Binnen de federale meerderheid bestaat een politiek akkoord waardoor banken hun klanten niet meer kunnen verplichten een zichtrekening te nemen wanneer ze een spaarrekening openen. Dat moet tot meer mobiele klanten leiden, wat op zijn beurt de concurrentie moet aanwakkeren en betere prijzen in de hand kan werken.
Officieel is de beslissing nog niet, maar volgens regeringskringen is er wel een politiek akkoord binnen de regering-De Croo over die ontkoppeling. Het is de bedoeling dat ze via een amendement zal worden ingevoerd op een wetsontwerp van minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS). Wellicht gebeurt dat halfweg volgende maand.
Klanten zullen daardoor dus bij de ene bank kunnen blijven voor hun dagelijkse bankzaken, terwijl ze hun spaargeld kunnen overzetten naar een andere bank met bijvoorbeeld een aantrekkelijker of ethischer aanbod. Een wettelijke regeling maakt meteen een einde aan een interpretatieverschil over de vraag of banken die koppeling vandaag al dan niet kunnen verplichten. Ze biedt de Economische Inspectie ook de mogelijkheid op te treden tegen banken die volharden in de boosheid.
De maatregel volgt in de slipstream van de heisa over de rente op de spaarboekjes. Vorig jaar vroeg minister Dermagne een rapport aan de Mededingingsautoriteit (BMA) over het mogelijk gebrek aan concurrentie in de banksector. Een van de pijnpunten die de BMA aanstipte, was precies dat banken overschrijvingen limiteren van spaarrekeningen naar zichtrekeningen bij een andere bank, waardoor consumenten die van bank willen veranderen om een betere rente te krijgen, ook een nieuwe zichtrekening moeten openen.
