Stijgende prijzen slecht voor Belgische concurrentiekracht
Het verschil tussen de inflatie in ons land en de rest van Europa neemt af, vooral omdat de overheid geen nieuwe maatregelen neemt die het prijzenpeil aanvuren. Onze concurrentiepositie blijft niettemin onder druk staan.
België leekt het voorbije jaar wel een inflatiewonder. Terwijl de Europese Centrale Bank alles uit de kast haalde om de inflatie in de eurozone aan te wakkeren, ging ons land zeker in het begin van 2017 moeiteloos over de lat van 2 procent. Het hele jaar lag de inflatie bij ons een eind boven het gemiddelde voor de eurozone.
Voor 2018 is het vooral uitkijken naar de olieprijs. Die is sinds zijn dieptepunt in juni 40 procent gestegen. Traditioneel zijn de Belgische inflatiecijfers gevoeliger voor de olieprijs, onder meer door de sterke petrochemische sector in ons land. Bij BNP Paribas Fortis verwacht hoofdeconoom Koen De Leus dat de olieprijs nog licht stijgt in 2018. Hij verwacht daarom een inflatie van 1,8 procent. Bij Belfius schat hoofdeconoom Geert Gielens de inflatie met 1,6 à 1,7 procent iets lager.
Te weinig concurrentie
De gapende inflatiekloof met de buurlanden wordt met andere woorden kleiner. Dat is in de eerste plaats te danken aan de overheid. In 2016 verhoogde de regering nog de btw op elektriciteit. Dat was maar een van de maatregelen die zich een jaar later vertaalden in een sterke stijging van de inflatie, die prijzen jaar op jaar vergelijkt. In 2017 zijn er geen maatregelen genomen die volgend jaar sterk zullen doorwerken. “De overheid zal een minder prominente rol spelen in het inflatieverhaal”, meent De Leus.
Door de inflatie aan te wakkeren, schiet de regering zichzelf in de voet
Door de inflatie aan te wakkeren, schiet de regering zichzelf in de voet. In ons land volgen de lonen door de automatische loonindexering immers de evolutie van de prijzen. Meer inflatie betekent met andere woorden stijgende lonen. En dus worden de inspanningen van de voorbije jaren om de concurrentiepositie van ons land te verbeteren, deels teniet gedaan als het leven bij ons sneller duurder wordt dan in de buurlanden.
De kloof krimpt, maar de inflatie blijft in ons land wel structureel hoger. De Nationale Bank wijt dat in hoofdzaak aan de dienstensector, waar vooral in telecom te weinig concurrentie is. Ook de prijzen in de horeca stijgen bij ons sneller dan bij onze buren. “Daar moet de overheid toch eens grondig naar kijken”, vraagt De Leus. “Anders blijft de hele economie het slachtoffer worden van die paar sectoren.”
Volgens Gielens zit er wel een positief kantje aan de hoge inflatie. De rente op onze overheidsschuld wordt op de internationale markten bepaald en houdt dus niet echt rekening met de Belgische inflatie. De hogere inflatie betekent dan ook dat de waarde van onze schulden sneller daalt dan die van de buren, terwijl de rente niet volgt. “Dat neemt niet weg dat we moeten blijven besparen”, besluit Gielens.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier