Zuckerberg voor de rechter: waarom Meta verdient te winnen

MARK ZUCKERBERG De inzet is hoog, maar de zaak is wankel. © AFP via Getty Images

Op 14 april ging het antitrustproces tegen Meta van start, maar de klacht van de Amerikaanse concurrentiewaakhond FTC is almaar minder overtuigend geworden. Sociale media hebben genoeg problemen. Een gebrek aan concurrentie hoort daar niet bij.

Het buitenverblijf van 23 miljoen dollar dat Mark Zuckerberg vorige maand kocht in Washington D.C. is een bewijs van Meta’s toewijding aan het lobbyspel. Het socialemediabedrijf heeft niet alleen 1 miljoen dollar gedoneerd aan het presidentiële inauguratiefonds van Donald Trump en 25 miljoen dollar betaald om een rechtszaak van de president te schikken, Meta heeft zijn bestuur ook MAGA-proof gemaakt door bondgenoten te benoemen, zoals Dana White en Dina Powell, die in de eerste regering van Trump heeft gediend (John Elkann, de baas van Exor, dat deels eigenaar is van het moederbedrijf van The Economist, is ook een directeur). Zuckerberg heeft gedineerd in Mar-a-Lago en heeft het Witte Huis bezocht.

De reden voor dat verwoede gelobby is een antitrustproces dat op 14 april begon en Zuckerbergs imperium van 1,3 biljoen dollar dreigt op te breken. De inzet is hoog. Maar de claim van de Federal Trade Commission (FTC), de concurrentiewaakhond van de Verenigde Staten, tegen Meta verdient het om te mislukken.

Enge definitie

De klacht, die in 2020 werd ingediend, beweert dat Meta (dat toen Facebook heette) zijn socialemediamonopolie illegaal in stand hield toen het enkele jaren eerder Instagram en WhatsApp, twee kleinere rivalen, kocht. Hoewel de FTC beide transacties destijds goedkeurde, wil het nu dat ze ongedaan worden gemaakt.

Om vast te stellen dat Meta een monopolist is, hebben de trustbusters de markt van het bedrijf omschreven als “persoonlijke sociale netwerken”. Dat is een tendentieus enge definitie die voor de hand liggende rivalen zoals X, LinkedIn, Pinterest en Reddit uitsluit. In die visie concurreert ’s werelds grootste socialemediabedrijf alleen met Snapchat, een veel kleinere rivaal, en MeWe, een nóg kleinere.

De komst van TikTok, dat wereldwijd meer dan 1,5 miljard gebruikers heeft aangetrokken, maakt het idee dat de markt gesloten is belachelijk.

Belachelijk idee

Het argument van de FTC was nooit overtuigend en in de jaren sinds de indiening van de klacht is het alleen maar minder overtuigend geworden. Ondanks de bewering van de FTC dat netwerkeffecten onoverkomelijke toetredingsdrempels opwerpen, is er de afgelopen jaren een stormloop van succesvolle socialemediastart-ups geweest. Sommige zijn mislukt, zoals Clubhouse en BeReal. Andere blijven klein, zoals Bluesky en Trumps eigen Truth Social. Maar de komst van TikTok, dat wereldwijd meer dan 1,5 miljard gebruikers heeft aangetrokken, maakt het idee dat de markt gesloten is belachelijk.

De concurrentie is ook op andere manieren toegenomen. Mede dankzij de innovatie van TikTok draaien socialemedia-apps nu om video’s. Daardoor concurreert Meta nu met giganten als YouTube, waarvan de functie ‘Shorts’ de TikTok-achtige verticale clips nabootst die ook op Facebook en Instagram worden afgespeeld. Bovendien groeien de ooit gescheiden mediamarkten naar elkaar toe. Spotify, oorspronkelijk een muziekdienst, is zich aan het verdiepen in video, en Roblox, een gameplatform, fungeert als sociaal netwerk voor veel tieners. Nu de concurrentie zich uitbreidt over voorheen gescheiden categorieën, lijkt de enge marktdefinitie van de FTC steeds dwazer.

Het idee dat consumenten de afgelopen jaren slecht zijn bediend door de socialemediamarkt, is moeilijk te rijmen met de uren extra tijd die ze eraan besteden.

Schermtijd

​Hoe zit het met de ervaring voor consumenten, van wie de FTC de belangen moet verdedigen? De toezichthouder beweert dat een tekort aan concurrentie heeft geleid tot slechtere producten, waarbij een overvloed aan advertenties op de apps van Meta wordt aangehaald. Maar het idee dat consumenten de afgelopen jaren slecht zijn bediend door de socialemediamarkt, is moeilijk te rijmen met de uren extra tijd die ze eraan besteden. Volgens een schatting wordt bijna de helft van alle mobiele schermtijd wereldwijd besteed aan het browsen op sociale media (en ongeveer een kwart van alle wakkere uren wordt besteed aan smartphones).

Vraag aan ouders of ze zich zorgen maken over sociale media, en ze zullen je de oren van het hoofd kletsen, maar het is onwaarschijnlijk dat ze zullen klagen dat hun kind te weinig sociale apps gebruikt. Sterker nog, het gedrag van consumenten suggereert dat ze – ten goede of ten kwade – zelden een markt zijn tegengekomen die ze zo boeiend vinden.

Het lot van TikTok

De wankele zaak komt op een toepasselijk lachwekkend moment voor de rechter. Terwijl de FTC beweert dat Meta te kampen heeft met onvoldoende concurrentie, hangt de belangrijkste rivaal van het bedrijf, TikTok, in juridische onzekerheid. De distributie van de Chinese app in Amerika is verboden sinds het begin van het presidentschap van Donald Trump. Maar Trump heeft de autoriteiten opgedragen het verbod 75 dagen te negeren, en daarna met 150 dagen, terwijl hij onderhandelt over de verkoop van de app aan een Amerikaanse koper. Niemand heeft een flauw idee of de app er nog zal zijn tegen de tijd dat de rechtszaak tegen Meta voorbij is. Hoe kan er een serieus oordeel worden geveld over concurrentie in sociale media zonder het lot te kennen van TikTok, de grootste verstorende kracht?

Wat begon als een zwakke zaak is steeds zwakker geworden en ziet er nu ronduit absurd uit. De rechtbank zou niet mogen aarzelen om ze weg te swipen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content