Voka: ‘Vlaamse industrie somber over economische vooruitzichten’
Vlaamse industriële bedrijven zien de nabije toekomst allesbehalve rooskleurig in, blijkt uit de meest recente enquête van de werkgeversorganisatie Voka. De industriesector houdt voor heel 2023 rekening met een omzetdaling van 4 procent. Wat is er aan de hand? Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van Voka, legt uit.
Vanwaar die krimpverwachting?
BART VAN CRAEYNEST. “De loonhandicap staat met stip op één als negatieve factor. Ten gevolge van de indexatie zijn de loonkosten per gewerkt uur in België in het eerste kwartaal van 2023 op jaarbasis met bijna 10 procent gestegen. In 2022 en 2023 zijn de loonkosten in totaal zelfs met 17 procent geklommen. Dat ondergraaft ons concurrentieel vermogen ten opzichte van de buurlanden, waarvan de grote meerderheid geen indexatie hanteert (alleen Luxemburg doet dat ook, nvdr.). Daarnaast blijven ook de hoge energieprijzen op de balans van de energie-intensieve bedrijven wegen, ook al zijn ze een pak lager in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Maar in vergelijking met de Verenigde Staten blijven de energieprijzen hier duidelijk hoger. Een andere factor is het feit dat overheden in andere industriële grootmachten meer maatregelen nemen om bedrijven te begeleiden bij hun duurzame transitie. Kijk maar naar de Amerikaanse klimaatwet Inflation Reduction Act, of hoe de Franse overheid in de buidel tast voor hernieuwbare energie. Bij ons is er voorlopig veel minder steun in de groene omwenteling.”
Wat blijkt verder uit uw enquête?
VAN CRAEYNEST. “In de industrie zijn de verwachtingen een pak somberder dan in de meeste andere sectoren. Dat is in lijn met wat we in de landen rondom ons zien; zeker in Europa, waar de sector erg onder druk staat. Als we naar het bredere plaatje kijken, concluderen we dat de somberte in Vlaanderen op twee niveaus wordt gevoed: enerzijds conjunctureel, anderzijds structureel. Wat de conjuncturele tegenwind betreft: in heel Europa is de industriële activiteit al aan het krimpen. Wat de structurele handicaps betreft – de gebrekkige steun voor de energietransitie, de loonkosten – doet bij veel bedrijven de vraag rijzen of het nog de moeite waard is om te investeren in Vlaanderen.”
‘De structurele handicaps doen bij veel bedrijven de vraag rijzen of het nog de moeite waard is om te investeren in Vlaanderen’
Bart Van Craeynest (Voka)
Hoe zit het op dit moment met de investeringen in de industrie?
VAN CRAEYNEST. “De investeringen hielden tot nog toe redelijk stand, maar volgens onze enquête zijn de industriële bedrijven hun investeringsplannen voor de komende twee jaar wel aan het verlagen. Veel van de bedrijven hier hebben een voortrekkersrol in de duurzame transitie. Bij ons wordt staal bijvoorbeeld veel properder geproduceerd dan in India. In de Antwerpse chemiehub aan de haven zijn er nogal wat projecten met CO2-captatie. We vrezen dus niet zozeer dat bedrijven die deel uitmaken van internationale groepen zullen vertrekken, maar wel dat ze hun volgende grote investeringen ergens anders zullen doen. Van die internationale bedrijven die investeringsplannen hebben, kijkt een op de drie vooral naar het buitenland om hun investeringsplannen te realiseren.”
Waarom is de industrie zo belangrijk voor onze economie?
VAN CRAEYNEST. “De industrie behelst 15 procent van de Belgische economische activiteit. De sector is voor de helft goed voor alle onderzoek en ontwikkeling, wat op lange termijn cruciaal is voor onze innovatie. De industrie is ook goed voor meer dan de helft van onze export. Bedrijven uit de industriesector zijn meer dan 40 procent productiever dan de rest van de economie; en productiviteit is de motor van onze economische groei. Maar ook in de groene transitie moet de industrie een voortrekkersrol blijven spelen. Als je hier chemiebedrijven sluit, dan ga je producten importeren uit China of India, die in veel vervuilender omstandigheden geproduceerd werden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier