De nieuwste exportbarometer van Credendo en Trends-Tendances weerspiegelt de nieuwe geopolitieke situatie. Zes op de tien ondernemers zien de Verenigde Staten nu als een rivaal of een risico voor Europa. En vier op de tien bedrijven verwachten dat hun export de komende drie jaar niet zal groeien.
De enquête werd gehouden onder 875 bedrijven, waarvan 401 alle vragen hebben beantwoord. Ongeveer de helft zijn exportbedrijven. “De barometer weerspiegelt opnieuw zeer accuraat het economische klimaat”, zegt Nabil Jijakli, plaatsvervangend CEO van Credendo. “Vorig jaar dacht 88 procent van de respondenten dat de verkiezing van Donald Trump de geopolitieke spanningen zou doen toenemen. Hier zijn we dan. Dat de nieuwe Amerikaanse president in een paar weken een reeks decreten heeft uitgevaardigd die vervolgens vaak werden opgeschort of herzien, heeft chaos en onzekerheid gecreëerd. Dat zien we in onze vertrouwensindex.”
“Vorig jaar hadden we daarvoor een gemiddelde score van 6,1, dit jaar is het 5,7”, zegt Ineke Uyttersprot, researchmanager bij Roularta. “Dat is het niveau van 2020, het jaar van de pandemie.”

Drie kopzorgen
“De vertrouwenscrisis heeft verschillende oorzaken”, zegt Thierry Geerts, de CEO van BECI, de Kamer van Koophandel en Industrie van het Brussels Gewest. “Brusselse exporteurs worden geconfronteerd met drie grote uitdagingen. Ten eerste, de energiekosten. Ja, die zijn gedaald, maar in Europa, en vooral in België, is de gasprijs voor de industrie ongeveer drie keer hoger dan in de Verenigde Staten. Dat is uiteraard geen louter Brussels probleem. 65 procent van de Belgische bedrijven die voor de Exportbarometer werden ondervraagd, zeggen dat de energie- en grondstoffenprijzen de economische gebeurtenis zijn die de grootste impact heeft op hun exportactiviteiten. Het wordt genoemd vóór de oorlog in Oekraïne, de geopolitieke spanningen en de tekorten op de arbeidsmarkt.
Een tweede uitdaging zijn de loonkosten. “De automatische indexering van de lonen heeft voordelen, maar snelle stijgingen, zoals twee jaar geleden, hebben onze internationale concurrentiepositie aangetast”, stelt Geerts. Het niveau van de productiekosten, met inbegrip van de automatische indexering van de lonen, wordt door de ondervraagde bedrijven de belangrijkste structurele rem genoemd die losstaat van de actualiteit.
Rusland is out, China is ingewikkeld, en de Verenigde Staten zijn instabiel.
De laatste reden voor bezorgdheid “is de onzekerheid, die nog wordt verergerd door de aankondigingen van Trumps exportheffingen”, benadrukt Thierry Geerts. “Hoewel het onwaarschijnlijk is dat die de gevreesde 50 procent worden – we rekenen op 10 tot 15 procent – creëren ze een instabiliteit die investeringen en bedrijfsplanning bemoeilijkt. Bedrijven hebben een stabiele horizon nodig om te investeren in machines of voorraden, en die onzekerheid, in combinatie met hoge kosten, is een echt probleem.”
Een paar jaar geleden ontwikkelden bedrijven activiteiten in Rusland en China, met de Verenigde Staten als stabiele markt. Vandaag is Rusland out, is China ingewikkeld en is Amerika instabiel. Daardoor gaan exporteurs op zoek naar stabielere markten, zoals Europa, waar de kosten vergelijkbaar zijn en de stabiliteit groter.

Amerika uit de gratie
De instabiliteit is vooral te wijten aan het nieuwe handelsbeleid van de Verenigde Staten. De impact is op verschillende niveaus voelbaar. De ondervraagde bedrijven voelen het momentum in de wereldhandel wegvallen. “Vier van de tien bedrijven verwachten niet dat hun export de komende drie jaar zal groeien”, merkt Nabil Jijakli op.

De terugkeer van het protectionisme heeft een grote impact op de wereldeconomie, vervolgt hij: “Volgens het Internationaal Monetair Fonds zal de wereldeconomie dit jaar waarschijnlijk met slechts 2,8 procent groeien. Dat is bijna 0,5 procentpunt minder dan de herfstvooruitzichten en 1 procentpunt minder dan het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar. In de Verenigde Staten zal het bbp wellicht zelfs met 1 procent dalen.”
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Amerikaanse markt niet langer een prioriteit is voor onze exporteurs. “Als we Belgische exporterende bedrijven vragen welke landen de beste kansen bieden, staan de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland bovenaan de lijst, aangehaald door 68 procent van de respondenten”, merkt Ineke Uyttersprot op. “Dat is al jaren zo, maar het is nu nog duidelijker. Op de tweede plaats staat de rest van de Europese Unie, met ook een lichte stijging. Opvallend is de daling van de Verenigde Staten en Canada: slechts 16 procent van de respondenten noemt die landen als een mogelijkheid voor export, tegenover 29 procent vorig jaar. Het Verenigd Koninkrijk daarentegen is sterk gestegen, van 14 vorig jaar naar 23 procent dit jaar.”

“Dit is een echte paradigmaverschuiving”, zegt Nabil Jijakli. Slechts 8 procent van de bedrijven ziet de Verenigde Staten als een strategische bondgenoot, terwijl 44 procent dat land als een risico voor Europa beschouwt. Dat komt vooral tot uiting als we onze bedrijven vragen wie het meest zal profiteren van de wederopbouwcontracten in Oekraïne: 42 procent zegt Amerikaanse bedrijven, slechts 11 procent zegt Europese bedrijven.
“De wederopbouw van Oekraïne wordt een kolossale uitdaging, die wordt geschat op 400 tot 500 miljard dollar”, merkt Nabil Jijakli op. Maar zolang de oorlog voortwoedt, gebeurt er niets. Op dit moment bestaat de export naar Oekraïne vooral uit wapens en eerste levensbehoeften zoals medicijnen en voedsel. Maar het is niet zeker dat Europa een grote rol zal spelen wanneer het land opnieuw moet worden opgebouwd. “Europa speelt wel een belangrijke rol in de financiële hulp, die groter is dan die van de Verenigde Staten, met landen als Polen, Duitsland en Denemarken in de frontlinie”, zegt Jijakli.
‘Vier van de tien bedrijven verwachten niet dat hun export de komende drie jaar zal groeien’
Europa, Azië en Latijns-Amerika
“Voor exporterende bedrijven liggen de kansen nu in twee regio’s in de wereld”, vervolgt Jijakli. “De eerste is Europa, waar we met de Europese Unie gelukkig een gemeenschappelijke markt, een gemeenschappelijke munt en vrij verkeer hebben. Het is natuurlijk niet perfect, maar we zien dat onze exporteurs naar die landen kijken. We zullen ook zien hoe de defensie-investeringen uitpakken. De defensie-industrie is een vrij compleet ecosysteem, met productie, onderzoek en ontwikkeling, en toepassingen in onder meer de ruimtevaartsector en artificiële intelligentie.” De ondervraagde bedrijven delen die visie: 79 procent zegt dat Europa zelf voor zijn defensie kan zorgen, 82 procent zegt dat Europa zijn defensie-uitgaven moet verhogen en 61 procent zegt dat de extra uitgaven door een publiek-privaat partnerschap moeten worden gedaan.”
“In Brussel geloven bedrijven ongetwijfeld dat ze kunnen profiteren van hogere defensie-uitgaven”, zegt Thierry Geerts. “We hebben bedrijven zoals Sabca en cyberbeveiligingsbedrijven die dit als een kans zien. Het belangrijkste is misschien wel het indirecte effect: de Amerikaanse defensie-industrie heeft Silicon Valley gemaakt tot wat het nu is. Dat Europa weer aan het militariseren is, is op zich misschien geen goed nieuws, maar als het dat intelligent doet en opnieuw begint te investeren in innovatie en in technologie met een dubbel gebruik, militair én civiel, zal dat op lange termijn een heel positieve impact hebben op de Belgische bedrijven. Innovatie is onze specialiteit: dankzij onze belastingvoordelen hebben we meer onderzoeks- en ontwikkelingscentra dan waar ook ter wereld.”

“Daarnaast zullen onze bedrijven hun exportpijlen ook op andere regio’s richten”, vervolgt Nabil Jijakli. “We denken vaak aan India, maar andere landen zoals Indonesië en de Filipijnen bieden ook een groot potentieel. En Latijns-Amerika, met het Mercosur-blok, is ook een kans voor Europese exporteurs.”
Flexibeler in ESG
De Exportbarometer biedt ook een verrassing als het gaat om de positionering van bedrijven in de strijd tegen de klimaatverandering. Gevraagd naar het belang van ESG-waarden (milieu, sociaal en governance) vindt 24 procent van de respondenten dat Europa zijn leidende positie daarin moet behouden zonder compromissen te sluiten. Maar de overgrote meerderheid (65%) meent dat die doelstellingen weliswaar moeten worden gehandhaafd, maar dat er meer flexibiliteit moet zijn in de regelgeving en het toezicht erop. “Slechts 11 procent vindt dat ESG-vereisten moeten worden opgeschort of afgeschaft”, legt Ineke Uyttersprot uit.
55 procent van de respondenten weet niet of de voordelen van ESG-waarden opwegen tegen de nadelen, terwijl 30 procent duidelijke voordelen ziet, en “15 procent van de ondervraagde bedrijven ziet het als een belemmering voor hun ontwikkeling”, merkt Ineke Uyttersprot op. “Dat gevoel is meer uitgesproken onder de exporterende bedrijven, waar één op de vijf het als een echte belemmering beschouwt.”
“Ondanks minder media-aandacht en de roep om meer flexibiliteit, blijft de steun van het bedrijfsleven voor die initiatieven sterk, zoals blijkt uit de implementatie van de CSRD-richtlijn, die de communicatie van duurzaamheidsinformatie moet verbeteren en harmoniseren”, concludeert Nabil Jijakli.
‘Vier van de tien bedrijven verwachten niet dat hun export de komende drie jaar zal groeien’
Vijf grote zorgen voor de toekomst
Wat kunnen we leren van tien jaar Exportbarometer van Credendo en Trends? In ieder geval dat de wereld voor de exporteurs moeilijker is geworden. De globalisering gaf de indruk dat iedereen in dezelfde richting bewoog. Dat is niet langer het geval.
Voor bijna één op de twee ondervraagde ondernemers is de grote oorlog op het Europese continent, die al meer dan drie jaar woedt, de belangrijkste gebeurtenis van de afgelopen periode. “Oekraïne is een fundamenteel kenmerk van de afgelopen jaren”, merkt Nabil Jijakli op. “Een invasieoorlog op zo’n schaal, met zoveel middelen en het karakter van een totale oorlog is nooit gezien in het moderne Europa en geeft begrijpelijkerwijs aanleiding tot grote bezorgdheid.”
Twee andere zwarte zwanen zijn ook in de hoofden van ondernemers blijven hangen: de terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis en de pandemie. De pandemie legde bedrijven maandenlang lam en bleef een ravage aanrichten tijdens het daaropvolgende chaotische herstel van de wereldeconomie, met knelpunten en verstoringen in de toeleveringsketens en de opflakkering van de inflatie. En het is logisch dat de terugkeer van Donald Trump in de top drie van belangrijke gebeurtenissen staat. De nieuwe politieke situatie is van groot belang voor de wereldhandel, waarin de Verenigde Staten nu eerder als een rivaal dan als een partner worden gezien.
Maar in het onderzoek worden nog twee structurerende gebeurtenissen genoemd: 40 procent van de ondervraagde bedrijven beschouwt de opkomst van artificiële intelligentie als een belangrijke gebeurtenis en 27 procent wijst op de klimaatverandering, die uit de schijnwerpers is verdwenen, maar nog altijd op de radar van ondernemers staat.
“Ik ben een beetje verbaasd dat de opkomst van het populisme zo laag staat gerangschikt”, zegt Jijakli. “Dat is toch een belangrijk onderwerp, met een grote invloed op de sociale en politieke dynamiek. Het is ook verrassend dat het cyberrisico slechts door 17 procent van de respondenten werd genoemd. Ook de inflatie baart slechts 9 procent van de bedrijven zorgen.”