Waalse economie komt maar niet op gang: ‘Wallonië kan niet tevreden zijn met een groei van 1 of 1,5 procent’
De Waalse economie heeft weer aansluiting gevonden bij het Europese peloton. Maar het gewest slaagt er niet in voldoende te groeien om de sociale en infrastructuurbehoeften te financieren, zegt de Unie van Waalse Ondernemingen.
Een bedrijf dat een wereldwijde innovatie heeft ontwikkeld en waarvan de omzet in drie jaar is verviervoudigd. Coexpair illustreert de Waalse vooruitzichten op herstel. Daarom heeft de Unie van Waalse Ondernemingen (UWE) ervoor gekozen daar haar economische barometer voor te stellen. Coexpair ontwikkelt technologie voor de productie van composietmaterialen voor de luchtvaart. Het werkt onder meer voor Airbus, Asco en Sonaca.
Is dat succes een geïsoleerd geval in Wallonië? Dat bewijzen de cijfers. Het jongste rapport van de Europese Commissie over de Belgische economie wijst op verschillen in de evolutie tussen de gewesten en de provincies. In de periode van 2007 tot 2016 lag de evolutie van het bbp per inwoner van de Waalse provincies – met uitzondering van Waals-Brabant – in lijn met het Europese gemiddelde. Henegouwen is de slechtste leerling van de klas. “Wallonië was aan het einde van de crisis minder veerkrachtig dan de rest van het land”, staat in het verslag. Dat benadrukt de noodzaak het industriële weefsel aan te passen aan de nieuwe economische uitdagingen.
Illusie
Maar het slechte Waalse rapport moet worden genuanceerd. Hoewel het over het algemeen slecht presteert, doet Wallonië het beter dan de meeste andere regio’s met een industriële traditie, zoals Nord-Pas-de-Calais, Lotharingen, Lombardije en Noord-Spanje.
Dat zou nog moeten verbeteren. Volgens het Waalse instituut voor de statistiek Iweps zal de groei van de Waalse economie na enkele zwakkere jaren in 2019 weer aansluiting vinden bij het gemiddelde van de eurozone (1,3%). Iweps geeft zelfs aan dat de groei tussen 2003 en 2017 perfect overeenkomt met die van de eurozone. “We gaan niet meer achteruit, maar we halen ook niet in”, zegt Benoît Bayenet, hoogleraar economie (ULB). “Dat de Waalse economie beter zou presteren dan die van de eurozone, lijkt me een illusie voor een open economie die is gebaseerd op halffabricaten.”
Er zijn ook positieve ontwikkelingen. In Wallonië is het aantal werkzoekenden sinds 2004 het meest gedaald in België. Maar voor de meeste indicatoren (groei, werkgelegenheidsgraad,…) blijft het gewest achter op Vlaanderen. Op zich is dat niet zo erg: Vlaanderen is een van de meest welvarende regio’s in Europa. Toch is de vergelijking essentieel voor de verdeling van de publieke middelen. Sinds de zesde staatshervorming gaat een deel van de ontvangsten uit de personenbelasting naar de gewesten. De verdeling van het geld wordt berekend op basis van de opbrengsten van de personenbelasting in elk gewest. Die verdeelsleutel is tussen 2015 en 2019 in het voordeel van Vlaanderen geëvolueerd, ten nadele van Wallonië en Brussel.
Wallonië kan niet tevreden zijn met een groei van 1 of 1,5 procent als het overheidsuitgaven wil financieren” – Didier Paquot, UWE
Meer dan één sector
Dat is een van de redenen waarom de Unie van Waalse Ondernemingen van mening is dat Wallonië meer groei nodig heeft. De jongste voorspellingen geven een groei van 1,1 procent in 2019, na 1,5 procent vorig jaar. Dat ligt in lijn met de Belgische en de Europese ontwikkelingen. “Wallonië heeft zich misschien beter verzet tegen de vertraging van de afgelopen maanden”, zegt Didier Paquot, het hoofd van de economische dienst van de UWE. Dat is niet slecht, maar nog altijd onvoldoende. “Wallonië moet hogere groeicijfers bereiken dan Europa”, zegt hij. “Het kan niet tevreden zijn met een groei van 1 of 1,5 procent als het overheidsuitgaven wil financieren, zoals sociale uitgaven en de investeringen in infrastructuur en het klimaatbeleid.”
De UWE bevestigt dat Wallonië meerdere jaren een groei van 2,5 procent kan realiseren en zich zo kan onderscheiden van het Europese peloton. Maar hoe? Wallonië streeft er al jaren naar die ambitie te vervullen via het Marshallplan. Dat heeft bijzonder goed gewerkt in de farmasector, die goed is voor 67 procent van de exportgroei. “Dat is fantastisch”, zegt Didier Paquot. “Maar we kunnen niet afhankelijk zijn van één sector. Andere sectoren moeten ook vooruitgaan.” Hij verwijst naar de anechoïsche kamers die het glasbedrijf AGC in Gosselies in gebruik heeft genomen om het onderzoek naar geconnecteerde autobeglazing te versnellen. “Het Waals Gewest heeft mee geïnvesteerd, zodat andere bedrijven de apparatuur kunnen gebruiken en er een kleine cluster omheen kan groeien”, zegt Paquot. Olivier de Wasseige, de CEO van de UWE, verwacht veel van de installatie van Thunder Power in Gosselies. “Daar willen we een ecosysteem krijgen rond elektrische auto’s.”
Samenwerking
Om de impact van de competitiviteitspolen te versterken, stelt Benoît Bayenet voor de samenwerking op te voeren. “In duurzaamheid, de circulaire, digitale of logistieke economie gaat alles almaar meer over de sectoren heen”, zegt hij. “Een goed doordachte samenwerking kan leiden tot meer transversale projecten.”
“De realiteit is complex”, zegt Marcus Dejardin. “Er zijn verschillende initiatieven nodig”, zegt hij. “De uitdaging is te zorgen voor voldoende coördinatie van die initiatieven. Ons systeem is niet perfect, maar het leert van zijn fouten. Er worden bijvoorbeeld meer kmo’s bij de competitiviteitspolen betrokken.”
“Structureel herstel vraagt om voorbeelden als Coexpair”, zegt Olivier de Wasseige. “Het heeft innovatieve en zeer concurrerende processen ontwikkeld. Het heeft ook geïnnoveerd in zijn bedrijfsmodel: het verkoopt niet zijn product, maar de machine die het kan produceren.” Om die creativiteit te veralgemenen, is het volgens de UWE noodzakelijk in te zetten op “aansporingen van de overheid en ondernemingsdynamiek”. “We hebben geen veranderingen in de regelgeving nodig, maar een mentaliteitswijziging, een goed gecoördineerde omgeving die consumenten en bedrijven vertrouwen geeft”, besluit Didier Paquot.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier