Reorganisatie thuisverpleging dringt zich op
De ziekteverzekering is altijd op zoek naar mogelijke besparingen. Recente initiatieven zien wel wat in de thuisverpleging. Nochtans klaagt de sector vooral over onderwaardering.
De ziekteverzekering is altijd op zoek naar mogelijke besparingen. Recente initiatieven zien wel wat in de thuisverpleging. Nochtans klaagt de sector vooral over onderwaardering.
Het voorstel van minister van Sociale Zaken Maggie De Block (Open Vld) om patiënten sneller naar huis te sturen na een bevalling en de plannen voor een proefproject chemotherapie in de huiskamer, zijn een teken van de tijd. Ook Vlaams minister Jo Vandeurzen (CD&V) kondigde onlangs aan dat hij de eerstelijnszorg wil versterken. Federaal of Vlaanderen, het maakt niet uit: op het eerste gezicht belijdt tegenwoordig iedereen zijn geloof in de eerste lijn. En daarbij is thuisverpleegkunde een onmisbare schakel, toch?
“Wij zijn het lijk uit de kast van Onkelinx”, foetert Pierre Fourrier. “Onze financiering loopt al jaren achterop.” De West-Vlaming runt sinds 2005 in Blankenberge een van de grootste private praktijken voor thuisverpleging in Vlaanderen. Met 22 werknemers in dienst is hij in een sterk vergrijzende kustregio tegelijk succesvol als ondernemer en gefrustreerd als zorgverlener.
Het goede nieuws voor Fourrier en alle andere thuisverplegers is dat verandering onvermijdelijk is. “Thuisverpleging is sterk geëvolueerd. Wij doen veel meer dan verbanden wisselen, patiënten wassen en een occasionele spuit zetten”, weet Hendrik Van Gansbeke, algemeen coördinator van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen. “Er ligt een aantal initiatieven en voorstellen op de plank om onze sector te reorganiseren. Het is aan minister De Block daarmee ook vooruitgang te boeken.”
Aantal thuisverplegers groeit
In de thuisverpleging manifesteert zich een opmerkelijk fenomeen. De jongste tien jaar is het aantal zelfstandige thuisverpleegkundigen gestegen met meer dan 40 procent. Met bijna 25.000 zijn ze al. Het aantal thuisverplegers in loondienst groeit weliswaar langzamer, maar stijgt naar schatting toch ook met 3 procent per jaar.
Heel wat van de zelfstandige thuisverpleegkundigen zijn naar verluidt verplegers die ergens anders al deeltijds in vaste dienst zijn en daarbovenop als zelfstandige in bijberoep de baan op gaan. Ze doen dat uiteraard omdat de vraag stijgt. En dat heeft dan weer te maken met de vergrijzing.
Vanaf 2030 zal volgens demografische statistieken meer dan 2,7 miljoen Belgen ouder dan 65 zijn. De stijgende levensverwachting maakt bovendien dat het aantal patiënten met een chronische aandoening toeneemt, terwijl wie acute zorg in een ziekenhuis krijgt, almaar sneller naar huis mag. Gezien de wens van senioren om zo lang mogelijk thuis te blijven, neemt de vraag naar thuiszorg dus alleen maar toe.
Het wankele prijsargument
Vlaanderen is traditioneel de regio waar thuisverpleging het populairst is. In Wallonië was de traditie altijd eerder ziekenhuisgericht. En als er dan al thuiszorg gebeurde, was dat minder vaak door verpleegkundigen. In Brussel speelt de ruimtelijke ordening voor stoorzender: door parkeerproblemen en lange verplaatsingstijden is thuisverpleging er gewoon moeilijker. Al is dat uiteraard een probleem in de meeste grote steden.
De jongste jaren is naar verluidt ook bezuiden de taalgrens een mentaliteitswijziging tegenover de thuisverpleging ingezet. Het doorslaggevende element daarvoor is: thuisverpleging is goedkoper. “Dat is ook logisch”, benadrukt Van Gansbeke. “Wij leveren punctuele zorg volgens nomenclatuur en zorgforfaits. Dat kost minder dan vierentwintiguurszorg in het ziekenhuis of woonzorgcentrum.”
Geen bakstenen, geen permanentie en geen hotelkosten. Met het prijsgunstige karakter van de thuiszorg in het achterhoofd, is het enigszins verrassend vast te stellen dat de overheid de jongste jaren niet meer in de thuisverpleging heeft geïnvesteerd. Volgens de sector blijven de budgetten in de thuisverpleging achterop tegenover de levensduurte. In een verslag van het Riziv uit 2013 wordt de achterstand van de honoraria tegenover de index op zo’n 8 procent geschat.
Scherper uitgedrukt: in meer dan de helft van de gevallen is de terugbetaling van de zorgen die thuisverplegers moeten uitvoeren niet meer voldoende om ze daadwerkelijk uit te oefenen. Zo krijgen thuisverplegers voor het zetten van een spuit ongeveer 5 euro. Een extra bezoek aan zwaar hulpbehoevende patiënten staat voor 0,6 euro in de boeken, medicatie aan een schizofrene patiënt toedienen, levert amper 0,25 euro op. Alleen door een heleboel zorgen op één dag te groeperen blijft thuisverpleging leefbaar. Het is een van de redenen waarom een thuisverpleger gemakkelijk dertig of meer patiënten op een werkdag behandelt. Reken daar de verplaatsingen bij en het tijdsschema wordt wel erg strak. “Wij worden niet betaald om te verplegen, maar om zo snel mogelijk weer weg te zijn”, weet Fourrier.
Die lage honoraria zijn historisch gegroeid. Bij budgetbesprekingen in de ziekteverzekering is er altijd voor gekozen de beschikbare middelen te gebruiken voor de invoering van nieuwe verpleegkundige technieken. “Voor het rechtzetten van historisch scheefgegroeide tarieven bleef er daarna geen geld over”, vertelt Van Gansbeke. “Dat maakt het aanpassen natuurlijk ook almaar duurder en de anomalie almaar groter. Door te kiezen voor een mix van alle zorgvragen zijn de zaken nog altijd rond te krijgen, maar het vergt wel almaar meer creativiteit en een doorgedreven performantie.”
Ook Lucien Speeckaert van de Vlaamse beroepsvereniging van zelfstandige verpleegkundigen (VBVZ) ziet een onderfinanciering van zijn beroepsgroep. “Dat is echt overduidelijk”, zegt hij. “Als Maggie De Block wil besparen in de ziekenhuisfinanciering door meer te laten doen in de eerste lijn, zal ze zeker ook een deel van het budget naar de eerste lijn moeten schuiven. Er is naast een hervorming van de ziekenhuisfinanciering ook een reorganisatie van de financiering in de thuiszorg nodig.”
Roeland Byl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier