Vrije Tribune
‘Tijd om de tering naar de nering te zetten’
Electorale beschouwingen hebben ertoe geleid dat politici altijd meer zijn gaan beloven. Veel meer dan wat zij of de economie ooit zou kunnen waarmaken. Dat zegt Frank Boll, gedelegeerd bestuurder bij Ecofis.
Onlangs brak Marcia De Wachter van de Nationale Bank een lans voor een moratorium op overheidsschuld boven 60 procent van het bbp, althans tot de groei weer 1,75 à 2,25 procent bedraagt. Tevens werd gesteld dat inflatie “de olie is die de economische groeimotor aanzwengelt”.
Geen wonder dat economisten niet ernstig worden genomen. Dit zijn oplossingen volgens de noden van het moment, in plaats van zich te richten tot de kern van het probleem. Door de oorzaak van het probleem te negeren, verzeilt men telkens weer in doodlopende sukkelstraatjes. Voor velen klinkt dit misschien als een provocerende stelling. Maar het betreft hier de essentie van een economisch politiek debat.
Er is een probleem. Niet enkel te veel schuld, maar een totale schuld die in termen van het bbp nooit voorheen zo hoog was. Een constante is dat voorstellen voor een oplossing van dat schuldprobleem altijd vertrekken van het moment waarop het probleem door de autoriteiten als acuut wordt ervaren. En dat is nu, omdat eindelijk de neiging is gegroeid schuld terug te betalen, zelfs bij Jan Modaal. Wat voorafging aan dat moment wordt veronachtzaamd. Die neiging vertaalt zich in meer sparen en minder consumptie. En dat zorgt voor een lagere groei.
Hoe kwam het tot een schuldgraad die in de geschiedenis nooit hoger was? Het antwoord op die vraag geeft tevens aan hoe het huidige probleem moet worden bestreden.
Electorale beschouwingen hebben ertoe geleid dat politici altijd meer zijn gaan beloven. Veel meer dan wat zij of de economie ooit zou kunnen waarmaken. Dat heeft geleid tot een welvaartstaat met een waterhoofd, of een welvaartsmachine die haar oorspronkelijke en gerechtvaardigde doeleinden ver heeft overschreden. Diegenen die toen aanmaanden tot matiging werden meestal als reactionair afgedaan.
‘Tijd om de tering naar de nering te zetten’
Dat leidde tot grotere tekorten op de overheidsbudgetten en een hogere publieke schuldgraad in vele landen. Het leven van de overheid binnen de grenzen van haar inkomsten werd vaak als ouderwets afgedaan. Of het schermen met Keynes uit de dertiger jaren van de voorgaande eeuw. Mede daardoor is ook een mentaliteit ontstaan waarbij het ontlenen door gezinnen voor consumptie en van ondernemingen voor dividendbetalingen en buybacks snel gemeengoed is geworden. Belangrijker echter is dat ook de traditionele hoeders van monetaire moderatie, de centrale bankiers, vielen voor de nieuwe mode van schuldopbouw. Zij konden tegen de stroom in roeien door de rente op te trekken en de vaak exponentieel stijgende kredietverlening af te remmen. Maar ze lieten verstek gaan, meegesleept door het illusoire verhaal van een nieuwe mode.
Onlangs pas kwamen ze tot het besef dat die schuld weegt op de groei. Dit terwijl het sedert de eeuwwisseling duidelijk is dat de groei daardoor voor een lange periode lager zou zijn dan de historisch uitzonderlijk hoge groei waaraan men gewoon was geraakt sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog. De politiek rond de eeuwwisseling was de vlucht vooruit, of het bestrijden van de gevolgen van te veel schuld door het scheppen van nog meer schuld, onder meer door een nulrente en quantitative easing. Wat opnieuw de toekomstige groei hypothekeert. En nu zijn we op een moment gekomen waarop het voor velen duidelijk wordt dat dit medicijn niet werkt. Wat voorspelbaar was. De daling van de groei en de inflatie is een onvermijdelijk gevolg van dit schuldrecord aller tijden.
Het belangrijkste negatieve neveneffect van meer schuldcreatie is dat de werking van de vrije markt wordt ondergraven. De ironie hierbij is dat de historisch uitzonderlijke hoge groei in het Westen van de voorgaande zestig jaar, een 2,5 à 3 procent per jaar, wat als norm wordt beschouwd, hoofdzakelijk het product is geweest van een vrije markt, matige belastingen en een sobere geldpolitiek. Daarbij heeft sparen en ondernemerschap meer bijgedragen tot groei dan schulden met continu dalende tot negatieve meeropbrengsten. Schulden om onder meer een verder uitdijende welvaartstaat te financieren. De reactie van de overheden op de crisis zijn vaak maatregelen die de traditionele groeipijlers van de groei in het Westen ondermijnen.
Bij hogere uitgaven dan inkomsten bestaat er niet zoiets als “zich kapot besparen”. Zet de tering naar de nering. Stop onder meer met het betalen van mensen om niet te werken. Herstel de markt in plaats van ze bij elke crisis verder af te bouwen. Hoe hoger het staatsbestel in de economie, hoe kleiner de groei.
Veel van de huidige monetaire experimenten verergeren het probleem. Een uitzwetingsperiode na zulke excessen is onvermijdelijk, wat de overheid ook doet.
Frank Boll, gedelegeerd bestuurder bij Ecofis
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier