Management maakt het verschil

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Exact twee jaar geleden hebben we in deze column met veel enthousiasme gerapporteerd over schitterend managementonderzoek door McKinsey en The London School of Economics. Via een zeer gesofisticeerde methodologie konden de onderzoekers de kwaliteit van het management meten bij honderden productiebedrijven. Bij zevenhonderd productiebedrijven uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland werd onderzocht wat het effect is van degelijke managementpraktijken. De resultaten waren betrouwbaar én helder: goed management maakt wel degelijk een groot verschil. De onderzoekers hebben volhard in de boosheid. Ze hebben hun onderzoekspopulatie drastisch uitgebreid en hun methodologie nog wat verfijnd. De rapporten zijn nu verschenen rond de vraag over de effecten van goed management bij niet minder dan vierduizend bedrijven in Europa, Azië en de VS.

De conclusie is nog steeds dezelfde: ‘Management matters’. Management maakt een verschil. Binnen dezelfde sectoren zijn er enorme verschillen in managementkwaliteit. Deze verschillen vertalen zich rechtstreeks in verschillen in rendement. De betere managementmethodes zijn geen geheim. Je vindt ze in elk handboek, op tientallen websites en je krijgt ze gedoceerd in elke inleidende cursus. De grote verschillen worden dus veroorzaakt door het enthousiasme waarmee ze worden toegepast. En de winnaar is … de multinational.

Overal ter wereld wordt er (gemiddeld!) beter gemanaged in de multinational dan in het lokale bedrijf. In India is het verschil zelfs spectaculair. Lokale productiebedrijven behoren tot de slechtste ter wereld (alleen Griekenland doet nog slechter). De Indische filialen van een multinational daarentegen behoren tot de allerbeste ter wereld. We spreken hier niet over ‘uitbuiting van de Indische werknemer’, maar over de toepassing van performantiemanagement, talent management enzovoort. Zodra er een multinational in een streek is gevestigd, profiteert overigens de hele regio: de lokale bedrijven nemen snel de beste methodes over. En het is overduidelijk: hoe concurrentiëler een markt, hoe meer management toeslaat. De succesvolle managementpraktijken mogen dan alom bekend zijn, ze worden toch maar echt toegepast als er (concurrentie)druk op de ketel zit.

Een tweede opvallende vaststelling: er zijn enorme verschillen in functie van de eigendom (zie tabel). Onderaan het lijstje bengelen twee soorten bedrijven die meestal andere dan economische doelstellingen nastreven. De overheid streeft vaak gelijkberechtiging na, het algemeen welzijn, en het familiebedrijf dat de eerstgeborene voorrang geeft, streeft uiteraard respect voor de familiale traditie na. Bovenaan zie je zeer goed dat het Angelsaksische model met verspreid aandeelhoudersschap en de inbreng van risicokapitaal, er goed in lukt het management onder druk te zetten: mevrouw, mijnheer de manager, pas maar toe wat goed is voor het bedrijf!

In ieder geval is dergelijke studie een ode aan het professionele management. Als je managers beloont op basis van prestaties, krijg je wat je zoekt: beter management en… betere prestaties. In de eerste studie was al duidelijk geworden dat dit ook een reeks minder aangename taken voor het management inhoudt, inzonderheid een scherp onderscheid maken tussen je beste talenten en de mindere goden.

En waar in de wereld zitten de kampioenen van het management? Op het vlak van operations management is het Europa boven. Leve de Europese ingenieur. Duitsland en Zweden staan bovenaan. Verrassend is hoe goed Italië uit de studie komt. Hun lokale bedrijven moeten enkel onder doen voor de Verenigde Staten, want globaal genomen is het nog steeds ‘Amerika boven’: de Amerikaanse bedrijven blijven de beste geleide. Slechts één op vijftig van de Amerikaanse productiebedrijven is echt slecht gemanaged (in Griekenland en India is dat één op vijf). Inzonderheid inzake people management doen de VS het beter. Griekenland en China hangen helemaal aan de staart. De Chinese draak heeft zeven staarten, maar zijn managementstaart is nog erg klein. Stel u even voor dat ook die staart zou beginnen te groeien. Maar toch een opvallend feit: reeds vijftien procent van de Chinese bedrijven managen beter dan het gemiddelde Amerikaanse bedrijf! Dat belooft! Of moeten we toch goed uitkijken naar India? Globaal genomen, is het management er zwak, maar al 30 % van de Indische bedrijven worden beter geleid dan het gemiddelde Britse bedrijf. Globalisering is pas begonnen.

Rangschikking van de kwaliteit van het management

volgens eigendomsstructuur

1 Verspreid aandeelhoudersschap

2 Privékapitaal/ risciokapitaal

3 Familiebedrijf met externe CEO

4 Managers zijn eigenaars

5 Stichter is eigenaar, externe CEO

6 CEO behoort tot de familie

7 Coöperatieve

8 Stichter is CEO

9 Overheid

10 CEO is de eerstgeborene van de familie

Wil u het allemaal zelf nakijken? Start dan op: http://cep.lse.ac.uk/management

de auteur is hoofddocent aan de universiteit gent en partner van de vlerick leuven gent management school.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content