MEER WELVAART LEIDT NIET AUTOMATISCH TOT DEMOCRATIE
Teken des tijds: China werkt niet langer met vijfjarenplannen. Afgelopen weekeind besprak het Centraal Comité van de Communistische Partij het volgende vijfjarenblauwboek (tot 2010).
De nieuwe formulering sluit aan bij de moderne managementstijl van de Chinese leiders. Ze vragen meer aandacht voor de kloof tussen arm en rijk, meer middelen voor opvoeding en gezondheidszorg en willen het kapitalisme via regionale ontwikkelingspolen uitdragen naar het binnenland.
Er zijn twee redenen om iets te doen aan de groeiende kloof tussen arm en rijk: de Olympische Spelen van 2008, waar de hele wereld zal toekijken, en toenemende sociale onrust buiten de rijke kustgebieden. De Chinese minister voor Openbare Veiligheid telde het voorbije jaar 74.000 “massa-incidenten” en wat hem vooral verontrust, is volgens The Wall Street Journal, “de trend naar georganiseerde onrust”.
Een emergency committee system moet die kwalijke trend ombuigen: zogenaamde knipperlichtcomités zullen problemen opsporen en helpen oplossen. In moderne democratieën zorgen georganiseerde burgerverenigingen, vrije meningsuiting en kritische media daarvoor, kortom politieke vrijheden die Peking (nog) niet ziet zitten.
Sinds Deng Xiaoping de communistische economie inruilde voor kapitalistisch ondernemerschap en honderden miljoenen Chinezen in één generatie uit de armoede tilde, zijn we er in het Westen nog meer van overtuigd dat economische groei automatisch naar meer democratische vrijheden leidt. Volgens twee Amerikaanse onderzoekers (in het jongste nummer van Foreign Affairs) is dat een naïeve gedachte.
Democratisering en politieke mondigheid zijn neveneffecten van hogere opleiding, van materiële welvaart en meer vrije tijd. Maar autoritaire regimes, zoals China er een is, hebben begrepen dat ze de vruchten van economische vooruitgang kunnen plukken zonder te moeten zwichten voor maatschappelijke druk om de politieke controlemechanismen te versoepelen. Autoritaire regimes (ook Rusland) beseffen intussen dat brutale onderdrukking contraproductief is en dat ze politieke risico’s, die economische welvaart meebrengt, kunnen afremmen. De zogenaamde knipperlichtcomités houden de vrije meningsuiting, de toegang tot het internet en tot hoger onderwijs onder controle.
De Chinese leiders staan bekend als pragmatisch en vooruitziend. Ze hopen tijd te winnen door economische groei en politieke mondigheid los te koppelen. Maar de nieuwe Chinese elite is een verlengstuk van de oude communistische klasse en heeft geen voeling meer met de 700 miljoen Chinezen die (nog) niet met de kapitalistische trein mee kunnen. Het nieuwe knipperlichtensysteem kan nog een tiental jaren werken. Misschien. Zolang de Chinese economie met minstens 8 % groeit en buitenlandse investeringen blijven toestromen. Maar wat gebeurt er als de economische machine vroegtijdig gaat sputteren? Voordat het vijfjarenblauwboek rimpelloos kan worden afgewerkt?
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier