Premier De Croo: ‘Indexsprong zou nu slecht signaal zijn’
De hoge inflatie en de automatische indexering van de lonen zetten de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven onder druk. Toch pleit de OESO voor het behoud van het Belgische loonoverleg dat een evenwicht vindt tussen het beschermen van de koopkracht en het verdedigen van de concurrentiekracht.
De OESO presenteerde dinsdagochtend een nieuw rapport over de gang van zaken in de Belgische economie. Traditiegetrouw doet de denktank van de rijke industrielanden een rist van aanbevelingen om de werkgelegenheid, de productiviteit of de begroting te verbeteren. Het is vaak kloppen op dezelfde nagels, die maar heel langzaam in het Belgische houtwerk dringen.
In deze tijden van hoge inflatie kreeg het Belgische sociaal overleg heel wat aandacht. “Het Belgische systeem is vrij uniek, maar het werkt”, zegt Mathias Cormann, secretaris-generaal van de OESO. “De automatische indexering beschermt de koopkracht, terwijl de loonwet voor een loonplafond zorgt. Het is wel belangrijk dat de loonwet goed wordt toegepast om de concurrentiekracht te bewaken. We vragen de sociale partners om een evenwichtig loonakkoord te sluiten voor 2023 en 2024. De economie kan deze houvast gebruiken.”
Premier De Croo deelt die analyse: “De automatische index en de loonwet zijn kanten van dezelfde medaille. Het is belangrijk om het evenwicht te behouden. De automatische index is belangrijk voor de koopkracht, maar een verlies van concurrentiekracht impliceert een afnemende koopkracht in de toekomst.” Een indexsprong om de concurrentiekracht te verdedigen, zoals de Vlaamse werkgeversfederatie VOKA vraagt, ziet De Croo niet zitten. “De bescherming van de koopkracht is nu van cruciaal belang. Een indexsprong zou een slecht signaal zijn. We mogen de bescherming van de inkomens niet ter discussie stellen op een ogenblik dat het consumentenvertrouwen al stevig gedaald is. De economische toestand is al onzeker genoeg. Wel is de kans groot dat, als we de loonwet willen respecteren, er geen ruimte is voor loonsverhogingen boven op de index in de periode 2023-2024.”
De OESO en de federale regering vragen van de sociale partners dus een evenwichtig loonakkoord. Vanzelfsprekend wordt dat niet. De voorbije jaren bleek een loonakkoord enkel mogelijk als de federale regering het overleg smeerde met budgettaire steun. Waarnemers verwachten voor het volgende loonoverleg een zelfde scenario, waarbij de federale regering een zak geld op tafel moet leggen om de patstelling tussen de sociale partners te doorbreken. Veel budgettaire ruimte heeft de regering echter niet meer om een loonakkoord mogelijk te maken dat aan ieders wensen voldoet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier