Thomas Piketty pleit voor een democratischer Europa: ‘We moeten ophouden met vuur te spelen’
De opkomst van het populisme en de afkeer van de publieke opinie tegen Europa heeft een groep economen, juristen en Europese politieke leiders ertoe aangezet een manifest op te stellen waarmee ze de Europese Unie nieuw leven willen inblazen. De Franse econoom Thomas Piketty is een van de ondertekenaars.
Thomas Piketty, de econoom die beroemd geworden is met zijn essay Kapitaal in de 21ste eeuw, werkt aan een nieuw boek. “Maar het is nog te vroeg om erover te praten”, verzucht hij. Hij heeft wat van zijn kostbare tijd uitgetrokken om te praten over een project dat hem na aan het hart ligt: de hervorming van de Europese Unie. Hij maakt deel uit van een groep intellectuelen, die in december een manifest uitvaardigde voor een democratischer Europa. De hervorming omvat een democratiseringsverdrag en een ontwerp voor een Europese begroting (zie kader Het manifest in een notendop).
Het manifest in een notendop
Het belangrijkste voorstel van het manifest voor de democratisering van Europa is de invoering van een Europese begroting, die goedgekeurd moet worden door een Europese parlementaire kamer.
De begroting zou vier keer zo groot zijn als de huidige Europese begroting, die maar 1 procent van het bbp van de Europese Unie bedraagt. Ze zou gefinancierd worden met vier Europese belastingen: belastingen op de winsten van grote bedrijven, op inkomens van meer dan 200.000 euro per jaar, op vermogens van meer dan 1 miljoen euro en op de uitstoot van CO2.
Het doel is een bedrag op te halen dat overeenkomt met 4 procent van het bbp. Dat geld moet gaan naar de financiering van onderzoek, opleidingen en Europese universiteiten, een investeringsprogramma voor de hervorming van het Europese groeimodel, de opvang van migranten en een budgettaire buffer voor de lidstaten om de regressieve heffingen te verminderen die op de lonen en de consumptie wegen.
In de Europese kamer zou uit minstens 400 volksvertegenwoordigers bestaan. 80 procent van hen zou uit de nationale parlementen komen en 20 procent uit het Europees Parlement. Maar voor de opstellers van het manifest zijn die cijfers niet in steen gebeiteld. De kamer zou kunnen werken met 50 procent nationale volksvertegenwoordigers en 50 procent Europarlementsleden. Maar, voegen de ondertekenaars van het manifest voor een democratischer Europa eraan toe, als het aandeel van de nationale volksvertegenwoordigers te laag wordt, dreigt de kamer niet langer de legitimiteit te hebben om alle Europese burgers er warm voor te maken.
De kamer zou wetgevende bevoegdheden krijgen, met name om de grondslag van de Europese belasting vast te leggen, en budgettaire bevoegdheden op het gebied van migrantenopvang, de financiering van de ecologische transitie, de investering in Europese publieke goederen, enzovoort. Ze zou het sociaaleconomische beleid kunnen sturen en bijvoorbeeld het werkprogramma van de eurogroep, de club van de ministers van Financiën van de eurozone kunnen goedkeuren, of de agenda van een Europese top kunnen meebepalen.
Meer informatie vindt u op www.tdem.eu.
“Na het brexitreferendum en de verkiezing van anti-Europese regeringen in verschillende lidstaten kunnen we niet meer doorgaan op dezelfde weg”, oordeelt Piketty. “We kunnen niet wachten tot nog meer landen vertrekken en de Europese Unie verder wordt afgebroken. We moeten de Unie fundamenteel veranderen. De theorie dat de Europese instellingen de problemen zullen oplossen en dat we alleen maar hoeven te wachten tot de kiezers en politieke leiders dat beseffen, is schadelijk en gevaarlijk.”
Waarom?
THOMAS PIKETTY. “Ons continent zit in de tang. Enerzijds door politieke bewegingen die maar één programma hebben: de jacht op buitenlanders en vluchtelingen. En anderzijds door partijen die naar eigen zeggen voor Europa zijn, maar die blijven vasthouden aan de gedachte dat radicaal liberalisme en concurrentie tussen staten, bedrijven, regio’s en personen volstaan als politiek project. Ze beseffen niet dat de mensen zich juist door dat gebrek aan sociale ambitie in de steek gelaten voelen.
“Er zijn bewegingen die ijveren voor een politieke, sociale en ecologische hervorming van Europa, maar ze slagen er niet in een alternatief project te formuleren. Daarom hebben we met een groep juristen, economen, politieke leiders en Europese burgers met alle mogelijke achtergronden besloten naast een manifest, een ontwerpverdrag en een ontwerpbegroting ook concrete voorstellen op tafel te leggen. Met die voorstellen, waarvoor we al meer dan 100.000 handtekeningen verzameld hebben, kunnen landen die dat willen, een versterkte politieke en fiscale unie oprichten zonder de Europese Unie af te breken. De hoop is dat zo veel mogelijk landen zich daarna snel bij die harde kern aansluiten. De voorstellen zijn niet volmaakt, maar ze zijn er. Het staat iedereen vrij verbeteringen aan te brengen.”
Wat is het doel van dat ontwerpverdrag?
PIKETTY. “We willen de burgers de middelen geven om de ongelijkheden te verminderen en in Europa een rechtvaardig sociaal, fiscaal en ecologisch beleid te voeren. Tot nu toe komt de Europese integratie vooral ten goede aan de machtigste en meest mobiele economische en financiële spelers: de grote multinationals, huishoudens met een hoog inkomen en een groot vermogen.
“Daarom voorzien we in de oprichting van een Europese parlementaire kamer die bevoegd is om gemeenschappelijke belastingen in te voeren. Dat geeft de deelnemende landen de mogelijkheid de meest welvarende spelers eerlijk te belasten. Met de opbrengst kunnen ze een gemeenschappelijke begroting financieren en een Europees model creëren dat gebaseerd is op rechtvaardige, sociale en ecologische ontwikkeling. Nu is dat onmogelijk, want elk land heeft een vetorecht en dat verhindert de invoering van een gemeenschappelijk fiscaal beleid.”
Waarom baseert u die politieke vernieuwing op een parlementaire kamer en niet op een betere democratische vertegenwoordiging bij de Europese uitvoerende macht, de Europese Commissie?
PIKETTY. “Om belastingen en begrotingen te kunnen aannemen met de nodige democratische legitimiteit, moet je een pluralistische parlementaire kamer hebben, waarin alle politieke standpunten van de deelnemende landen vertegenwoordigd zijn. Die kamer moet soeverein beslissingen kunnen nemen na openbare en transparante beraadslagingen. De Europese Commissie noch de Europese Raad noch de eurogroep voldoet aan die voorwaarden.
‘We willen de burgers de middelen geven om de ongelijkheden te verminderen en in Europa een rechtvaardig sociaal, fiscaal en ecologisch beleid te voeren’
“Het is belangrijk dat in die nieuwe Europese kamer nationale en Europese parlementsleden zitten. Door de eerstgenoemden een centrale plaats te geven, zullen de nationale parlementsverkiezingen de facto Europese verkiezingen worden. De nationale parlementsleden kunnen zich dan niet langer verschuilen achter ‘Brussel’. Ze zullen hun kiezers moeten uitleggen welke projecten en begrotingen ze in de Europese parlementaire kamer willen verdedigen. Door de nationale en Europese parlementsleden te verenigen in één parlementaire kamer, creëer je een cultuur van gemeenschappelijk bestuur.”
De grootste uitdaging voor Europa is volgens u niet de organisatie van gigantische transfers tussen landen, maar de vermindering van de ongelijkheden binnen de landsgrenzen.
PIKETTY. “Tegenwoordig loopt het hele Europese denken vast op dat waanbeeld van de ‘transferunie’. Daarom stelt ons ontwerp dat het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van een deelnemend land niet groter mag zijn dan 0,1 procent van zijn bruto binnenlands product.
“Maar feitelijk zijn de ongelijkheden binnen landen veel groter dan de ongelijkheden tussen de landen. Daarom stellen we voor de nadruk te leggen op de eerstgenoemde ongelijkheden, zodat alles niet langer op de verkeerde zaken vastloopt. In Griekenland zijn er rijke belastingplichtigen en in Duitsland arme. Daarom wil ons democratiseringsmanifest alle bevoorrechte belastingplichtigen in Europa laten bijdragen ten voordele van alle kansarme belastingplichtigen in Europa, ongeacht hun woonplaats.”
‘Het wordt tijd dat de midden- en de lagere klassen rechtstreeks profiteren van het Europese beleid’
Waarom zijn gemeenschappelijke belastingen zo onontbeerlijk?
PIKETTY. “Door de fiscale concurrentie tussen de Europese landen hebben we een constante daling gezien van vooral de belastingen voor de rijkste en meest mobiele belastingplichtigen, zoals grote bedrijven en belastingplichtigen met een hoog inkomen en een groot vermogen. De minder vermogende belastingplichtigen moesten meer betalen, in het bijzonder via de btw en andere indirecte heffingen, belastingen en inhoudingen op het loon. De enige manier om een einde te maken aan de fiscale concurrentie is een Europese kamer de mogelijkheid geven gemeenschappelijke belastingen in te voeren.
“De helft van de nieuwe belastinginkomsten zou worden verdeeld over de lidstaten. Daarmee kunnen ze de belastingen voor de meest bescheiden inkomens verlagen volgens hun eigen prioriteiten. Het wordt tijd dat de midden- en de lagere klassen rechtstreeks profiteren van het Europese beleid. Als we daar niet voor zorgen, gaat het Europese project zijn ondergang tegemoet.
“De Europese kamer zou er ook voor kunnen kiezen het totale bedrag op die manier te verdelen. Dat heeft niet onze voorkeur, want we vinden het belangrijk dat de nieuwe inkomsten ook gaan naar de financiering van gemeenschappelijke investeringen. Maar een dergelijke keuze zou al een aanzienlijke verbetering zijn. Via de Europese parlementaire kamer zou elke lidstaat een rechtvaardiger fiscaal beleid kunnen voeren.”
Zijn die gemeenschappelijke investeringen en die gemeenschappelijke Europese begroting onontbeerlijk om de toekomst van de EU te kunnen verzekeren?
PIKETTY. “Europese lidstaten hebben nu eenmaal gemeenschappelijke publieke zaken, waarvan de voor- of nadelen de administratieve grenzen overschrijden. Het klimaat is daar een voorbeeld van. De bevolking voelt over de landsgrenzen heen de gevolgen van die zaken. Dat rechtvaardigt een gemeenschappelijk bestuur. De EU-landen kampen ook met gemeenschappelijke uitdagingen die ze niet louter nationaal kunnen aanpakken. Hoe kun je de ecologische transitie van de nationale economieën anders verwezenlijken dan met een gemeenschappelijk beleid? Hoe kun je in Europa de grote digitale bedrijven anders reguleren dan met een gecoördineerd beleid? Ons begrotingsontwerp focust daarom op de uitdagingen en de publieke zaken van Europa: kennis, milieu, opvang van migranten en fiscaliteit.
“We willen zo een gemeenschappelijk Europees beleid creëren, zodat de Europese Unie zich kan voorbereiden op de toekomst. Een echt Europees model van duurzame en rechtvaardige ontwikkeling kan tegelijk helpen in de regulering van de globalisering.”
Hebt u de indruk dat de Europese Unie zonder die sociale vooruitgang uiteenvalt, of denkt u dat ze het ternauwernood zal redden?
PIKETTY. “Na het referendum over de brexit en de verkiezing van anti-Europese regeringen in zo veel landen, moeten we ophouden met vuur te spelen. We moeten eindelijk een grondige hervorming van de Europese instellingen voorstellen voor de landen die dat willen. En als we die hervorming niet spontaan doorvoeren, moeten we vanaf nu nadenken over hoe we alles na de crisissen weer zullen opbouwen.”
De reactie van Erik Buyst, Professor economische geschiedenis KU Leuven: “Frankrijk is vooral geïnteresseerd in Europa als het zelf in de problemen zit”
“Ik koester altijd wantrouwen als ik een Frans pleidooi voor meer Europa lees. Frankrijk is vooral geïnteresseerd in Europa als het zelf in de problemen zit. Het gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid kwam tot stand omdat Frankrijk in de jaren vijftig geen blijf wist met zijn landbouwoverschotten. De aanloop naar de muntunie startte toen de Franse centrale bank in de jaren tachtig voortdurend de Duitse centrale bank achterna moest hollen. Nu vindt president Emmanuel Macron niet meteen de oplossing voor de trage groei en de zwakke competitiviteit van de Franse economie, en moet Europa het wéér oplossen.”
“Piketty heeft enkele goede ideeën, zoals de Europese vennootschapsbelasting. Maar dan moeten vrijbuiters als Ierland en de Oost-Europese lidstaten mee in het bad. En de Britten, want die spelen met het idee de vennootschapsbelasting te verlagen na de brexit. Piketty wil vooral de ongelijkheid aanpakken, en daarin geef ik hem groot gelijk. Multinationals kunnen dure fiscaal experts betalen, kleine kmo’s niet. Piketty wil de belastingen op vermogenden en multinationals verhogen. Met de opbrengst wil hij een belastingverlaging voor kleine inkomens financieren, én een verlaging van btw en accijnzen, want die treffen armere mensen meer. Ik hoop maar dat zijn rekening klopt.”
