Magistraten temperen emowetten

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Niet iedereen klaagt dat er geen regering is. Advocaat Herman van Hoogenbemt, bijvoorbeeld. Hij blikt terug op tien jaar arbeidsrecht en stelt met vreugde vast dat er minder emowetten in elkaar worden geknutseld.

“In de voorbije tien jaar maakte de sociale wetgeving een merkwaardige wending”, weet advocaat Herman van Hoogenbemt. “Van 2000 tot 2005 – de hoogdagen van paars – vierde het voluntarisme hoogtij. Emotioneel geïnspireerde wetten waren schering en inslag. De minister werd in het ochtendnieuws geconfronteerd met een probleem – een postbode pleegt zelfmoord na pestgedrag op het werk – en in het avondnieuws kondigde hij een nieuwe wet aan. Er was een waterval van sociale wetten. Omdat de kwaliteit dikwijls ondermaats was, hadden de magistraten het niet altijd even gemakkelijk en was er een grote variëteit van uitspraken, dus weinig rechtszekerheid. Werkgevers waren vaak het kind van de rekening. De voorbije vijf jaar was de wetgever minder interventionistisch, al was het maar omdat er amper een regering was. De rechters interpreteren al die wetten ondertussen gelukkig met veel zin voor realisme.”

De partner van het in arbeids- en sociale-zekerheidsrecht gespecialiseerde advocatenkantoor Tilleman van Hoogenbemt schreef een boek dat de rechtspraak over deze materie van 2000-2010 bundelt voor een ruimer publiek.

Magistraten temperen pestwet

Als voorbeeld van de matigende lijn van de magistraten verwijst hij naar de pestwet. Van Hoogenbemt: “Deze wet schiet haar doel, minder gepest op het werk, compleet voorbij. Het beste bewijs dat ze niet deugt, is het feit dat de slachtoffers van gruwelijk gedrag, denk aan de praktijken bij MACtac, er geen beroep op doen. De wet lijkt meer gericht tegen de werkgever dan tegen pesters. Ze geeft werknemers die een blaam kregen en vrezen dat ze in problemen komen, de kans om onmiddellijk een klacht in te dienen. Hun werkgever zou hen immers pesten. Zo krijgen ze een extra bescherming van zes maanden opzeg bij hun ontslag. Bovendien moet de werkgever bewijzen dat zijn personeelslid niét gepest wordt. Als jurist huiver ik hiervan. Bewijzen dat je niet schuldig bent, gaat tegen alle rechtsregels in. Gelukkig oordelen de meeste rechtbanken dat een rechtmatige uitoefening van werkgeversgezag geen pestgedrag is.”

Ook de omkering van de bewijslast wordt getemperd. Correctionele rechtbanken vinden dit een inbreuk op het Europese mensenrechtenverdrag. Ook de arbeidsrechtbanken stellen dat de werknemer toch met een begin van een bewijs moet komen, voor de klacht gegrond is. Van Hoogenbemt: “Bij de toepassing van deze wet tonen de rechters meer gezond verstand dan politici.”

Discussie schijnzelfstandigen voorbij

Bijna volledig voorbij lijkt de discussie over de schijnzelfstandigen, die in het begin van de eeuw hevig oplaaide. Heel wat rechters herkwalificeerden op vraag van de RSZ een aannemingscontract als een arbeidscontract. Van Hoogenbemt: “Elke rechter deed zijn goesting. Er waren geen duidelijke regels.”

Soms was het voldoende dat een aannemer zeer uitdrukkelijk bevelen kreeg of dat er slechts één klant was, om te oordelen dat er sprake was van een arbeidsrelatie. Dat gold ook als iemand met het materiaal van de opdrachtgever werkte. “Er was zo’n wirwar van criteria dat niets meer duidelijk was”, zegt de advocaat. “Het Hof van Cassatie werd gestalkt met beroepen. Het veegde al die vermeende signalen van een werknemersverband van tafel. Van tel is hoe de partijen hun contract zelf benoemen. Bij twijfel geldt slechts: als iemand onder het hiërarchische verband van zijn opdrachtgever werkt, is hij een werknemer en geen aannemer van werken. Dit principe werd in 2007 uiteindelijk in een wet gegoten. Een logische regel die overigens al bestond in het Romeins recht.”

Stakingsbarricades ter discussie

Over het stakingsrecht laaien de discussies in de rechtspraak nog altijd hoog op. Sommige magistraten interpreteren het stakingsrecht zeer verregaand. Zo besliste een rechter in Luik dat een barricade van de Jupiler-fabriek, waarbij de bevoorrading van cafés in het gedrang kwam, perfect wettig was. Het hof redeneerde dat volledige tewerkstelling een door de overheid nagestreefd doel was, dat bovengeschikt was aan het allerindividueelste belang van de aandeelhouder. Die streeft enkel naar dividenden. Herstructureringen noemde de rechter een manifestatie van het eigenbelang van de werkgever. Bovendien was bier ongezond en diende de barricade zelfs de volksgezondheid en het algemeen belang.

Van Hoogenbemt: “Hoven en rechtbanken erkennen het recht op staken en beschouwen de schade die het bedrijf lijdt als inherent aan een sociaal conflict. Ook mogen de stakers de arbeiders trachten te overtuigen. Veel rechters oordelen dat het daar stopt. De toegang versperren voor andere personeelsleden of de fabriek bezetten zodat de productie stilvalt, leidt meestal tot een dwangsom. Meer nog. Een rechter in Luik sprak onlangs zelfs een schadevergoeding uit tegen een vakbondsafgevaardigde, omdat die het stakingsrecht misbruikt had. Zij had een staking uitgeroepen als zogenaamd protest tegen het ontslag van een andere afgevaardigde, die achteraf haar partner in crime bleek te zijn bij een massale bedrijfsfraude. Het is een verregaand vonnis, waaruit nogmaals blijkt hoe sterk de uitspraken van de magistraten uiteen kunnen lopen.”

HANS BROCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content