Vlaamse regering schiet duurdere dienstencheques af: ‘Dienstencheques helpen inactieven aan een job’
Drie werkgeversfederaties uit de dienstenchequesector vragen de inruilwaarde van de dienstencheque met 5 euro op te trekken, maar Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v) stelt dat er geen budgettaire marge is voor duurdere dienstencheques. De sector wijst die redenering af: “Dienstencheques helpen werkzoekenden of inactieven aan een baan waar ze tevreden over zijn. Als die uitkeringen wegvallen, levert dat een besparing op voor de begroting.”
Per 1 januari moet de inruilwaarde van de dienstencheque met 5 euro omhoog. Dat vragen de werkgevers uit de dienstenchequesector aan de overheden. De sector staat op omvallen, luidt de boodschap. Van die 5 euro zou 1 euro naar opslag voor de huishoudhulpen moeten gaan, 2 euro naar hr-omkadering, bijvoorbeeld opleiding, en 2 euro naar de werkgever.
Het Vlaams Platform Dienstencheques, Federgon en Zorggezind, de grootste drie werkgeversorganisaties uit de sector, stelden vrijdag een sectoranalyse van Graydon Creditsafe voor. Het analysebureau kwam tot de conclusie dat meer dan de helft van de dienstenchequebedrijven verlieslatend is. Door de inflatie zijn hun kosten gestegen, terwijl de prijs van een dienstencheque al sinds 2014 gelijk bleef in Vlaanderen. Bovendien zijn veel gezonde bedrijven niet langer schokbestendig, omdat ze geen of weinig reserves hebben.
Wie betaalt?
De sector pleit er daarom voor de inruilwaarde van een dienstencheque volgend jaar al met 5 euro te verhogen. In Vlaanderen komt die waarde nu uit op 26,98 euro per gepresteerd uur. De overheid betaalt daarvan 17,98 euro, de consument 9 euro (waarvan 1,8 euro fiscaal recupereerbaar is). Wie de 5 euro extra zou moeten betalen, laten de dienstenchequebedrijven in het midden. Hoeveel de prijs voor de klant omhoog zou moeten gaan, is een beslissing voor de overheden, klinkt het.
‘We financieren de dienstencheques al met 1,3 miljard euro uit de Vlaamse begroting. Er is niet zomaar marge om dat nog te verhogen.’
Jo Brouns (CD&V), Vlaams minister voor Werk
‘Geen marge’
Maar Vlaams minister van Werk Jo Brouns ziet geen marge voor het voorstel van de sector. “Dat het verdienmodel van de dienstenchequesector onder zware druk staat, is niet nieuw. We moeten de financiering hoe dan ook herbekijken, want ook de lonen van de dienstencheque-medewerkers zijn relatief laag”, reageert Brouns via zijn kabinet. “Als ik met gebruikers praat, voel ik dat ze ervoor openstaan een hogere bijdrage te betalen, als die ten goede komt van hun huishoudhulp. Dat is de discussie die we moeten voeren. We financieren de dienstencheques al met 1,3 miljard euro uit de Vlaamse begroting. Er is niet zomaar marge om dat verder te verhogen.”
Ook bij de VRT-radio reageerde Brouns op de oproep vanuit de sector. ‘”Ik denk dat we eerlijk moeten zijn. We hebben op dit ogenblik geen marge binnen de Vlaamse overheid om onze bijdrage nog op te trekken. Dat is geen optie. En de cheques zullen ook niet duurder gemaakt worden, dit en midden volgend jaar.”
‘Dienstencheques helpen werkzoekenden of inactieven aan een baan waar ze tevreden over zijn. Als die uitkeringen wegvallen, levert dat een besparing op voor de begroting.’
Ann Cattelain, CEO van Federgon
Het ziet ernaar uit dat de dienstenchequebedrijven niet bij de pakken blijven zitten. “Ik kan niet geloven dat de overheden zullen toekijken, terwijl onze sector met een hoge toegevoegde zomaar instort. De volgende kans om dat probleem aan te pakken, komt er pas over twee jaar, na de komende verkiezingen”, zegt Ann Cattelain, de CEO van Federgon, aan Trends.
Dat sommige bevoegdheden die met de materie te maken hebben, Vlaams zijn en andere federaal, maakt de zaak niet eenvoudiger. Toch blijft de CEO van Federgon optimistisch.
Inactieven activeren
Maandag is overleg met minister Brouns gepland, en dan wil Cattelain samen met de andere dienstenchequebedrijven alle argumenten op tafel leggen. Cattelain wijst erop dat dienstenchequebedrijven kunnen helpen besparen in de begroting. “Dienstencheques helpen werkzoekenden of inactieven aan een baan waar ze tevreden over zijn. Als die uitkeringen wegvallen, levert dat een besparing op voor de begroting.”
De dienstenchequebedrijven gaan zich meer richten op een bredere doelgroep van nieuwe instromers. “We kijken sinds kort samen met de VDAB naar een bredere doelgroep van inactieven en langdurig zieken. Er is nog veel potentieel. Er zijn tekorten in onze sector. We kunnen mensen die instromen, meteen aan een vaste baan helpen. Ik ben ervan overtuigd dat onze sector daardoor een investering van de Vlaamse en federale regering waard is.”
Hoeveel inactieven de dienstenchequebedrijven via die weg wil bereiken, kon de CEO van Federgon niet vertellen. Wel zegt Cattelain dat vooral de inactieven nood hebben aan extra begeleiding, wanneer ze weer aan het werk gaan. Daarvoor vraagt de sector opnieuw steun.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier