Wordt Poetin de architect van een hechtere Europese Unie?

© reuters
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De aardgascrisis zal geen gestroomlijnd Europees energiebeleid baren, maar wel een modus vivendi op basis van een dosis solidariteit. Het kan een nieuw stukje plakband zijn dat de Europese Unie bij elkaar houdt en zelfs versterkt.

Na de aanslepende schuldencrisis en de pittige coronacrisis is het de beurt aan de aanwassende energiecrisis om de samenhang van de Europese Unie te testen. Het had soms voeten in de aarde, maar de Europese Unie kwam uiteindelijk versterkt uit de vorige crisissen. Als dat patroon zich herhaalt, zal de Russische president Vladimir Poetin het omgekeerde bereiken van wat hij wil door de aardgaskraan dicht te draaien: in plaats van de Europese Unie uit elkaar te spelen zal hij een hechtere unie smeden.

De nieuwe test wordt echter zwaar en de slaagkansen zijn dus niet gegarandeerd. Nu Gazprom de aanvoer via de Nordstream 1-pijpleiding beperkt tot 20 procent van de capaciteit, dreigt voor de Europese Unie deze winter een structureel tekort aan aardgas. Als de aardgastoevoer uit Rusland helemaal stilvalt, wat op elk moment mogelijk is, dan zou de Europese Unie deze winter met een tekort van 30 tot 45 miljard kubieke meter kampen. Dat tekort komt overeen met 10 tot 15 procent van het aardgasverbruik. Europa kon zijn afhankelijkheid van Russisch aardgas al gevoelig terugschroeven door een groter beroep te doen op andere leveranciers, maar voorlopig is het onmogelijk om Russisch aardgas volledig af te zweren. De laatste 15 procent kan deze winter enkel worden opgevangen door het verbruik te verminderen. Beterschap is ook niet meteen in zicht. Zonder Russisch aardgas wordt het nog lastiger om de voorraden na de volgende winter opnieuw aan te vullen, waardoor de aardgasprijzen ook in 2023 en zelfs 2024 hoog dreigen te blijven.

Aardgasverbruik verminderen

De Europese Unie sloot begin deze week een akkoord om het aardgasverbruik met 15 procent te verminderen. Evident is dat niet. Geen enkele regering zegt graag aan bedrijven en burgers om hun aardgasverbruik terug te schroeven. Rantsoenering impliceert het verminderen van de productie of het verlagen van de thermostaat. Bovendien is de situatie heel verschillend van lidstaat tot lidstaat. Sommige lidstaten, zoals Duitsland, zijn nog heel afhankelijk van Russische aardgas, terwijl andere landen, zoals Spanje, perfect zonder Russisch aardgas verder kunnen. Het Europees akkoord staat dan ook bol van de uitzonderingen, op maat van de specifieke situatie van elke lidstaat. Uiteindelijk is het akkoord vooral een oproep tot een vrijwillige beperking van het aardgasverbruik.

Het is daarbij opvallend dat Duitsland rekent op de solidariteit van de zuiderse lidstaten om het aardgasverbruik te beperken. Voor landen als Spanje en Griekenland staat het beperken van het aardgasverbruik gelijk aan een inspanning die ze louter moeten maken om Duitsland uit te nood te helpen. “In tegenstelling tot andere landen hebben wij Spanjaarden niet boven onze stand geleefd wat betreft energie”, zei de Spaanse vicepremier Teresa Ribera in aanloop naar het Europese akkoord.

Dat taalgebruik doet denken aan het gespannen sfeertje tijdens de schuldencrisis. Toen vroegen de sterke eurolanden zich af waarom zij de zwakke eurolanden, die hun sociaaleconomisch huiswerk niet gemaakt hadden, uit de nood moesten helpen. Nu wordt de bal teruggekaatst. Waarom zou Spanje Duitsland helpen, als dat land de voorbije jaren zich zo afhankelijk heeft gemaakt van Russisch aardgas? Poetin kan dat revanchisme binnen de Europese Unie voeden door de energiedruk verder op te voeren.

Recessie

Op dit ogenblik lijkt elke lidstaat een inspanning te willen leveren. Niemand heeft er ook baat bij om Duitsland, de locomotief van de Europese economie, zonder brandstof te zetten. De verder stijgende aardgasprijzen, en in dat spoor de recordhoge elektriciteitsprijzen, voeden de inflatie en tasten onze koopkracht aan. De Europese economie stagneert en balanceert op het randje van een recessie. De Duitse conjunctuurindicatoren suggereren dat een beperkte krimp van de Duitse economie zo goed als onafwendbaar is. Bij een heuse schaarste aan aardgas in de winter is het bang afwachten hoe diep de energiecrisis in het vlees zal snijden.

Het noorden toonde tijdens de eurocrisis en de covidcrisis de nodige solidariteit met het zuiden. Die steun ging vaak gepaard met strenge voorwaarden, maar nu is het aan het zuiden om een inspanning te leveren, mits Duitsland belooft het energiebeleid bij te spijkeren, wat het land overigens al in een rotvaart doet. Deze crisis zal geen gestroomlijnd Europees energiebeleid baren, maar een modus vivendi, op basis van een dosis energiesolidariteit, en kan een nieuw stukje plakband zijn dat de Europese Unie bij elkaar houdt of zelfs versterkt. Het alternatief is dat Poetin grijnzend toekijkt hoe een toenemend energieprotectionisme een bom onder de Europese Unie legt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content