MANAGEMENT BUY-OUT
Geloof.
Dat het Europese management van VSI Enterprises voor zichzelf wou beginnen, hoeft niet te verwonderen. VSI, nochtans één van de grote spelers in de beginjaren ’90, heeft in zijn dertienjarig bestaan nooit een jaar winst gekend en bijna 50 miljoen dollar verliezen opgestapeld. Het bedrijf is in september van Nasdaq gedegradeerd naar de ‘penny stocks’ op de Over The Counter Bulletin Board ( OTC). Er is vers geld nodig en de accountants hebben ernstige twijfels over het voortbestaan in de huidige vorm. Belangrijkste actief van VSI is het Omega controle- en besturingssysteem waarmee de VSI-videoconferentiezalen, die uit componenten van allerhande leveranciers bestaan, zeer eenvoudig kunnen worden bediend.
“VSI Enterprises herstructureert. Wij hebben ervan geprofiteerd om ze te zeggen dat wij ze willen uitkopen,” zegt gedelegeerd bestuurder Paul D’Haeyer, die voorheen manager Europe op zijn kaartje staan had bij VSI. Het overnamebedrag wordt niet bekendgemaakt.
Glovicom – tien werknemers – sluit 1999 af met ongeveer 80 miljoen frank omzet en “een lichte winst”. “Wij voorzien volgend jaar 30% tot 50% groei,” zegt financieel directeur Walter De Rop. Producten blijven de hoofdbrok. Diensten – waaronder onderhoud – maken 15% uit. “Dat zal gemakkelijk 20% worden,” meent Paul D’Haeyer.
In het verzelfstandigde Glovicom houdt VSI Enterprises Inc 20%. Telkens 20% tot 25% zit bij Walter De Rop en Paul D’Haeyer en een stille investeerder die later als marketingdirecteur aan boord zal komen en onder meer omwille van het mobiliteitsprobleem hard in videoconferentie gelooft. De rest is verdeeld over de andere werknemers.
Glovicom blijft VSI distribueren en ondersteunen, maar wil zich meer ontwikkelen als een integrator. Het verdeelt ook het Noorse Tandberg en de Amerikaanse ster Polycom en heeft contracten met BT Conferencing voor de Benelux en met de leveranciers van multipoint videoconferentie-apparatuur Ezenia (beter bekend als VideoServer) en Accord Telecommunications.
Het Engelse filiaal VSI Ltd, dat afhing van België, zit mee in de management buy-out en blijft onder de Belgen. Aartselaar was trouwens al internationaal actief, met klanten in Azië en de Pacific Rim, Afrika en Rusland. “Wij hebben meer internationale accounts binnengebracht dan zij,” zegt Paul D’Haeyer. De klanten zijn vooral multinationals zoals GE Information Services, Duracell, Roche, Janssen-Cilag, Astra, Gillette, Givaudan, Harvard, Glaxo Wellcome, Nestlé.
Concurrenten zijn Telindus, Belgacom (en andere PTT’s), Sony en zijn audiovisuele distributeurs en kleinere installateurs.
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier