Man voor alle seizoenen

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Agfa zocht sterk leiderschap. Dat leek eerst opnieuw Ludo Verhoeven te worden, maar uiteindelijk werd het dus Jozef “Jo” Cornu (63). Een juiste keuze, vonden beleggers. De koers steeg maandag al boven de 7,98 euro die Christian Leysen in de afgelopen weken betaalde voor 150.000 Agfa-aandelen.

VBO-gedelegeerd bestuurder Rudi Thomaes, net als Cornu een Alcatel-oudgediende, heeft op de recente handelsmissie naar de Golfstaten de Belgische “healthcare”-parels Agfa (en Barco en IBA) nog fel gepromoot: “Jo Cornu kan om met drastische technologieovergangen, disruptieve processen. Dat is een kwestie van strategie, planning en vooral uitvoering. Hij kan daarin op een rustige manier motiveren en inspireren.” Thomaes stipt voorts aan dat Jo Cornu in extreem goede en in extreem slechte tijden voor het spervuur van financiële analisten heeft gestaan. “Dat is een ervaring die Agfa goed kan gebruiken.”

De onverwachte terugkeer naar hands-on management is maar één van de vele omschakelingen in de carrière van Jo Cornu. In 1973 kwam hij over van de researchafdeling van Brown Boveri in Zwitserland om, als hoofd van het Design Center, Bell Telephone het tijdperk van de digitale telefooncentrales in te sturen. In 1983 start hij de eerste halfgeleiderfabriek in België, Mietec. Wanneer CGE-Alcatel vijf jaar later de telecom van ITT overneemt, haalt voorzitter Pierre Suard hem “tijdelijk” naar Parijs.

Twaalf jaar lang combineert Jo Cornu de verantwoordelijkheid voor bijna de helft van de omzet van de communicatietak van Alcatel met het operationeel management en de rol van technisch directeur onder één of andere vorm. Tijdens de week woont hij in Parijs, tijdens de weekends in Stekene – als hij niet op reis is. In 1995 wordt hij de rechterhand van saneerder Serge Tchuruk wanneer die Pierre Suard opvolgt en de groep focust op telecom. Jo Cornu is dan chief operating officer van een groep met 90.000 werknemers. Tchuruk vervangt bij Alcatel de nationale ‘baronieën’ met hun brede productportfolio’s door internationale businessunits – een tweede revolutie. Ondertussen rukt het internetprotocol op, een derde omschakeling. Ondanks Noord-Amerikaanse acquisities en het succes van Antwerpen met zijn ADSL, is Alcatel te laat met zijn antwoord op Cisco. Tot in 1999-2000, wanneer de omzet in twaalf maanden met 40 % groeit. Dan barst de dotcom-luchtbel.

Onthaaster

Bescheiden, beminnelijk en wars van chic, zijn epitheta die Jo Cornu sieren. Formidabel vermogen om ingewikkelde problemen snel te assimileren. Diep inzicht in technologische evoluties. Onderhoudende tafelgenoot. Onconventioneel ook. In 1996 pleit hij in zijn boek “Struisvogels Vliegen Niet” voor een verlaging van de sociale lasten en voor onthaasting. Alleen vrienden weten dat hij op zijn 55ste, in dat topjaar 1999, de daad bij het woord zal voegen. Een kenner van het Alcatelhuis: “Serge Tchuruk vragen om halftime te mogen werken was een primeur. Dat is dat frisse aan Jo Cornu, die manier van hem om onafhankelijk zijn ideeën te vormen.” Tchuruk maakt hem “executive assistant to the chairman”, belast met speciale opdrachten zoals overnames en partnerships, en Skybridge, een gigantisch satellietproject dat in 2002 wordt opgegeven. Jo Cornu krijgt inderdaad meer tijd voor zijn gezin, maar zijn echtgenote wordt ernstig ziek. Ze overlijdt in 2004.

Na zijn terugtreden uit de dagelijkse leiding van Alcatel neemt Jo Cornu bestuursmandaten op: bij Alcatel-Lucent zelf (nog altijd, hij is ook voorzitter van Alcatel-Lucent Bell), KBC, Barco, Arinso, Keyware (waar hij snel weer vertrekt), Agfa. Voor de Europese Commissie is hij een klankbord, onder meer als lid van de 4-koppige Independent Expert Group, die begin 2006 “Creating an Innovative Europe” publiceert, een dringende aanmaning voor de EU om “innovatievriendelijke markten” te scheppen. En in familiekring geeft hij wel eens advies aan Kristof Van den Branden, schoonzoon (hoewel die daar absoluut niet mee te koop loopt) en vorig jaar oprichter van La Mosca, een ontwikkelaar van “citygames”, die in Nokia een partner heeft gevonden.

De Tijd, atypische episode

Hoewel Jo Cornu het werkgeverscircuit schuwt, vraagt het VEV hem in 2000 als een consensusfiguur om voorzitter te worden van Uitgeversbedrijf De Tijd. Maar zijn plannen om de publicaties te verkopen, schatten de gevoeligheden van de redacties en zelfs van een fractie binnen het VEV slecht in. Na 9/11 moet hij ze voor jaren opbergen. Het is een wat atypische episode want Jo Cornu staat bekend als een uitstekend tacticus, die zeer systematisch onderhandelt. “Als een ingenieur, ja”, zegt iemand die hem in die rol heeft meegemaakt.

Ook zijn benoeming bij Agfa, waar hij al vijf jaar bestuurder is, is niet helemaal zonder kritiek. Omdat hij dicht bij voorzitter Ludo Verhoeven staat en voorzitter is van het Benoemings- en Remuneratiecomité, durft de opmerking “oude wijn in nieuwe zakken” wel eens vallen. Een insider verwacht dat Jo Cornu de plannen om het bedrijf te splitsen in drie entiteiten (grafisch, gezondheidszorg, materialen) gewoon zal doorzetten. CEO Martin De Prycker van Barco, nog een voormalige Alcatelstrijdmakker van Jo Cornu: “Agfa heeft veel potentieel. De dollar en de zilverprijs zitten tegen en de transitie van print naar digitaal is moeilijk, maar Jo kan serieuze uitdagingen aan. Hij denkt dat hij dat terug op het goede spoor kan krijgen.” André Leysen en auditcomitévoorzitter Fred Chaffart zullen duimen. Zij betaalden in april en oktober respectievelijk nog 17,19 euro en 13,33 euro per Agfa-aandeel.

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content