Waarom de Belgische economie doorstoomt richting 2024
De industrie krimpt en in de bouw gaat het van kwaad naar erger, maar toch gaat de Belgische economie onverstoorbaar door op haar elan. Dit kwartaal zou ze met 0,3 procent groeien, met dank aan consumenten en bedrijven die het geld laten rollen.
België blijft een groei-oase in het eurogebied. Dit jaar stevent de Belgische economie af op een groei van 1,4 procent, terwijl de economie van het eurogebied flirt met een recessie. De jongste vooruitzichten van de Nationale Bank bevestigen dat beeld voor het vierde kwartaal van dit jaar. De Belgische economie zou met een groei van ongeveer 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) opnieuw bij de betere in het eurogebied horen. Onder de Belgische kerstboom ligt ook dit jaar een veerkrachtige economie.
De klassieke sterkhouder
De consument blijft onverminderd dé sterkhouder van de Belgische economie. De Nationale Bank verwacht dat de gezinsbestedingen dit kwartaal opnieuw aantrekken. Het consumentenvertrouwen herstelt verder van het dieptepunt in de zomer van 2022, toen torenhoge energiefacturen de gezinnen de financiële stuipen op het lijf joegen. De koopkracht neemt verder toe in het spoor van een aanhoudende sterke arbeidsmarkt en lonen die minstens de inflatie volgen. Consumenten blijven bereid hun centen te spenderen, al zijn ze wel prijsbewuster geworden.
De verrassende sterkhouder
De bedrijfsleiders zijn de eerder verrassende sterkhouder van de Belgische economie. Ondernemers lopen niet over van vertrouwen, maar blijven als gek investeren in digitalisering en automatisering, ook als antwoord op de structurele schaarste op de arbeidsmarkt. Volatiele energieprijzen en toenemende milieureglementering verplichten bedrijven ook te investeren in de vergroening van hun productieproces. De Nationale Bank verwacht dat de toename van de bedrijfsinvesteringen wat verzwakt in dit vierde kwartaal, maar die investeringen blijven een bijdrage aan de groei leveren. Bankkrediet is moeilijker te verkrijgen, maar de bedrijven beschikken over het algemeen over ruime cashreserves.
De sterkhouder met lege zakken
De derde sterkhouder van de economie is er eigenlijk eentje met lege zakken, maar dat belet de overheid niet het geld te laten rollen. De overheidsbestedingen stijgen sinds de zomer opnieuw sneller dan de inflatie. Dat zal ook de komende kwartalen zo blijven, ook omdat de overheidsinvesteringen in het verkiezingsjaar 2024 verder zullen toenemen. De sanering van de Belgische overheidsfinanciën die zich opdringt, zal vroeg of laat een tol eisen van de Belgische economie, maar voorlopig gaat de staatskas niet op slot.
De industrie blijft achter
Tegenover deze sterkhouders van de economie staan er ook enkele zwakkere spelers. Met name de industrie blijft het knap lastig hebben. Dure energie achtervolgt de energie-intensieve sectoren, terwijl de buitenlandse bestellingen moeizaam binnenlopen, onder meer omdat de economische groei minder uitbundig is in de buurlanden. De jongste indicatoren suggereren dat het ergste achter de rug is in de industrie. Dat ijs is nog heel dun, vooral omdat de exportorders voorlopig niet overeind krabbelen.
De bouw krimpt
De bouw, ten slotte, is de sector die het hardst getroffen wordt door de forse stijging van de rentevoeten en de conjunctuurvertraging. In het derde kwartaal daalden de investeringen in woningen met 1,2 procent in reële termen. Op jaarbasis gaat het om een daling met 5,5 procent en beterschap is niet op til. Bouwbedrijven verwachten een verdere daling van de orders, die op een niveau staan dat sinds de financiële crisis van 2008-2009 niet meer gezien is.
Van oase naar woestijn?
De boutade dat als het goed gaat in de bouw, het goed gaat met de economie, gaat dus anno 2023 niet meer op. Daarvoor laten de gezinnen, de overheid en de meeste bedrijven het geld te vlot rollen. Maar die “geef het uit als België”-groeistrategie moet haar waarde op langere termijn nog bewijzen. Door de sterke stijging van de lonen staat de concurrentiekracht van de bedrijven onder druk, wat zich later kan vertalen in een lagere werkgelegenheid en dus een tragere toename van de koopkracht. De stijging van de overheidsuitgaven doet het begrotingstekort verder toenemen, terwijl dat tekort al onhoudbaar hoog is. Vroeg of laat dringt zich een sanering op, die op de groei zal wegen. De Belgische uitgavendrift vertaalt zich ook in een oplopende tekort op de lopende rekening, omdat de invoer sneller stijgt dan de uitvoer. Dat tekort is nog niet dramatisch en België beschikt over grote financiële reserves, maar het tekort zegt wel dat we momenteel iets boven onze stand leven. De groei-oase, die België vandaag in het eurogebied is, zou dus over enkele jaren kunnen verdorren tot een groeiwoestijn in het eurogebied.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier