Jef Wellens
‘Waarom ontvingen zoveel gezinnen de verwarmingspremie niet automatisch?’
Vanaf deze maand krijgen we onze energiepremies van de federale overheid: een elektriciteitspremie van 122 euro en een gaspremie van 270 euro. Die volgen op de eerder dit jaar toegekende verwarmingspremie van 100 euro en worden eveneens automatisch toegekend, via een (voorschot)factuur of een overschrijving. De premies hoeven niet te worden aangevraagd, lees en hoor je overal. Dat schept verwachtingen, niet het minst bij ondergetekende. Toen de VRT-radio in oktober berichtte dat het de laatste dag was voor de ‘aanvraag’ van de verwarmingspremie, ging ik in mijn voorschotfacturen en rekeninguittreksels op zoek naar mijn verwarmingspremie, maar geen spoor van die 100 euro. Ik was niet alleen: maar liefst 775.000 huishoudens kregen de verwarmingspremie niet automatisch en moesten die aanvragen – eerst vóór 16 oktober, maar uiteindelijk is die datum verschoven naar 18 november. Ongetwijfeld hebben duizenden gezinnen de premie nietsvermoedend laten schieten.
Maar liefst 775.000 huishoudens kregen de verwarmingspremie niet automatisch en moesten die aanvragen.
Waarom ontvingen zoveel gezinnen de premie niet automatisch? Soms is een verhuizing de oorzaak. Vaak is de reden banaler: een verschil, al is het maar één letter, tussen de gebruikte en de officiële voornaam. Mijn energieleverancier kent me als Jef, terwijl de federale overheidsdienst Economie, die het recht op de premie beoordeelt, op hetzelfde adres enkel een Jozef weet, zoals ik in het rijksregister sta. En Jozef heeft geen energiecontract, en dus ook geen recht op de premie. Alle Mia’s, Lisa’s en Rikken zijn gewaarschuwd, want de nieuwe energiepremies worden op dezelfde wijze toegekend. In principe gebeurt dat automatisch in december, maar voor de roepnamen is in een ruime periode voorzien om de premies zelf aan te vragen, van 23 januari tot eind april 2023.
Iedere huishoudelijke afnemer van energie heeft recht op de nieuwe premies, maar de grootverdiener moet ze gedeeltelijk terugbetalen via een ‘bijzondere bijdrage energie’. Die nieuwe belasting zal worden geïnd via de belastingafrekening. De bijzondere energiebijdrage wordt immers opgenomen in het aanslagbiljet van de personenbelasting. De bijdrage is verschuldigd zodra de verkrijger van de premies in 2022 meer dan 62.000 euro inkomen heeft. Is hij getrouwd of woont hij wettelijk samen, dan worden de inkomens van beide partners samengeteld en ligt de grens op 125.000 euro. De grenzen worden met 3.700 euro verhoogd voor elke persoon ten laste. Een koppel met een inkomen boven de grens en met een gemiddelde aanslagvoet van bijvoorbeeld 36 procent betaalt van de 392 euro energiesteun 212 euro terug bij zijn belastingafrekening (392 x 1,5 x 36%). Overstijgt u de inkomensgrens met slechts 1 cent, dan bent u toch de volle energiebijdrage verschuldigd.
Onder inkomen wordt het totale netto-inkomen van 2022 verstaan. Dat is het inkomen vóór belasting, maar na aftrek van sociale bijdragen en beroepskosten. Het omvat alle inkomsten, niet enkel beroepsinkomsten, maar ook onroerende of diverse inkomsten. Intresten en dividenden zijn uitgesloten, om geen onderscheid te maken tussen intresten en dividenden met een bevrijdende roerende voorheffing en – vaak buitenlandse – roerende inkomsten die wél moeten worden aangegeven. Verder omvat het totale netto-inkomen zowel inkomsten die tegen het gewone progressieve belastingtarief worden belast als afzonderlijk belaste inkomsten zoals opzeggingsvergoedingen of auteursrechten. Dat maakt van de bijzondere energiebijdrage een beetje een loterij. Iemand die met zijn dividenden de inkomensgrens overstijgt, ontsnapt aan de energiebijdrage, terwijl een in 2022 ontslagen werknemer die boven de inkomensgrens uitkomt met zijn eenmalige opzeggingsvergoeding, de energiebijdrage wel volledig moet ophoesten. Collateral damage van de bazooka die de steunmaatregel in feite is.
De auteur is fiscalist bij Wolters Kluwer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier