Roeland Byl
‘Wat helpt morrelen aan instroom van hoger onderwijs als uitstroom nu al te laag is?’
‘Een toelatingsproef voor het hoger onderwijs is geen goed idee’, schrijft Trends-redacteur Roeland Byl. ‘De ruime beschikbaarheid van hoogopgeleide werknemers is een van onze belangrijkste economische troeven.’
Meer aandacht voor de uitstroom van het hoger onderwijs. Daarvoor pleitte Dirk Van Damme, onderwijsspecialist bij de OESO, deze morgen op Radio 1. En hoewel de publieke opinie veeleer rijp lijkt voor de invoering van een toelatingsproef, heeft hij gelijk. Vlaanderen geeft een derde van zijn begroting uit aan onderwijs. Dat is veel, maar toch overheerst de besparingslogica ook in onderwijsland. De hogescholen en de universiteiten moeten dit jaar ongeveer 80 miljoen euro aan besparingen slikken, in ruil voor minder betutteling. Door die besparingsdrift klinkt de vraag naar een toelatingsproef voor het hoger onderwijs luider. Het niveau van ons onderwijs mag toch niet dalen?
Goed onderwijs is al jaren het paradepaardje van Vlaanderen. Vaak wordt daarbij vergeten dat die goede reputatie er onder meer is gekomen doordat veel Vlamingen uit de middenklasse de afgelopen decennia goed werden opgeleid. De ruime beschikbaarheid van hoogopgeleide werknemers is een van onze belangrijkste economische troeven. Bovendien lag de productiviteit – Vlamingen zijn harde werkers – altijd al hoog. Volgens de Amerikaanse socioloog Richard Florida maakt het rijkelijke vrijetijdsaanbod ook dat het hier goed wonen is. Wat op zijn beurt hoogopgeleide werknemers uit het buitenland aantrekt.
Jarenlang volstond die cocktail om de fiscale handicaps die we hier torsen, te compenseren. Tegenwoordig maakt de doorgedreven automatisering dat de productiviteitsgroei vertraagt en heeft de maakindustrie het moeilijk door de globalisering. Het pleidooi dat hier daarom vooral Nobelprijswinnaars en vernieuwende ondernemers nodig zijn, heeft wind in de zeilen. Vrij vertaald betekent het meestal dat we de toegang tot het hoger onderwijs moeten reserveren voor wie achteraf voor rendement zorgt.
Een toelatingsproef, numerus clausus of een oriënteringstraject… het zijn allemaal variaties op hetzelfde recept: sleutelen aan de instroom van het hoger onderwijs. Een pleidooi om in de eerste plaats de inspanningen te richten op de uitstroom verdient nochtans meer aandacht. Wat helpt morrelen aan de instroom als de uitstroom nu al te laag is? Andere landen leveren steeds meer hoogopgeleiden af, terwijl de groei van het aantal hoogopgeleiden bij ons sinds 2000 vertraagt. We behoren tot de middenmoot, maar verliezen concurrentiekracht. In een land waar grijze hersencellen de belangrijkste grondstof zijn, is dat dramatisch.
Natuurlijk is een hogere instroom in het hoger onderwijs geen garantie op succes. En tot op zekere hoogte heeft een betere selectie aan de ingang effect op een betere doorstroming. Maar om de reputatie van regio waar goedopgeleide werknemers voor het rapen liggen, waar te maken, moeten we ook blijven inzetten op de instroom. Een toelatingsproef is dus geen goed idee. Want met hoger onderwijs is het zoals met het geneesmiddelenonderzoek: een veelbelovende kandidaat wordt lang niet altijd een blockbuster. En omgekeerd: sommige verkoopkanonnen komen uit een heel onverwachte hoek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier