Meer concurrentie nodig in Vlaamse mediamarkt

De federale regering kreeg vorige week zowat 550 miljoen euro voor amper 5,3 % van de Belgacom-aandelen. De Vlaamse overheid hoopt via de Gimv en diverse intercommunales op gelijkaardige opbrengsten uit Telenet. Die situatie vertroebelt het mediabeleid.

Onbeschroomd zeggen sommige Vlaamse parlementariërs nu dat aan de concurrentiepositie van Telenet niet mag worden geraakt, want anders verliezen de gemeenten geld. En ze hebben gelijk: overal in de wereld worden de winsten uit de kabeldistributie door de politiek – of het gebrek aan politiek – bepaald. Maar ook de kwaliteit van de diensten.

Telenet heeft momenteel drie challengers in omroepdistributie. De kans die ze krijgen, bepaalt de ontwikkeling van onze media-industrie.

Er is satelliet. VRT is binnenkort in Nederland via satelliet te ontvangen – maar niet in België. Honni soit qui mal y pense.

Er is digitale ontvangst via de ether. De VRT heeft een zenderpark dat moeiteloos tientallen kanalen aan digitale televisie kan uitzenden, maar gebruikt die nu alleen voor zijn eigen kanalen. De marginale kost voor de upgrade van het zenderpark is laag, de investering van de consument klein (130 euro en dalend) en de technologie – in tegenstelling met wat u misschien wil geloven – toekomstgericht. Digitale tv via de ether is het tijdperk van mobiele tv. Er hoeft niet te worden gewacht – zoals minister van Media Geert Bourgeois ( N-VA) volgens zijn beleidsnota wil doen – op de Regionale Radiocommunicatie Conferentie van 2006 om het aantal digitale kanalen op te drijven. Dat gebeurt in Nederland, Frankrijk of Duitsland evenmin. Er hoeft ook geen gemeenschapsgeld naartoe te gaan: elders zijn daar privé-investeerders voor gevonden. De standaardkritiek op die alternatieve structuren – en ze staat ook in de beleidsnota van Bourgeois – is dat “de Vlaamse situatie vrij specifiek is gezien de hoge penetratie van de kabel in Vlaanderen.” Met andere woorden, enerzijds argumenteren we dat onze breedbandinfrastructuur unieke mogelijkheden biedt voor de ontwikkeling van een Vlaamse media-industrie, anderzijds vermijden we hem in een concurrentie te plaatsen die elders al volop bestaat. Het getuigt van een groot geloof in de unieke mogelijkheden van de kabel.

Bizar is dat we wel de concurrentie organiseren in de telecommarkt, maar voor de (door Vlaanderen te reguleren) omroepinfrastructuur niet zo erg geloven in het concept. Daarom wordt het uitkijken naar wat minister Bourgeois in petto heeft voor de derde potentiële challenger, BelgacomTV. In Frankrijk schiet Groupe Iliad met zijn Freebox TV als een komeet omhoog. Voor 30 euro/maand biedt hij een zestigtal tv-kanalen in het basisabonnement, 6 of 15 mbps onbeperkt internet via ADSL of ADSL 2+ en gratis regionaal bellen. In hoever zal Belgacom zijn tv-aanbod mogen bundelen met andere diensten? Minister Bourgeois weidt bladzijden uit over de opdrachten van Vlaanderen als regulator. In de praktijk had het Vlaams Commissariaat voor de Media vorige week zelfs nog geen consultant aangesteld om te helpen bij het definiëren van de betrokken markten. Telenet heeft de handen vrij, ondertussen wordt Belgacom door de telecomregulator BIPT op kruissubsidiëring nagevlooid. Dat is een serieuze scheeftrekking.

Het klopt dat de situatie in Vlaanderen specifiek is. Maar er is méér concurrentie nodig, niet minder.

Bruno Leijnse