Vrije Tribune
‘Zonnepanelen zijn nog altijd een rendabele investering’
Het moet afgelopen zijn met het opbod aan lapmiddelen om de fouten met de terugdraaiende teller recht te trekken, zegt Kris Voorspools van 70GigaWatt Consulting. Zonnepanelen zijn nog altijd een rendabele investering, ook in het juiste referentiekader van de digitale meter.
Er is alweer gedoe over zonnepanelen en de digitale meters. Kort de geschiedenis. De analoge meter was gemaakt om het totale stroomverbruik te registreren. Met de komst van zonnepanelen draait die meter niet alleen vooruit maar ook achteruit, wanneer de zonnepanelen veel stroom leveren. Vandaar de nieuwe term ‘terugdraaiende teller’.
Dat bleek al snel een probleem. Als u stroom van het net haalt, draait die teller vooruit. Als uw zonnepanelen meer stroom produceren dan wat u verbruikt, stuurt u die stroom terug naar het net en draait de teller weer achteruit. Het kan zelfs zijn dat de teller weer op nul staat, omdat u evenveel van het net hebt gehaald als u erop hebt gezet. De analoge meter registreert dus niet waarheidsgetrouw de uitwisseling met het distributienet. Je kunt die dus niet gebruiken om het distributietarief te bepalen.
Daarom werd het prosumententarief uitgevonden, om het gebruik van het dat niet door de terugdraaiende teller gemeten wordt, toch in te schatten. Een lapmiddel eigenlijk om die inadequate meter tijdelijk te depanneren. Tijdelijk, tot wanneer de digitale meter er is, want die kan die interactie wel netjes registreren. Dat lapmiddel is gebaseerd op een gemiddelde gebruiker van het stroomnet. Uiteraard bestaat die gemiddelde gebruiker niet echt. Voor veel gebruikers is dat tarief dus eigenlijk te hoog, voor veel andere te laag.
Omdat de overgang naar de digitale meter voor sommige mensen tot een hogere factuur kan leiden, maakte Bart Tommelein (Open Vld) als Vlaams minister van Energie de belofte om het oude regime van de analoge meter artificieel in stand te houden voor mensen met een digitale meter en zonnepanelen. Zij mochten dan zogezegd hun digitale meter gebruiken als ‘virtueel terugdraaiende teller’, eigenlijk een slimme meter die wel gedetailleerd de hele interactie met het distributienet meet, maar daarover niks mag zeggen.
Die belofte werd later door het Grondwettelijk Hof onwettig verklaard. Daardoor ontstond een relletje, want de minister had een belofte gedaan. Met de goede bedoeling om de gemoederen te bedaren bedacht huidig minister Zuhal Demir (N-VA) een compensatie om de belofte van Bart Tommelein dan maar uit te betalen in plaats van uit te voeren. Een eerste compensatie.
Deze week kwam het trio Andries Gryffroy (N-VA), Willem-Frederik Schiltz (Open-VLD) en Robrecht Bothuyne (CD&V) met een nieuwe vaststelling dat er “iets niet helemaal klopt” met de distributievergoeding als mensen met een terugdraaiende teller (al dan niet virtueel) en zonnepanelen een tussentijdse afrekening krijgen, opnieuw met een voorstel tot compensatie om de “gedupeerden” te vergoeden. Een tweede compensatie. En daar blijft het niet bij, want Andries Gryffroy voorspelde nog een hele reeks verdere compensaties in de toekomst.
Een spectaculair opbod van lapmiddelen, onwettige beloftes en een continue eindeloze stroom aan compensaties. En dat allemaal omdat er met een foute referentie gewerkt wordt en al dat kunst-en-vliegwerk nodig is om die fout in stand te houden: de terugdraaiende teller.
In wezen vraagt de uitspraak van het Grondwettelijk Hof om te stoppen met die waanzin en het vanaf 1 maart 2021 juist te doen. Wat is daar mis mee? Wat als het beleid het Grondwettelijk Hof volgt en ermee stopt krampachtig alle fouten artificieel in stand te houden? Dan kun je simpelweg de realiteit aanvaarden zoals die gemeten wordt. Dan stap je over van de foute naar de juiste referentie, en omarm je de digitale meter als enige waarheid.
In mijn ervaring vinden mensen het prima om correct behandeld te worden. Verwarring ontstaat pas als je moet uitleggen dat je hen fout behandelt, maar daarop wel een hoop lapmiddelen en compensaties gooit om de fout recht te trekken, goed wetend dat dat nooit lukt, precies omdat de referentie fout zit. Fouten in stand houden en goedpraten schept wantrouwen, ook al is het goed bedoeld.
Wat is er dan wél nodig? Wat als je ervoor kiest om wél juist te rekenen? Zonnepanelen zijn nog altijd een rendabele investering, ook in het juiste referentiekader van de digitale meter. Je verdient die investering vandaag terug in ongeveer tien jaar. Dus als je 5000 euro verplaatst van je bankrekening naar je dak, staat er tien jaar later weer 5000 euro op je rekening en tien jaar daarna zelfs 10.000 euro. Bovendien ben je beschermd tegen de enorme prijsschommelingen, zoals we die de laatste maand gezien hebben, want je produceert een deel van je eigen stroom.
En dan is er nóg een bonus van de digitale meter. De afname en de injectie (dus de teruglevering aan het net) worden apart bijgehouden. Je betaalt voor de afname, maar je krijgt ook een vergoeding voor de stroom die je terug levert. In het oude systeem van de terugdraaiende teller was je de stroom die je netto terug leverde gewoon kwijt. Het overdimensioneren van een zonne-installatie wordt daardoor plots zinvol en zelfs rendabel. In plaats van enkel in je eigen stroom te voorzien, leg je gewoon heel je dak vol, puur als investering met een mooi rendement.
Als Bart Tommelein dát had verteld aan de mensen, was een loze belofte niet nodig geweest. Als Zuhal Demir en het trio parlementairen dát vertrouwen geven aan de mensen, komen de investeringen vanzelf terug op gang en is er geen nood aan een opbod van compensaties in een fout referentiekader.
Kortom: stop met fouten maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier