Rapport: ‘Fossiele brandstoffen verliezen grip op Europese energievoorziening’

Luchtfoto van windturbines bij zonsondergang. Ze staan langs de weg die het Nederlandse vasteland verbindt met het voormalige eiland Marken. De zee rond de windturbines is het Markermeer. | Foto: Getty

In 2024 leverde zonne-energie voor het eerst meer elektriciteit in de Europese Unie dan steenkool. Dat blijkt uit een nieuw rapport van energiedenktank Ember. Het aandeel zonne-energie steeg met ruim 20 procent en was goed voor 11 procent van de totale energievoorziening. Samen met windenergie, dat stabiel bleef op 17 procent, en andere hernieuwbare energiebronnen was bijna de helft (47 procent) van de Europese stroomproductie groen.

Fossiele brandstoffen verloren terrein en daalden met 9 procent ten opzichte van 2023. Steenkool kende een scherpe daling van 16 procent, terwijl aardgas met 6 procent afnam. Dit bracht het totale aandeel van fossiele energie in 2024 op 29 procent, het laagste niveau ooit.

Groei groene energie nog niet voldoende

“Fossiele brandstoffen verliezen hun grip op de Europese energievoorziening”, zegt Chris Rosslowe, hoofdauteur van het rapport. “Aan het begin van de Europese Green Deal in 2019 dachten weinigen dat de Europese energietransitie zou staan waar die vandaag staat; wind en zon verdringen steenkool naar de marge en dwingen gas tot een structurele achteruitgang.”

Ember berekende dat de toename van zonne- en windenergie in de afgelopen vijf jaar heeft gezorgd voor een daling van de import van fossiele brandstoffen ter waarde van 59 miljard euro. Toch blijft er werk aan de winkel. De denktank waarschuwt dat de groei van hernieuwbare energie nog niet voldoende is om de klimaatdoelen te halen. Vooral de uitrol van nieuwe windparken moet de komende jaren fors worden versneld om de transitie op koers te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content