De reactie van André Decoster, Professor openbare financiën KU Leuven: “Solidariteit tussen mensen, niet tussen staten”
“Piketty houdt een pleidooi voor een Europese Unie in de echte betekenis van het woord: solidariteit tussen mensen, niet tussen staten. Daar sta ik volledig achter. Solidariteit kan je op twee manieren organiseren: via progressieve belastingen en via de sociale zekerheid. Als je die solidariteit Europees wil organiseren, doe je dat ook het best tussen mensen, en dus niet tussen lidstaten. Ook in België zijn de transfers van Vlaanderen naar Wallonië vooral een gevolg van een herverdeling tussen mensen, via de personenbelasting en de sociale zekerheid. De gemiddelde Waal is armer dan de gemiddelde Vlaming, maar toch betaalt de rijke Waal mee belastingen voor de arme Vlaming. Op dezelfde manier pleit Piketty voor een Europa waarin de rijke Griek betaalt voor de arme Duitser.”
“Piketty gaat daarmee tegen de tijdsgeest in. Voor interpersoonlijke, Europese solidariteit heb je een politieke unie nodig. Maar de droom van een federaal Europa staat onder druk, terwijl het idee van een Europese confederatie van onafhankelijke staten de wind in de zeilen heeft. We hebben wel nog steeds de euro. We hoopten dat de muntunie zou uitmonden in een politieke unie. Maar de muntunie is niet houdbaar zonder gemeenschappelijk budget, met gemeenschappelijke fiscale instrumenten en gemeenschappelijke uitgaven. Als politici die keuze niet willen maken, moeten ze consequent zijn, en de euro ter discussie stellen. Ze stellen de versterking van de muntunie steeds opnieuw uit. Piketty roept op om wél stappen vooruit te doen. Onhaalbaar? Politiek is geen kwestie van natuurwetten. Politiek moet mensen overtuigen.”
De reactie van Ivan Van de Cloot, Hoofdeconoom denktank Itinera: “Behoort Piketty tot de avant-garde, of voert hij een achterhoedegevecht?”
“Het programma van Piketty is ambitieus. Maar is het ook realistisch? Ik denk aan zijn voorstel voor een nieuw Europees parlement, met daarin ook nationale parlementsleden. Zijn argumenten klinken logisch. Maar behoort Piketty daarmee tot de avant-garde, of voert hij een achterhoedegevecht? Je kan er niet omheen dat de Franse visie op Europa fundamenteel verschilt van de Duitse, terwijl het soortelijk gewicht van Frankrijk niet meer zo groot is. Het Franse systeem is in drijfzand terechtgekomen, het land behoort tot de zieke delen van de EU. Niettemin blijven de Fransen ervan overtuigd dat de andere lidstaten hun concepten moeten overnemen.”
“Piketty’s voorstel voor een Europa met verschillende snelheden opent wel interessante mogelijkheden. Lidstaten zullen coalities moeten vormen, naargelang het beleidsthema. Het zullen asymmetrische coalities worden, met wisselende samenstellingen. De milieucoalitie zal andere lidstaten tellen dan de migratiecoalitie. Dat zou de doos van Pandora kunnen openen, maar het alternatief is stilstand. Als de Europese instellingen relevant willen blijven, moeten ze in beweging komen. De kloof met de basis vergroot. Veel kansen zal Europa niet meer krijgen.”
De reactie van Johan Van Overtveldt, Gewezen minister van Financiën, N-VA-kandidaat Europees Parlement: “Europese belastingen straffen lidstaten die hun huishouden op orde hebben gezet”
“Ik ben ronduit tegen Piketty’s voorstel voor Europese belastingen. Zo straf je lidstaten die hun huishouden op orde hebben gebracht. Hun economie draait beter, zodat zij verhoudingsgewijs meer Europese belastingen zullen betalen. Als de Europese belastingen bovendien moeten dienen om een gemeenschappelijk budget te spekken, zullen nationale politici in de verleiding komen de begrotingsdiscipline te laten varen. Er staan immers Europese geldpotten klaar als het fout loopt.”
“Ik moet ook niet weten van fiscale harmonisatie tussen de lidstaten. Ongetwijfeld zal dat uitdraaien op een belastingverhoging. Bovendien verliezen eurozonelanden dan opnieuw beleidsruimte. Ze hebben al hun monetair beleid – met devaluaties of renteverlagingen bijvoorbeeld – moeten afgeven. Bij fiscale harmonisatie verliezen ze ook nog de belastingen als beleidsinstrument. Kleine landen worden daarvan de klos. Als kleine markt zijn ze minder aantrekkelijk voor internationale investeerders, en zullen ze dat nadeel niet langer kunnen compenseren met een voordeliger fiscaliteit. Grote landen weten dat. Vier jaar in de Europese cenakels hebben mij geleerd hoe lidstaten strijden voor het eigen belang.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier