Roeland Byl
Voor onderwijs betalen we beter zelf
Over onderwijs heeft iedereen altijd een mening. Dat het plan van de nieuwe Vlaamse regering om de financiering voor de universiteiten te verlagen en tegelijk te voorzien in de ruimte voor een verhoging van het inschrijfgeld voor controverse zou zorgen, stond in de sterren geschreven. De jongste reactie van Alain Verschoren, rector van de Universiteit Antwerpen, gaat echter een brug te ver.
Verschoren vindt dat zijn universiteit de daling in werkmiddelen beter zou compenseren door bedrijven mee te laten betalen, dan door het inschrijvingsgeld voor studenten te verhogen.
Lijkt dat op het eerste gezicht misschien een pragmatische oplossing, het is een ongezond idee. Op dit moment is het inschrijvingsgeld in Vlaanderen veeleer laag vergeleken met een aantal andere Europese landen. Dat het collegegeld zou stijgen tot pakweg het niveau in Nederland, is geen drama. Tenminste zolang daar een performant systeem van studiebeurzen tegenover staat dat de toegang voor minder kapitaalkrachtige studenten garandeert.
De nieuwe regering heeft een keuze gemaakt om de werkingsmiddelen van de universiteiten en hogescholen in te perken. Nochtans hadden de universiteiten en hogescholen eerder al verduidelijkt dat ze juist meer middelen nodig hadden. De universiteiten hadden een punt. Door het toegenomen aantal studenten waren er middelen nodig om in de docenten te investeren om de kwaliteit te blijven garanderen. Zoals bekend moet Vlaanderen besparen en blijkbaar kiest de regering-Bourgeois dat het hoger onderwijs daarop geen uitzondering kan zijn.
Daarop reageren door het inschrijvingsgeld op een gemiddeld niveau te brengen is gezonder dan aan bedrijven centen te vragen. Het is immers beter dat beleidsmakers, universiteiten en studenten zelf nadenken hoe ze de beschikbare middelen het best aanwenden. Dat is gezonder dan de verantwoordelijkheid af te schuiven op het bedrijfsleven.
Voor onderwijs betalen we beter zelf
Want om de nieuwe minister-president te parafraseren: gratis bestaat niet. Als bedrijven een cheque op tafel zouden leggen om een besparing op het werkingsbudget in het onderwijs te compenseren, heeft dat gevolgen. Voor de desbetreffende ondernemingen is het een extra belasting in een regio waar ze al heel veel belastingen betalen. De enige motivering om zo’n extra lasten te verantwoorden is de mogelijkheid om bedrijven inspraak te geven in wat wordt onderwezen. En dat is geen goed idee.
Onderwijs blijft beter een maatschappelijk gedreven keuze dan een economisch gedreven invulling aan de noden van het lokale bedrijfsleven. Daar zijn verscheidene redenen voor. Te beginnen met de snel evoluerende economische realiteit van het bedrijfsleven in een regio als Vlaanderen. Vandaag ziet die er heel anders uit dan binnen twintig jaar. Hoeveel kapitaalkrachtige bedrijven zullen er straks überhaupt nog zijn in Vlaanderen na nog eens crisis en nog meer competitie uit Azië?
Bovendien heeft deze regio misschien wel meer nood aan vaardigheden en kennis waar bedrijven niet meteen veel economisch profijt van hebben, maar waar het maatschappelijke weefsel nu eenmaal beter van functioneert. Kortom de financiering van het onderwijs, inclusief het hoger onderwijs, blijft maar beter een bevoegdheid van de overheid. Trouwens, op de Vlaamse begroting is onderwijs de belangrijkste post. Dat is ons belastinggeld. Wij, en bij uitbreiding de verkozen ministers, kunnen de verantwoordelijkheid van hoe het onderwijs wordt vormgegeven dus ook maar beter zelf opnemen dan het over te laten aan buitenlandse multinationals waarvan de aandeelhouders jaarlijks in de eerste plaats hun dividenden willen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier