Voor experts is het glashelder: ‘Technisch, financieel en economisch moet Ventilus bovengronds’
Ook het nieuwe Ventilus-rapport van de Duitse expert Dirk Westermann concludeert dat alleen de bovengrondse optie haalbaar en realistisch is. Dat ligt in lijn met de eerdere conclusies van intendant Guy Vloebergh. Trends schreef eerder al dat het voor experts glashelder is: technisch, financieel en economisch moet de Ventilus-verbinding bovengronds worden aangelegd.
Dit artikel verscheen eerder bij Trends in mei van dit jaar.
In West-Vlaanderen woedt er een pylonenoorlog. Cd&v-burgemeesters en burgerbewegingen voeren het verzet aan tegen de bouw van een nieuwe hoogspanningslijn dwars door West-Vlaanderen. Ze eisen dat de lijn onder de grond wordt gestopt, maar die oplossing is niet alleen veel duurder, ze biedt technisch gezien ook geen alternatief voor een bovengrondse lijn, concludeerde intendant Guy Vloebergh begin deze week.
De inzet is hoog. De Ventilus-verbinding is van cruciaal belang voor de Belgische klimaatstrategie en voor onze bevoorrading van hernieuwbare energie. Zonder de lijn mag een streep getrokken worden door de ontwikkeling van een tweede zone van windenergie voor de Belgische kust, goed voor een capaciteit van 3,5 gigawatt (GW) boven op de bestaande capaciteit van 2,2 GW in de eerste zone. De verbinding is ook een must om later windenergie uit het Verenigd Koninkrijk en Denemarken in te voeren.
Niemand wil echter een hoogspanningslijn in de achtertuin, waardoor Ventilus verstrikt is geraakt in politieke manoeuvres. Voor de fel geplaagde cd&v is de verdediging van de kiezersbelangen in het West-Vlaamse achterland van existentieel belang geworden. Ook in de Vlaamse regering staat niemand te popelen om de kiezer tegen de haren te in strijken door groen licht te geven voor de bouw van de nieuwe bovengrondse hoogspanningslijn. “Het is spijtig dat een project dat van essentieel belang is voor de Vlaamse industrie en Belgische energiebevoorrading in een politiek steekspel is beland. De beschikbaarheid van groene energie wordt steeds belangrijker bij investeringsbeslissingen. Meer interconnectie leidt ook tot stabiele elektriciteitsprijzen. Als Ventilus er niet komt, dat valt het federale energiebeleid zo goed als stil. Het gaat om een van de belangrijkste infrastructuurbeslissingen in decennia. Technisch, financieel en economisch is het glashelder: Ventilus moet bovengronds”, zegt Joannes Laveyne, onderzoeker van het Electrical Energy Lab van de UGent.
Waarom is de Ventilus-verbinding van cruciaal belang voor de Belgische energiebevoorrading?
JOANNES LAVEYNE. “Vandaag staan Zeebrugge en de kustregio elektrisch in antenne. Dat betekent dat slechts één hoogspanningslijn voor de bevoorrading zorgt. Dat is de Stevin-lijn tussen Zeebrugge en Zomergem. De beschikbaarheid van slechts één lijn zorgt voor een groot veiligheidsrisico, zeker gegeven de stijgende elektriciteitsproductie op zee en de bestaande Nemo-link met het Verenigd Koninkrijk. Als deze Stevin-lijn uitvalt op een ogenblik dat de elektriciteitsproductie maximaal is, dan dreigt niet alleen een black-out in West-Vlaanderen, maar dan dreigt heel West-Europa in de problemen te komen. Het is daarom van essentieel belang dat de regio ‘ingelust’ wordt. Dat betekent dat er een extra hoogspanningslijn met een capaciteit gelijk aan die van Stevin (6 GW) moet komen, zodat de stroom vlot via die lijn kan worden getransporteerd als er iets mis gaat op de andere lijn.
Moet de hoogspanningslijn bovengronds aangelegd worden of kan het ook ondergronds?
LAVEYNE. “Technologisch gezien is een bovengrondse lijn vandaag de enige mogelijkheid. Enkel bij een netwerk in wisselstroom kan bij een incident op de ene lijn, een andere lijn vlot het elektriciteitstransport overnemen. Dat netwerk in wisselstroom is vandaag technisch enkel bovengronds mogelijk. Je kan daarbij maximaal 8 tot 10 kilometer ondergronds gaan, maar het nieuwe aan te leggen gedeelte van de Ventilus-verbinding beslaat 20 kilometer. Om over die afstand ondergronds te gaan, moet je gelijkstroom hanteren, maar die technologie biedt nog niet dezelfde bevoorradingszekerheid als wisselstroom. Dat kan nog veranderen, maar de technologie is vandaag in handen van een beperkt aantal spelers, wat niet bevorderlijk is voor technologische verbeteringen. Voor 2030 zal een geschikte gelijkstroomtechnologie wellicht niet beschikbaar zijn, terwijl Ventilus er eigenlijk gisteren had moeten zijn. Een ondergrondse lijn zorgt dus niet voor de noodzakelijke versterking van het hoogspanningsnet.”
Is een ondergrondse lijn veel duurder dan een bovengrondse lijn?
LAVEYNE. “De kostprijs van de bovengrondse Ventilus-verbinding in een standaarduitvoering is ongeveer 1,4 miljard euro. Bouw je de lijn ondergronds, dan bedraagt het extra prijskaartje volgens de hoogspanningsnetbeheerder Elia 5 miljard euro. Elia zou die investeringskosten van de regulator mogen doorrekenen in de nettarieven. Reken gemiddeld op 20 euro extra per Belg per jaar gedurende 35 jaar. Voor de industrie zou de kostprijs van elektriciteit gevoelig stijgen. De uitvoering van het project zou ook jaren vertraging oplopen omdat je opnieuw van minder dan nul moet herbeginnen als je kiest voor een ondergrondse lijn. Dat betekent dat de ontwikkeling van de tweede zone van windenergie voor de kust moet worden uitgesteld.
De burgemeesters en burgerbewegingen verzetten zich tegen de bovengrondse lijn omdat er een gezondheidsrisico zou zijn. Is dat een terechte bezorgdheid?
LAVEYNE. “Je moet in dit dossier het voorzorgsprincipe hanteren, maar dat past de Vlaamse regelgeving al toe. De normen voor magnetische straling in Vlaanderen liggen vijf keer later dan de Europese normen. De Ventilus-verbinding blijft ruim onder de Vlaamse norm. Er is wel een statistisch, maar geen causaal verband vastgesteld tussen het aantal kinderen met leukemie en een chronische blootstelling aan de stralingsvelden van een hoogspanningslijn. In België zou het volledige elektriciteitsnetwerk gepaard gaan met één extra geval van een kind met leukemie per twee jaar. Alle wetenschappers zeggen dat dat verband te klein is om het project tegen te houden. Dat statistische verband is trouwens vastgesteld bij een chronische blootstelling aan de straling, maar niemand zit continu onder de straling. Onlangs heeft de Vlaamse regering een verhoging van de capaciteit met 50 procent van de hoogspanningslijn tussen Antwerpen en Brussel goedgekeurd. Dat betekent ook een hoger stralingsveld, maar toen bleek dat geen probleem omdat de Vlaamse normen gerespecteerd bleven.
“Elia hanteert ook het standstill-principe. Dat betekent dat er evenveel hoogspanningslijnen worden afgebroken als er bijgebouwd worden. Elia wil bij de Ventilus-verbinding zelfs aan overcompensatie doen en nog meer andere lijnen afbreken in West-Vlaanderen. Netto zouden er dus minder mensen in de buurt van een hoogspanningslijn wonen.
In Duitsland stop Elia een hoogspanningslijn wel onder de grond te. Waarom kan het daar wel?
LAVEYNE. “Je kan beide dossiers moeilijk met elkaar vergelijken. Het gaat in Duitsland inderdaad om een ondergrondse lijn in gelijkstroom, die de windenergie van de Oostzee moet transporteren naar de grote verbruikscentra in het zuiden en oosten van Duitsland. Die lijn wordt gebouwd door 50Hertz, een dochter van Elia. Maar de lijn is een extra verbinding in een al fijnmazig Duits netwerk. Als ze uitvalt, is er geen acuut probleem voor het Duitse netwerk en de bevoorradingszekerheid. Het gaat om een autosnelweg die de lokale wegen ontlast. In Duitsland gaat het dus om een economische optimalisatie, en niet om de bouw van een essentiële link, zoals Ventilus. Als Ventilus gebouwd is, kan je er later extra lijnen bijleggen, en dan kan je die extra lijnen ook ondergronds bouwen. Maar eerst moet je bovengronds voldoende kritische lijnen hebben die de bevoorradingszekerheid garanderen. Pas daarna kan je denken aan extra ondergrondse lijnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier