang voordat de Wall Streeteers en het IMF tot die conclusie kwamen. Hij deed dat in televisieforums, interviews en in een stroom van gastcolumns voor populaire kranten en weekbladen.
Hoewel Sukarno’s anti-kapitalistische retoriek nog sporadisch opduikt onder aanhangers van de PDI-P, is Kwik Kian Gie een uitgesproken verdediger van de vrije markt, van de globalisering en pleitbezorger van buitenlandse investeringen. “Het qua bevolking vierde grootste land ter wereld, kan niet anders dan zich inpassen in de wereldeconomie. Concurreren leer je niet in een afgeschermde en gemonopoliseerde omgeving,” schreef hij al in 1991. Terwijl de Wereldbank en de buitenlandse investeerders toen de andere kant opkeken, bestookte Kwik de Indonesische media met kritiek op conglomeraten, machtsmisbuik en corruptie.
Maar toen Suharto, onder druk van de roep om sociale rechtvaardigheid, de eigenaren van de grote conglomeraten aanporde om een kwart van hun aandelen over te dragen aan volkscoöperatieven, wees Kwik – hoewel hij opkomt voor het kleinbedrijf – op het ontbreken van een wettelijke basis.
Dezelfde principiële opstelling komt nu tot uiting in Megawati’s plannen om “aan inkomensherverdeling te doen, niet van eigendom en welvaart.” Een standpunt dat de Chinese kapitaalkrachtige minderheid gerust kan stellen. Hun vertrouwen is bepalend voor de economische herleving: beter vertrouwd met de Indonesische markt dan internationale investeerders, zullen de Chinese Indonesiërs de aftrap moeten geven. Kwik is zelf een etnische Chinees en runt een eigen tradingbedrijf. Hij twijfelt er niet aan dat de Chinezen opnieuw massaal zullen investeren. Vorige maand pompten ze al 250 miljoen dollar in de herkapitalisatie van zeven banken.
Na de rustig verlopen, eerste open democratische verkiezingen, breekt nu de meest cruciale fase aan: het werven van steun voor de getrapte verkiezing van de president. Het nieuwe kiesstelsel leidt de onbetwiste overwinnaar van de parlementsverkiezingen immers niet automatisch naar het hoogste ambt. In de coulissen ageren sectaire moslimleiders, gesterkt door de economische crisis, tegen een vrouw als staatshoofd van het grootste moslimland. Anderen stellen de leiderscapaciteiten van deze “simpele huisvrouw” in vraag.
Het opgekropte ongeduld van de bevolking zou dus opnieuw kunnen uitbarsten, tenzij Megawati zélf een stap opzij zet voor een compromisfiguur.
Hoe dan ook zal de grootste fractie in het parlement – met of zonder Megawati als vierde president van Indonesië – een beslissende stem hebben in de garis besar haluan negara (de basiscontouren voor het economisch en sociopolitiek beleid van de volgende regering). De inzichten van Kwik Kian Gie zullen bijgevolg meer dan ooit doorwegen in de reformasi van Indonesië.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier