Meer van hetzelfde
‘De kracht van verandering’ mag dan leuk hebben geklonken als verkiezingsslogan, maar in de energiesector is het motto in 2015 ‘meer van hetzelfde’.
Dat wil niet zeggen dat er in 2015 niets verandert. Het jaar begint met een fijne prijsverhoging. De tarieven van de distributienetbeheerders gaan omhoog, om de kosten te compenseren van het jarenlange niet doorrekenen van het al te gul opgezette Vlaamse systeem om groene stroom te ondersteunen.
De federale regering mikt luidens haar regeerakkoord in de eerste plaats op betaalbare energie en bevoorradingszekerheid. Voor het eerste lanceert ze een energienorm, die de prijzen onder het niveau van dat van de buurlanden wil houden. Meer zekerheid wil ze bereiken door de levensduur van de oudste kerncentrales te verlengen, een thema waarover ze voor 31 december 2014 een akkoord wil hebben met Electrabel.
Ook hoopt de nieuwe ploeg een investeringsklimaat te scheppen om nieuwe basislastcentrales te zien verrijzen. Basislast is de minimumhoeveelheid energie die sowieso nodig is, ook op warme zomerdagen. Dat blijft een mooi volume, zelfs al is onze basisvraag door decentrale productie, verhoogde energie-efficiëntie en een dalende vraag vanuit de industrie de jongste jaren licht maar stelselmatig gedaald. En toch zal in 2015 opnieuw geen enkel groot energiebedrijf daarvoor de nodige investeringen willen doen.
Waarom niet? Ten eerste omdat de regering alle opties wil herbekijken, onder andere het subsidiesysteem voor de bouw van nieuwe gascentrales. Weinig economen worden enthousiast bij het vooruitzicht subsidies te geven aan een klassieke en mature technologie. Tegelijk zou een eventueel terugdraaien van het plan-Wathelet de investeerders precies dat ontnemen wat ze het meest van al lang verlangen: rechtszekerheid.
Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel. Want zonder nieuwbouw is de enige optie de ‘oude dozen’, die economisch en ecologisch minder performant zijn, open te houden. Het gevolg is dat nieuwkomers veel geld moeten investeren in nieuwe productiecapaciteit, die moet opboksen tegen energie uit afgeschreven centrales, en tegen hernieuwbare energie met een marginale kostprijs die het nulpunt benadert.
Bovendien wil de overheid ook, en terecht, inzetten op een verbetering van de interconnectie: de import- en exportmogelijkheden van elektriciteit. Dat impliceert echter ook dat de groothandelsprijs nog meer dan nu de speelbal zal zijn van goedkope energie uit steen- en bruinkoolcentrales, of hernieuwbare bronnen uit Nederland en Duitsland.
Kortom, tenzij er een investeerder kan worden overtuigd met spijkerharde subsidies of andere garanties, valt er net als de vorige jaren geen businesscase te maken van investeringen in grootschalige energieproductie. Om het met de rockgroep Queens of the Stone Age te zeggen: sometimes the same is different, but mostly it’s the same.
LUC HUYSMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier