Luc Huysmans
‘Wind neemt vlucht vooruit’
Niet alle erfenissen maken rijker. Dat de Belgische windmolenparken duurder zijn dan de Nederlandse, is geen fijn nieuws voor de consument. Tegelijk toont de decimering van de prijzen dat de sector mogelijk voor de grote doorbraak staat.
100 euro per megawattuur. Dat is het prijsdoel dat het Deense energiebedrijf Dong vooropstelt voor zijn Britse offshore windmolenparken tegen 2020. Het cijfer staat nog altijd op de website van Dong. Net zo goed haalde het bedrijf vorige zomer de aanbesteding voor twee windmolenparken in Nederland binnen voor 72,7 euro per megawattuur.
Dat steekt. Amper enkele weken daarvoor bepaalde de Belgische regering de subsidies voor twee Belgische offshore parken, Norther en Rentel, op 124 en 129,8 euro per megawattuur. Terwijl het Nederlandse tarief, omgerekend naar de Belgische situatie, neerkomt op 78 tot 84 euro.
Dat de Belgische windmolenparken duurder zijn dan de Nederlandse, is geen fijn nieuws voor de consument
Een groot deel van het verschil kan worden verklaard door de erfenis uit het verleden. België heeft destijds gekozen voor een concessiepolitiek. Daardoor weerspiegelen de prijzen van 2016 de marktrealiteit van 2015, toen Norther en Rentel offertes opvroegen bij hun leveranciers. De Europese offshore windindustrie ging toen nog uit van een prijsdaling tot 100 euro per megawattuur tegen 2020, en tot 80 euro tegen 2025.
Nederland hanteert een aanbestedingspolitiek. Die is niet per se goedkoper. Zo krijgt het Gemini-project, dat deze zomer wordt opgeleverd, een steun van 123,5 euro per megawattuur. Evenmin levert ze sneller resultaat op. België heeft intussen 712 megawatt aan offshore wind in productie. Nederland – met 17 keer meer zeeoppervlakte – heeft slechts 424 megawatt.
De Nederlandse aanbestedingspolitiek speelt wel beter in op de toekomstverwachtingen. Met de lage prijzen – een voorbeeld dat intussen werd gevolgd door het Zweedse Vattenfall en het Brits-Nederlandse Shell – hoopt Dong nu marktaandeel in te pikken. Dat die aanpak ook risico’s inhoudt, ondervond Vestas, de Deense windturbineproducent die enkele jaren geleden flirtte met het faillissement.
Toch is het vooral te hopen dat offshore wind voor een periode van snel dalende prijzen staat, vergelijkbaar met het in elkaar klappen van de prijs voor zonnepanelen in de periode 2009-2012. Daarvan zal ook de Belgische consument profiteren, in de vorm van veel lagere prijzen voor de drie parken die nog moeten worden gebouwd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier