‘Vlaanderen moet meer in innovatie investeren’
De raad van bestuur van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) heeft zijn memorandum voor de volgende regering goedgekeurd.
Met de verkiezingen in aantocht regent het memorandums. Ook het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) zette er al een op zijn website. In de eerste plaats zijn dit zelfreflecties van de administratie, maar ze zijn ook een barometer voor innovatie. Trends legt beide documenten naast elkaar.
IWT en FWO zijn samen goed voor het gros van de overheidsmiddelen om innovatie in Vlaanderen aan te zwengelen. Die pot bedraagt 520 miljoen euro. FWO beheert daarbij de belangrijkste subsidies voor het fundamenteel onderzoek en het IWT de meeste subsidies het voor toegepast onderzoek. De discussie over de verdeling van de middelen tussen toegepast en fundamenteel onderzoek heeft een eeuwig en ideologisch karakter. Niet dat beide organisaties elkaar daarover in de haren zitten. Neen, kritiek dat er te veel geld vloeit naar het fundamenteel onderzoek is vooral te horen bij technologiefederatie Agoria.
Er worden nu ongeveer evenveel subsidies uitgegeven aan basisonderzoek als aan toegepast onderzoek. Bij het FWO pleit secretaris-generaal Elisabeth Monard er nadrukkelijk voor om die verhouding te behouden. “De publicaties van fundamenteel onderzoek in Vlaanderen worden vaak geciteerd. In de verhouding tussen investeringen en citaties moeten we alleen Zwitserland laten voorgaan. Basisonderzoek heeft dus niets van doen met de verspilling van geld terwijl toegepast onderzoek economisch zinvoller zou zijn. Ze hebben elkaar nodig. In het basisonderzoek worden de kiemen gezaaid voor het toekomstig toegepast onderzoek.”
Meer middelen
Het IWT-memorandum pleit in twee van zijn zeven aanbevelingen voor meer middelen. In het rapport heet dat de steun aan innoverende ondernemingen versterken. Die vraag aan de volgende regering om de subsidies voor innovatie zeker niet terug te schroeven, weerklinkt ook bij het FWO. Daar worden de noodzakelijke extra budgetten zelfs gespecifieerd. Voor 2015 vraagt het FWO bijvoorbeeld 27 miljoen euro extra middelen. Die centen moeten dienen om meer onderzoeksprojecten te kunnen financieren. Nu kan het FWO slechts een kleine 15 procent van de aangevraagde onderzoeksprojecten en -beurzen goedkeuren. Idealiter moet dat naar 33 procent.
Het FWO financierde in 2012 een kleine honderd projecten. Daardoor is het FWO eigenlijk de werkgever van 858 aspirant-onderzoekers en 867 postdoctorale onderzoekers. Het IWT verleende vorig jaar directe steun aan 400 ondernemingen, waarvan 75 procent kmo’s zijn. Kritiek dat er te veel middelen terechtkomen bij een kransje multinationals dat de weg kent, maakt dat het IWT de komende jaren zijn aanbod wil differentiëren, samenwerkingen gaat stimuleren en het aanbod wil vereenvoudigen. Dat mag gerust gelezen worden als: zichzelf een meer kmo-vriendelijk profiel aanmeten.
Minder complexiteit
Wie de innovatiesubsidies onder de loep neemt, krijgt gegarandeerd verzuchtingen over complexiteit en versnippering te horen. In de academische wereld heet dat dan dat er te veel onderzoeksgroepen aan de vijf Vlaamse universiteiten hetzelfde doen. Met gevolgen voor de kwaliteit. Dat ontkent het FWO. “Bij de toekenning van onze beurzen doen we een beroep op internationale expertenpanels”, zegt Monard. “In elke universiteit zijn er excellente groepen en die weten dat ook van elkaar. Het is een misvatting dat de universiteiten hier allemaal met hetzelfde onderzoek bezig zijn. En voor alle duidelijkheid: Vlaanderen scoort hoog in de internationale wetenschappelijke rankings.”
De versnippering zit meer bij het toegepaste onderzoek en de intermediare organisaties die innovatie bij bedrijven en ondernemers stimuleren. Daar is het IWT zich van bewust, blijkt uit zijn aanbevelingen. Zo staat er: “Op Vlaams niveau is er een groep van initiatieven en structuren die verschillende doelgroepen of verschillende thema’s benaderen. Ondanks enkele consolidaties, zijn daardoor te veel structuren ontstaan met deels overlappende klanten en missies.” Volgens IWT is een vereenvoudiging nodig, maar vanzelfsprekend ziet het agentschap voor zichzelf daarbij een centrale rol.
Hefbomen
In beide teksten staat ook de vraag om een aantal innovatiebevorderende hefbomen uit te bouwen of alleszins te bestendigen. Het FWO benadrukt dat het voor de ontplooiing van de het Vlaamse onderzoekslandschap uiterst belangrijk is dat de fiscale en parafiscale gunstmaatregelen voor onderzoekers worden voortgezet. Het IWT op zijn beurt pleit voor de uitbouw van het ‘innovatie ondersteunend aanbesteden’. Zeg maar start-ups met prototypes aan hun eerste overheidscontracten helpen. Daar zijn nu wel ideeën over, maar die zijn nog onvoldoende in detail uitgewerkt.
In hetzelfde rijtje hoort de vraag van het FWO voor een regeringsstandpunt over ‘Open Acces’. Die discussie gaat over het publiek beschikbaar stellen van de onderzoeksresultaten. Nu gebeurt dat via wetenschappelijke tijdschriften. Dat model staat echter ter discussie, wegens duur en enkel toegankelijk voor wie betaalt. Het FWO neemt zelf geen stelling in, maar vraagt dat de volgende regering daarover een standpunt inneemt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier