Marc Van Ranst over de wereld na corona: ‘We mogen niet verliefd worden op nulrisico’s’
De pandemie heeft ook positieve dingen voortgebracht, vindt viroloog Marc Van Ranst. “De samenwerking tussen experts en politici stemt mij hoopvol. Het zou een goed voorbeeld kunnen zijn om dat model ook voor andere problematieken te gebruiken, zoals de vervuiling of het klimaat.”
De wereld na corona
Het coronavirus heeft bijna anderhalf jaar ons leven bepaald. In deze reeks laat Trends denkers aan het woord over hoe de wereld na corona er zal uitzien. Welke breuklijnen in de samenleving liet covid-19 beter zien? En welke lessen moeten we trekken uit onze omgang met de pandemie?
We spreken viroloog Marc Van Ranst net op het moment dat de deltavariant van het coronavirus opnieuw meer mensen besmet en dat tal van Europese landen nieuwe maatregelen nemen om het virus in te dijken. Heeft Trends dan te vroeg victorie gekraaid met zijn reeks over de wereld na de pandemie? Van Ranst moet even lachen. “Die vraag werd vorig jaar rond deze tijd ook al gesteld, en dat is toen zwaar tegengevallen. Maar toen waren er nog geen vaccins in het verschiet, en dat maakt toch een erg groot verschil. Ik denk dat het optimisme dankzij de vaccins nu veel meer gerechtvaardigd is. En het virus komt terug, in afnemende golfbewegingen, maar de impact zal niet meer dezelfde zijn.”
We hebben gebouwen brandveilig gemaakt, het is tijd om gebouwen nu ook infectieveiliger te maken
En tegen nieuwe virusvarianten komen mogelijk ook nieuwe, aangepaste vaccins?
MARC VAN RANST. “Klopt. Er zullen opvolgvaccins komen, net als bij influenza. Die zullen nodig en nuttig zijn, maar hoe en wanneer die worden toegediend, dat is een politieke beslissing. Het lijkt me wel onwaarschijnlijk dat de vaccinatiecentra blijven. In de toekomst zullen dat wellicht routinevaccinaties worden, net zoals we risicogroepen nu de kans bieden zich te laten vaccineren tegen influenza, via hun huisarts of hun werkgever. Misschien gaan we zelfs naar een gezamenlijke prik tegen corona en influenza. Maar dat is ook een val waar we niet in mogen trappen. In theorie zouden we als maatschappij kunnen beslissen ook griep tegen te houden. Dat lukt, dat hebben we dit jaar eigenlijk gedaan. Maar of dat een goed idee is, is wat anders. Ik denk dat we niet verliefd mogen worden op nulrisico’s.”
Waarom is het een slecht idee griep te proberen uitbannen?
VAN RANST. “Omdat de maatschappelijke kosten daarvoor veel te groot zijn. Dan moet je weer alles dichtgooien, een groot deel van het plezier in het leven wegnemen, met als enige winst: er is geen griep. We zijn het als maatschappij gewoon geraakt en we hebben ons gezondheidssysteem ernaar ingericht, dat iedere winter, afhankelijk van de ernst van de griep, er een paar honderden tot een paar duizenden mensen aan overlijden. En toch doen we geen lockdowns tegen de griep en ik denk ook niet dat we dat kunnen afdwingen. Op een bepaald moment moet je een evenwicht vinden tussen welke maatregelen je wilt aanvaarden en welke maatschappelijke kostprijs, met ziektes en overlijdens, je daarvoor wilt accepteren.”
Het coronavirus is dus een blijver, maar we kunnen de maatschappelijke kostprijs beperken dankzij de vaccins.
VAN RANST. “Dat is de redenering. Maar eigenlijk weten we dat niet. Het enige wat we weten, is dat er coronavirussen zijn die de meer ernstige verkoudheden veroorzaken. We nemen die zo weinig serieus dat we ze niet eens namen hebben gegeven – ze heten nog altijd OC43, 229E, ML63 en HKU1. Rond de eerste SARS-uitbraak, in 2004, hebben wij OC43 in ons labo heel grondig onderzocht. Door dat onderzoek weten we dat de oorsprong van het virus, toen het oversprong van runderen naar de mens, rond 1890 ligt, de tijd van de Russische griep, een pandemie waar toen anderhalf miljoen mensen aan zijn gestorven, op een wereldbevolking van 1,5 miljard.Dat virus is gemuteerd van een dodelijk virus met symptomen die heel vergelijkbaar zijn met wat we nu zien, met geur- en smaakverlies, tot een minder dodelijk virus dat een zware verkoudheid veroorzaakt. Probleem is dat we niet weten wanneer die grote stap is gebeurd en hoelang dat heeft geduurd. Dus we weten ook niet wanneer dat met dit virus zal gebeuren. Misschien zijn we er nu al getuige van: de deltavariant zou volgens sommigen minder symptomen veroorzaken. Anderen zeggen dan weer het tegenovergestelde. We zijn er nog niet uit, terwijl het geduld van de mensen zeer beperkt is geworden.”
