Een groot deel van de gezinnen in Vlaanderen denkt onterecht een vast contract voor elektriciteit te hebben. Dat blijkt dinsdag uit de jaarlijkse enquête van de Vlaamse energieregulator VREG.
Voor zijn marktmonitor bevroeg de VREG in juni duizend gezinnen. De helft (49 procent) gaf aan een elektriciteitscontract met een vaste prijs te hebben, terwijl maar 40 procent zei een contract met variabele tarieven en 3 procent een met dynamische tarieven te hebben.
De statistieken van de stroomleveranciers schetsen echter een ander beeld: maar 22,8 procent van de gezinnen had in juli een vast contract en liefst 77 procent een variabel. De gezinnen met een dynamisch contract zijn goed voor slechts 0,2 procent. De cijfers tonen aan dat veel gezinnen niet weten welk soort elektriciteitscontract ze hebben.
Leverancierswissels
Ook bij kleine en middelgrote bedrijven – waarvan de VREG er 1.500 bevroeg – stroken de gegevens van de leveranciers niet met wat ze zelf aangeven. Terwijl zowat 45 procent zei een vast elektriciteitscontract te hebben, blijkt dat toen slechts 27,2 procent van de contracten in de markt een vaste prijs had. Het aandeel variabele contracten bedroeg 72,4 procent, terwijl maar 41 procent van de bedrijven dacht zo’n contract te hebben. Ongeveer 0,1 procent van de kmo’s had een dynamisch contract en niet 5 procent zoals bleek uit de marktmonitor.
Zowel bij de gezinnen als de bedrijven ziet de VREG overigens voor het eerst een daling van het gemiddelde aantal leverancierswissels. Beide groepen wijzen vooral op de tevredenheid over hun huidige leverancier als reden om niet over te stappen, maar vrezen onder andere ook de administratieve rompslomp.
