Mechanische horloges met een geschiedenis van meer dan 100 jaar

Oris werd opgericht in 1904 en concentreert zich sinds 1985 uitsluitend op de productie van mechanische horloges. De collectie is onderverdeeld in vier universa : cultuur, duiken, luchtvaart en autosport. Trends Style sprak met Ulrich W. Herzog, CEO van Oris.

Ulrich W. Herzog leidt het horlogemerk Oris sinds 1982 – het jaar van de management-buy-out, die ervoor zorgde dat in hoofdzaak de leden van de raad van bestuur eigenaar van het bedrijf werden. “Ik was al sinds 1978 als Sales & Marketing Manager aan de slag bij Oris. De Zwitserse horlogeriesector spartelde toen door een ernstige crisis. Oris maakte deel uit van de ASUAG-groep, die later de Swatch Group zou worden. In 1982 hebben de heer Portman en ikzelf het bedrijf overgenomen en ben ik Algemeen Directeur geworden. In 2001 werd ik voorzitter en Executive Chairman.”

Vele grote horlogemerken werden overgenomen door luxegroepen, maar Oris blijft tot op vandaag onafhankelijk. Waarom ?

Ulrich W. Herzog : “Voor ons is onafhankelijkheid een instelling en een luxe an sich. Het gaat trouwens niet alleen over onze eigen onafhankelijkheid, we geloven ook in de onafhankelijkheid van ons cliënteel, van de kleinhandelaars – en ook van de media, trouwens. Kortom, we geloven in mensen die vrij zijn om hun eigen beslissingen te nemen. Zoals wij dus als de eigenaars van een onafhankelijk bedrijf onze beslissingen in volle vrijheid kunnen nemen. Met zo’n attitude kan je reële partnerships aangaan. En we hebben ook altijd onze belangen op de lange termijn voor ogen, en dus niet de kortetermijnwaarde van een beursgenoteerd aandeel.”

Behalve die onafhankelijkheid, wat onderscheidt Oris nóg van andere horlogemerken ?

“Sinds zijn oprichting investeert Oris in innovatie. We denken na over onze industriële processen om zo onze klanten een mooi product met een aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding te kunnen offreren. De slogan ‘Real watches for real people’ was voor de stichters van het merk al een drijfveer, en die leuze blijft ook vandaag de belangrijkste hoeksteen van Oris. Dat we uitsluitend mechanische horloges aanbieden, horloges met een ziel, onderscheidt ons van de anderen. En natuurlijk zijn we er zeer trots op een Swiss Made-merk te zijn met een geschiedenis van 111 jaar. Het is in mijn ogen de combinatie van al die elementen die Oris uniek maakt. Wij zullen altijd trouw blijven aan ons erfgoed en onze waarden, en onze passie voor innovatie op het vlak van materialen, functies en design blijven voeden. Dat is ook wat onze klanten wereldwijd van ons verwachten. Op dat gebied hebben we trouwens nog enkele mooie verrassingen in petto.”

Waarom bent u in de jaren 80 gestopt met kwartshorloges ?

“Net als de andere merken had Oris eind jaren 70, begin jaren 80 te lijden onder de crisis in de horlogebranche. Voor mij was het duidelijk dat de ontwikkeling van onze eigen Strategic Success Position de enige uitweg was. Indertijd werd Japan overspoeld door smart LED en LCD watches, maar tegelijk ontstond er ook een trend ten faveure van échte horloges. Vooral dan bij jongeren, die horloges wilden aanraken en horen tikken : mechanische horloges dus. Op dat moment besloot Oris dus om alleen nog maar puur mechanische horloges aan te bieden, en om voorgoed te stoppen met de productie van kwartshorloges. Oris was het eerste merk om die beslissing te nemen, lang voor andere merken.”

Zijn smartwatches interessant voor Oris ?

“Geconnecteerde horloges zijn smart, trendy en vinden zichzelf bijna elke dag opnieuw uit… En dat is dus helemaal het tegendeel van de mantra van Oris : ‘Real watches for real people’. Een Oris-horloge is een emotionele wolk. Zo’n uurwerk is het resultaat van een grote passie en een eindeloos engagement bij de fabricatie. We willen dat onze klanten zeer lang van hun horloge kunnen genieten zonder zich te moeten afvragen of het ook over enkele maanden nog in de mode is. Om op uw vraag te antwoorden : neen dus !”

U zweert bij een aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding. Kunt u dat wel blijven volhouden ?

“Twee essentiële factoren beïnvloeden de prijs van onze producten. Aan de ene kant zijn er de productiekosten in Zwitserland. Hoewel we onze exportprijzen (in CHF) niet hebben verhoogd, ondergingen de prijzen in de eurozone toch enkele correcties. Over dat aspect hebben we zelf het minste controle. Aan de andere kant is er de diversiteit van ons aanbod. We lanceerden recent ons inhouse kaliber 110, wat resulteert in prijzen van iets meer dan 5000 euro. Maar de kern van onze collectie bestaat nog altijd uit modellen met prijzen tussen 1500 en 2900 euro.”

De kalibers 110 en 111 hebben jullie inderdaad gepresenteerd als jullie eerste intern gemaakte gangwerken. Welke andere kalibers gebruiken jullie ?

“Sinds zijn oprichting heeft Oris ongeveer 279 inhouse gangwerken gemaakt. We hebben ons geëngageerd om dit hoofdstuk uit onze geschiedenis nieuw leven in te blazen, en onze klanten iets unieks aan te reiken. Dat deden we vorig jaar met het kaliber 110, het eerste intern gemaakte gangwerk sinds 1982. Maar dat was slechts het begin van het verhaal. Nu hebben we dus het kaliber 111 dat een toegevoegde datumfunctie bevat. En we hebben voor dit gangwerk ook nog andere projecten in gedachten. Voor de rest gebruiken we vooral Sellita-gangwerken en enkele ETA-gangwerken. In juni van dit jaar hebben we onze Big Crown ProPilot Calibre 111 gelanceerd, het eerste ‘aviation’-model dat met ons intern gemaakte gangwerk is uitgerust. En het lijdt geen twijfel dat we in de komende maanden en jaren nog enkele andere verrassingen zullen voorstellen. Niettemin blijven we ook met Sellita werken om zo onze instapmodellen toegankelijk en aantrekkelijk te houden. Toen Sellita in 2003 met de productie van mechanische gangwerken begon, was Oris trouwens de belangrijkste partner.”

Wat wordt er dan intern bij Oris gemaakt, en wat elders ?

“Oris was vroeger een geïntegreerd atelier waar we gangwerken, wijzerplaten, kastjes enzovoort maakten. Sinds 1982 focussen we ons weer meer op de ontwikkeling van onze gangwerkmodules en ons inhouse gangwerk, net als op het design van uiterlijke delen zoals wijzers, wijzerplaten, kastjes, en zo meer. Ook de finale kwaliteitscontrole, zowel van de gebruikte onderdelen als van de assemblage, is een aandachtspunt. De fabricatie van de onderdelen besteden we uit aan ervaren ateliers die ook voor andere Zwitserse luxemerken werken. Nogmaals, innovatie is voor Oris een sleutelelement. We hebben altijd geprobeerd om functies te integreren die zowel nieuw als nuttig zijn, en onze klanten appreciëren dat. Dat heeft geleid tot vele unieke en gepatenteerde elementen zoals het uur dat verandert met een eenvoudige druk op een knop (op onze World Timer) of het Rotation Safety System van ons ProDiver-horloge dat we ontwikkelden in samenwerking met een professionele duiker.”

Hoeveel horloges produceren jullie jaarlijks ?

“Als private onderneming geven we die cijfers niet vrij. Maar toen ik in 1978 bij Oris kwam, produceerde het huis jaarlijks een miljoen horloges. Ik denk dat het merk sinds zijn oprichting 50 tot 80 miljoen horloges heeft geproduceerd.”

Wat zijn de plannen van Oris ?

“Wel, 2015 was in ieder geval een jaar om enthousiast over te zijn, met sterke punten in alle echelons van de collectie. In het segment motorsporten zijn we actief geweest en we lanceren een nieuwe lijn horloges met onze trouwe partner in de formule 1, het Williams Martini Racing Team. In het duiksegment hebben we ons met de US Marines Force Recon geassocieerd met het oog op de creatie van een horloge voor hun missies. En in het luchtvaartsegment gaan we, na het succes dat we vorig jaar hebben gekend, de ProPilot-familie uitbreiden. En dan is er ook nog de toekomst van het kaliber 111.”

Blijft Oris overwegend een horlogemerk voor mannen ?

“Aangezien de productie van mechanische horloges resulteert in kastjes die iets dikker zijn dan bij een kwartsmodule, concentreert Oris zich effectief veeleer op de productie van mannenhorloges. Ons huidig aanbod vrouwenhorloges gaat van 20 tot 30%, naargelang de afzetmarkt. Maar in de toekomst is het best mogelijk dat er meer vrouwen een Oris zullen dragen. In ons designteam hebben we recent alvast een dame in dienst genomen.”

Wat zijn de beste afzetmarkten ?

“De omvang van onze markten correspondeert min of meer met de consumptie van luxeproducten in de wereld. De Verenigde Staten en China zijn voor ons de belangrijkste markten, gevolgd door Europa en de andere Aziatische landen.”

En België ?

“In België hebben we achttien verkooppunten en vergroten we nu al drie jaar opeenvolgend ons marktaandeel. We zijn er trouwens van overtuigd dat België een belangrijke markt voor ons gaat worden. Brussel werd mijn favoriete stad toen ik er werkte voor Chevron Oil, dat er in de jaren 70 zijn Europese hoofdkwartier had. Ik vind de stad en haar voorsteden ongelooflijk charmant. Ik moet er zeker nog eens terugkeren om poolshoogte te nemen.” ?

TEKST SERGE VANMAERCKE