Schuilt er een gevaar in dat mensen het normaal gaan vinden dat er heel snel vaccins worden ontwikkeld?
VAN RANST. “Je zal de verwachtingen van de mensen nooit kunnen inlossen. Nu al vonden sommigen dat het lang duurde voor er een vaccin was. Terwijl de technologie die er nu is met de mRNA-vaccins, toelaat om vlug vaccins te maken. De meeste tijd gaat naar het testen, om te kijken of het veilig is. En die mRNA-vaccins werken verbluffend goed. Daar kunnen we voor influenza alleen maar van dromen. Deze crisis was ook een triomf voor de wetenschap, met grote doorbraken in de vaccinologie, met vaccins die een efficiëntie hebben die duidelijk veel groter is dan de potentiële bijwerkingen.”
Schuilt in die triomf van de wetenschap ook een gevaar? VUB-rector Caroline Pauwels waarschuwde in deze reeks voor te hoge verwachtingen.
VAN RANST. “Wanneer je denkt dat je de meester van het universum bent, komt de dag erna de grote tegenslag, denk ik. Niet alles is oplosbaar, of toch niet op dit moment. Over honderdvijftig jaar zullen we weer andere dingen kunnen oplossen. Het mooie aan wetenschap is dat die continu verandert. Maar we kunnen niet alles doen, en dat is misschien maar goed ook. Als we vaccins tegen allerlei vormen van kanker zouden kunnen ontwikkelen, is dat uiteraard welkom. Maar stel dat de wetenschap iets zou uitvinden waardoor we 500 jaar kunnen worden, dat zou een ramp zijn.”
Zijn u naast die triomf van de wetenschap andere dingen opgevallen tijdens deze pandemie?
VAN RANST. “De snelheid waarmee sommige gebruiken verdwenen, zoals het geven van handen. Dat hadden we binnen een week afgeleerd, nadat we eeuwenlang elkaars hand hadden gedrukt. Nu was het ook wel routinematig geworden. Als dat terugkomt – en dat zál terugkomen – hoop ik dat het weer meer betekenis zal krijgen.”
Bio
· Geboren in Bornem in 1965
· Gewoon hoogleraar en professor in de virologie aan de KU Leuven
· Sinds 2007 nationaal griepcommissaris
Wat zegt de snelheid waarmee dat is gebeurd over ons?
VAN RANST. “Dat we een reflex heel snel kunnen afleren als we de ernst van de situatie snappen. Toen ik dat zag, was dat ook een geruststelling. Ik dacht: de mensen beseffen hoe gevaarlijk deze pandemie is, dan krijgen we het ook wel in orde. Tegelijk moeten we beseffen dat het een noodrem is, net als de lockdown. Zo’n lockdown is verschrikkelijk, maar op een bepaald moment moet je die noodrem gebruiken. Hadden we dat niet gedaan, dan waren er in Europa miljoenen doden meer gevallen. Maar iedereen moet goed beseffen dat het een noodrem is, die je niet om de haverklap kunt gebruiken.”
Critici stellen dat onze vrijheden te makkelijk werden beknot. Snapt u die kritiek?
VAN RANST. “Niet echt. Mensen die denken dat de overheid verliefd gaat worden op die maatregelen en dat we straks continu in lockdown zullen leven? Waarom zou iemand dat willen? Ik heb ongeveer elk moment van die lockdown gehaat, en ik ben vast niet de enige. Maar het was een noodrem die absoluut noodzakelijk was. Dat er achterafexperts opduiken die, als alle informatie beschikbaar is, plots komen zeggen wat er allemaal anders had gemoeten, dat heb je altijd, en er moet ook een analyse gebeuren van zo’n crisis. Maar in een crisissituatie moet je beslissingen nemen met 20 procent van de beschikbare informatie. Daar is moed voor nodig.”
In een crisissituatie moet je beslissingen nemen met 20 procent van de beschikbare informatie. Daar is moed voor nodig
U heeft oudere pandemieën bestudeerd. Was dit een textbook example? Of waren sommige dingen toch echt anders?
VAN RANST. “Verschillen zijn er altijd, maar dit was voor het grootste deel een klassieke pandemie. Ook de reacties van de mensen waren hetzelfde. In het begin zingen ze mooie liedjes over de virologen, maar ondertussen is men de messen van de guillotine aan het slijpen. Die fase moet je door. Op een bepaald moment zoekt men een zondebok voor alles wat misloopt.”
U schuwt het debat met die mensen niet en zoekt het zelfs bewust op via de sociale media. Denkt u er soms niet aan daarbij iets voorzichtiger te zijn?
VAN RANST. “Dat is een vraag die ik hartsgrondig haat, omdat ze impliceert dat je aanvallen over jezelf hebt afgeroepen. Maar nee, ik ga niets veranderen, ik ga niet zwijgen. Ik ben tegen racisme, tegen fascisme, ik vind extreem-rechts een gevaarlijke beweging, dus ik ga mijn mond niet houden omdat mensen mij bedreigen. Want dan winnen zij, want ze willen net dat ik zwijg.”
Wat met Peter R. de Vries in Nederland is gebeurd, had u ook kunnen overkomen. Het heeft niet veel gescheeld.
VAN RANST. “Ja, maar ik kan niet leven met het feit dat zoiets mijn leven zou bepalen. Peter R. de Vries ook niet. Je kunt je daar niet door laten beïnvloeden. Het enige vervelende is dat ik tijd moet stoppen in mensen die mij voor de rechtbank dagen, zoals de mensen van Viruswaanzin. Zij verliezen die rechtszaken, maar op die manier krijgen ze wel een soort macht over mijn tijdsgebruik, wat ik niet tolereer. Ik zal ervoor zorgen dat ze niet winnen en er geen plezier aan beleven, maar dat ik hiermee moet bezig zijn, irriteert me wel.”
Heeft u een idee wat die mensen drijft?
VAN RANST. “Geld en macht. En uiteindelijk proberen ze hun Viruswaanzin-organisatie te laten vervellen tot een politieke partij. Viruswaanzin is een organisatie die geld inzamelt om de advocaat te betalen die toevallig ook de oprichter en bezieler van die beweging is. Hun verdienmodel is zieltjes winnen en rechtszaken beginnen, tegen de staat, tegen de virologen, maakt niet uit – want elke rechtszaak is een reden om weer op de donatieknop te laten drukken.”
Maar de overgrote meerderheid van de mensen heeft zich wel keurig aan de maatregelen gehouden, of dat toch geprobeerd.
VAN RANST. “Zeer zeker, en dat stemt ook hoopvol. Net zoals de samenwerking tussen experts en politici mij hoopvol stemt. Dat samenspel werkt heel goed. Niet zonder conflict, en dat hoeft ook niet, maar wel met goede discussies en korte lijnen. De experts waren altijd beschikbaar en de politici lieten hen toe tot vergaderingen in het kernkabinet. Dat heeft geleid tot betere beslissingen, beter dan die van experts alleen of van politici alleen. Het zou een goed voorbeeld kunnen zijn om dat model ook voor andere problematieken te gebruiken, zoals de vervuiling of het klimaat. Ik pleit er sterk voor om dat te doen, omdat ik heb gezien dat het werkt. Ik geloof niet in een regering van technocraten: je hebt politici nodig om uiteindelijk misschien moeilijke beslissingen te nemen en die te verdedigen. Maar de samenwerking in de voorbereidende fase vind ik wel erg belangrijk.”
Kunt u een voorbeeld geven van een beter resultaat dankzij die samenwerking?
VAN RANST. “Wij zijn het eerste land dat CO2-meters verplicht in de horeca. Die verdienste benijdt men ons wereldwijd, en Ierland gaat ons voorbeeld volgen. Dat is de gezondheidswinst die we kunnen boeken: wanneer we de luchtkwaliteit in de horeca, in scholen, in woon-zorgcentra, op werkplekken kunnen verbeteren, zal dat leiden tot minder ziekten, minder verkoudheden, minder werkverzuim, minder concentratieproblemen. Daarom gaan we heel hard proberen dat ook in de scholen gedaan te krijgen, liefst nog voor september. We hebben gebouwen eerst brandveilig gemaakt, we hebben discotheken en concertzalen uitgerust met decibelmeters, het is tijd om gebouwen nu ook infectieveiliger te maken. Wanneer dat lukt, is dat het gouden randje aan deze pandemie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier