Marc De Vos
Wordt België het Hongarije aan de Noordzee?
‘PS-voorzitter Paul Magnette deelt met de Hongaarse premier Viktor Orbán het dogmatische verzet dat Europa als de vijand van een dierbaar maatschappijmodel wegzet’, stelt professor Marc De Vos.
Wordt België het nieuwe Hongarije? Dat is de vraag, nu PS-voorzitter Paul Magnette het Europese relancegeld als ‘chantage’ afslaat, omdat hij de voorwaarde van een duurzame pensioenhervorming niet slikt. Natuurlijk is Magnette een democraat en geen aspirant-dictator. Maar hij deelt met de Hongaarse premier Viktor Orbán wel het dogmatische verzet dat Europa als de vijand van een dierbaar maatschappijmodel wegzet. Bij Orbán is dat christelijk-conservatief, bij Magnette socialistisch-progressief.
Het Europese relancegeld moet strategische investeringen in België op de rails zetten, in het bijzonder in infrastructuur en de energietransitie. Sinds de jaren tachtig is investeren een detail van de Belgische overheidsuitgaven: gemiddeld minder 2,5 procent van onze jaarlijkse welvaart – onder het Europese gemiddelde – en dat decennialang. Iedereen die de fysieke infrastructuur van ons land – wegen, gebouwen, stations, scholen – kan vergelijken met die van referentielanden boven het gemiddelde, kent de gevolgen. In sociale uitkeringen daarentegen is België een wereldleider. De federale overheid alleen al besteedde in 2022 meer dan 42 miljard belastinggeld aan de sociale zekerheid, vijftien keer meer dan aan investeringen dat jaar.
Wordt België het Hongarije aan de Noordzee?
Zonder pensioenhervorming stijgen de pensioenuitgaven richting 14 procent van ons bruto binnenlands product in de tweede helft van deze eeuw, ettelijke extra miljarden per jaar, en alweer decennialang. België zit op een traject waarin uitkeren aan de oude generaties almaar belangrijker wordt ten nadele van investeringen in de jonge generaties. Waar de politieke en de maatschappelijke energie steeds meer naar het verleden gaat in plaats van naar de toekomst. Waar de middelen daarvoor door de jonge werkende generaties worden opgehoest, via sociale bijdragen en belastingen. Waar geldtekorten worden dichtgesmeerd met extra lasten voor de toekomst, een rugzak van tienduizenden euro’s overheidsschulden die elke jongere als ballast meesleurt.
De vergrijzende welvaartsstaat predestineert een steeds groter deel van onze welvaart naar herverdeling en verdrukt de ruimte voor investeringen in de toekomst. Wat is de erfenis die we de jonge generaties zullen nalaten? Overheidsfinanciën op weg naar de afgrond, waar drastische collectieve verarming wacht. Klimaatopwarming die een gigantische en peperdure omwenteling vergt. Torenhoge energiekosten en energieonzekerheid die het industriële fundament van onze hele welvaart ondermijnen. Een feitelijke immigratiesamenleving met grote diversiteit, maar helaas met polarisatie en marginalisering en zonder het cruciale cement van burgerschap in een gedeelde identiteit. Een onderwijs dat kwaliteit en ambitie heeft ingeruild voor verleuking en nivellering, de grootste denkbare desinvestering in de toekomst. Een ruimtelijke wanorde en regelneverij die wonen veel duurder maken dan voor de vorige generaties.
Het wordt hoog tijd dat we een generatieperspectief aanleren in ons publieke debat. Dat we bij het afwegen van maatschappelijke prioriteiten de ambitie koesteren van een samenleving die de jonge generaties meer kansen wil bieden dan de vorige, meer voordelen en lusten dan nadelen en lasten. Als we dat perspectief aanhouden, is de must van een pensioenhervorming niet alleen een van centen en procenten, maar ook – en vooral – van solidariteit en rechtvaardigheid. Dan is het progressief en sociaal om te verwachten dat de oude generaties in ruil voor nooit geziene vooruitgang, ook in kwaliteitsvolle levensverwachting, iets langer actief bijdragen en zo de jonge generaties ietwat ontlasten. Tenzij het verzet tegen pensioenduurzaamheid niet om de principes maar om de stemmen gaat, om het particuliere belang in plaats van het algemene. Dan is het niet progressief, maar populistisch en partijpolitiek. Dan imiteren we inderdaad Orbán en Hongarije.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier