Vlaanderen kiest te gemakkelijk voor beton
Stedelijke planning is een van de zeven innovatieprioriteiten voor de komende tien jaar. Althans volgens de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie. Tijdens het VRWI-symposium van 8 oktober legt Wim van den Broeck van Imtech uit waarom Vlaanderen meer moet investeren in verkeersmanagement.
Wim Van den Broeck is directeur van de Belgische dochter van de Europese dienstverlener Imtech. Hij komt een toekomstbeeld schetsen in het domein van mobiliteit en stedelijke planning. Van den Broeck is daarmee een van de centrale sprekers van wat wellicht het laatste symposium van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) wordt. Volgens het regeerakkoord van de regering-Bourgeois zou VRWI verdwijnen als adviserend orgaan.
Het neemt niet weg dat de VRWI onverstoord probeert de onderzoeksagenda in Vlaanderen aan te sturen. Zo is ‘Urban Planning, mobility dynamics and logistics’ een van de zeven gebieden die de VRWI in zijn toekomstverkenningen voor 2025 identificeerde als domeinen waar Vlaanderen het verschil kan maken door innovatie. De overige zijn gezondheid, energie, smart resources, voeding, de digitale maatschappij en de bijbehorende financiering en regelgeving.
De toekomstverkenningen staan gebundeld in een onderzoeksrapport met de titel Vlaanderen in Transitie. De onderzoeksfase van dat rapport liep twee jaar en werd in mei 2014 afgerond. Uiteindelijk wil de VRWI op deze manier de prioriteiten voor wetenschap en innovatie op de collectieve agenda krijgen.
Het symposium van deze week bekijkt concrete cases om de uitdagingen voor bedrijven, onderzoekers, sociale partners en beleidsmakers scherp te stellen. Een van die cases wordt gepresenteerd door Imtech. In België heeft het bedrijf een 160 man sterke technologiegedreven divisie die zich specialiseert in verkeersoplossingen en infrastructuur. “Om de Europese markt bij te benen heeft Vlaanderen wel een aantal inhaalslagen nodig”, stelt directeur Wim Van den Broeck.
We staan dus in de file omdat we technologisch achterop lopen?
Wim Van den Broeck:. “Dit land is voornamelijk bezig geweest met wegen aan te leggen. In andere landen zijn er meer initiatieven om de bestaande infrastructuur beter te benutten. Neem bijvoorbeeld verkeerslichten. Die zijn in de jaren vijftig ingevoerd, in de jaren tachtig zijn daar verkeersplannen aan gekoppeld, en vanaf midden jaren negentig kwamen er innovaties om kruispunten met elkaar te laten communiceren. Vanaf 2005 kwamen er mogelijkheden om via een centrale het verkeerslichtenpark te beheren volgens de noden van het moment, bijvoorbeeld door prioriteit te geven aan fietsers of zwaar verkeer. Op dit moment is het mogelijk m wagens rechtstreeks met verkeerslichten te laten communiceren. Enkele steden _ bijvoorbeeld Londen en Kopenhagen _ zetten in op die van machine-to-infrastructure-communicatie. België zit nog in de fase van de verkeerscentrales. We lopen dus tien jaar achter.”
Hoe komt dat?
Wim Van den Broeck:. “Dat is moeilijk in te schatten. Aan de ene kant hebben we hier een sterke betonlobby, maar aan der andere kant is het vertrouwen in de technologie hier wat minder dan in andere landen. Het veiligheidsdeel van verkeerssturing komt in handen van computers. En dat is een beetje beangstigend.
“Uiteindelijk gaat het om investeringsbudgetten die nodig zijn om de eerste stappen in de communicatie tussen wagens en infrastructuur te doen. Dat geld gebruiken we in Vlaanderen blijkbaar sneller om de weg te verbreden dan dat we het investeren in onderzoek om de infrastructuur beter te benutten. Nochtans is het geen sciencefiction meer, met de technologie wordt in veel Europese landen volop geëxperimenteerd. Vlaanderen zou daarop moeten aansluiten.”
Waarom zou een domein waarin we achterstand hebben een prioriteit voor innovatie moeten worden? Is die strijd dan niet bij voorbaat verloren?
Wim Van den Broeck:. “De markt van verkeersmanagement is per definitie internationaal. En al hebben we een achterstand, er is een factor waardoor we snel vooruitgang kunnen boeken: wij zijn een van de weinige regio’s waar de overheid investeerde in publieke glasvezelnetwerken. In het buitenland zit daar vaak een flessenhals. Er staat veel apparatuur die data genereert en die gecombineerd met sociale media nuttige informatiestromen oplevert, maar die stromen lopen vast omdat er geen publieke glasvezelnetwerken zijn. In Vlaanderen zijn die er wel. Er is dus ruimte voor een inhaalbeweging.”
Veel werkgelegenheid zit daar niet in.
Wim Van den Broeck: “Toch wel. Zulke intelligent transport systems moeten geïnstalleerd en onderhouden worden. Bovendien is er ook de ontwikkeling van de technologie. Rond big data kan een hele economie van toepassingen groeien. Het ter beschikking stellen van die data, botst vooralsnog met privacywetten. Maar ook met publieke data valt al veel te doen: neem bijvoorbeeld weersinformatie of tellingen van voertuigen, hoeveel verkeer er ergens rijdt.
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier