Voka: ‘Vlaamse energiesteun voor bedrijven te gering om buitenlands concurrentienadeel te overbruggen’
Vlaanderen trekt 125 miljoen uit voor bedrijven die dit kwartaal verlies lijden door de hoge energieprijzen. De Vlaamse werkgeverssorganisatie Voka verwelkomt de steun, maar wijst erop dat de Franse en de Duitse concurrenten van onze bedrijven er beter vanaf komen.
De Vlaamse regering trekt 125 miljoen uit voor ondernemingen die in het vierde kwartaal van 2022 getroffen zijn door de hoge energieprijzen. “De steun komt niets te vroeg”, verzucht Eric Laureys, woordvoerder van de Vlaamse ondernemingsfederatie Voka. “De prijzen piekten in augustus, en toen was er geen steun. Frankrijk en Duitsland geven al veel langer steun, en bovendien meer. De concurrenten van onze ondernemingen in die landen zijn dus beter af. Maar alle steun die de kans vermindert dat bedrijven de productie lamleggen omdat de energiefactuur ondraaglijk is, is uiteraard welkom.”
De steun geldt voor bedrijven in Vlaanderen die in het vierde kwartaal van 2022 een operationeel verlies lijden omdat de gas- of elektriciteitsprijs voor hen in een jaar verdubbeld is. De steun bedraagt 25 tot 35 procent van het bedrag dat de onderneming meer moet betalen voor energie. Ondernemingen of bedrijfsvestigingen die actief zijn in energie-intensieve sectoren, zoals de staal-, de chemie- of de papierindustrie, krijgen een hogere compensatie van 35 procent van de meerkosten, met een maximum van 7,5 miljoen euro. Ook zelfstandigen kunnen van de steun genieten, met een maximum van een half miljoen euro.
Elke onderneming die de Vlaamse steun ontvangt, moet wel minstens vijf jaar in Vlaanderen actief blijven, tot het einde van 2023 geen dividenden uitkeren en mag niet meer dan 35 procent van het personeel op tijdelijke werkloosheid hebben geplaatst. De onderneming moet zich er ook toe verbinden haar energieverbruik te reduceren.
De steun past in het kader van het Temporary Crisis Framework. De Europese Commissie heeft sinds maart de regels van de staatssteun versoepeld voor bedrijven die lijden onder de energiecrisis. De EU laat steun toe, als de bedrijfscashflow van de getroffen bedrijven met 40 procent daalt door de energiecrisis. Vlaanderen is dus strenger, omdat een onderneming pas steun krijgt als ze effectief met verlies draait.
In Frankrijk en Duitsland, bijvoorbeeld, krijgen ook bedrijven die nog winst maken al energiesteun. Die kan daar oplopen tot 25 en 50 miljoen per onderneming. In Nederland is de steun beperkt tot kmo’s en zijn de bedragen veel lager. “In de meeste buurlanden krijgen ondernemingen dus sneller en meer steun dan in Vlaanderen”, stelt Laureys. “Het concurrentienadeel wordt met de Vlaamse steunmaatregel dus iets minder groot, maar de kloof blijft bestaan. Deze kloof bovenop de loonhandicap maakt het extra moeilijk voor onze bedrijven.”
In Frankrijk legt de overheid overigens een maximumprijs op voor de energie die bedrijven en consumenten betalen. “West-Vlaamse bedrijven met een vestiging over de grens zullen de rekening maken”, verwacht Laureys. “Als de productiekosten van hun Noord-Franse vestiging gevoelig lager zijn, speelt dat mee in investeringsbeslissingen.”
In januari zal de Vlaamse overheid de steunmaatregelen evalueren en eventueel verlengen. Laureys: “Het is afwachten of de strengere Vlaamse voorwaarden voor de steun er niet toe leiden dat veel bedrijven uit de boot vallen. Dat zou sneu zijn, want het gaat toch over serieuze bedragen. Ook laat Europa een verlenging toe van de energiesteun aan bedrijven. Dat kan voor veel bedrijven erg belangrijk zijn, omdat ze pas volgend jaar hun contract met de energieproducenten moeten vernieuwen op basis van de hogere prijzen op de markt.”
Vlaams minister van Economie Jo Brouns ziet nog mogelijkheden om de steunmaatregel in januari bij te sturen. Bekijk de video:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier