Pieter Van Herck (Voka): ‘Misschien waren de artsenquota te streng’
In zijn eerste interview als Vlaams minister van Onderwijs liet Ben Weyts (N-VA) weten dat hij de federale artsenquota zal versoepelen. Gezondheidsexpert Pieter Van Herck (Voka) begrijpt die beslissing.
Vlaamse geneeskundestudenten en het artsensyndicaat BVAS lieten zich kritisch uit over de aankondiging van minister Weyts. Is de versoepeling van de federale artsenquota een goede zaak?
PIETER VAN HERCK. “Ik begrijp de redenering wel. De federale artsenquota bepalen hoeveel artsen er elk jaar mogen bij komen in België. Om die reden kent Vlaanderen een toelatingsproef voor studenten geneeskunde. In het Franstalig onderwijs is zo’n proef steeds uitgesteld. Het maakt dat de Franse Gemeenschap elk jaar een groter aantal Riziv-nummers moet toekennen aan afstuderende artsen dan is afgesproken. Minister Weyts wil ook in Vlaanderen de artsenquota versoepelen en meer studenten toelaten in de opleiding geneeskunde.
“De toelatingsproef is ingevoerd om het overschot aan artsen in te dijken. Uit de jongste statistieken blijkt dat die gedachte nuancering verdient. Ons land telt 3,1 artsen per duizend burgers, terwijl het Europese gemiddelde op 3,6 ligt. Dus misschien waren de federale quota wel te streng.
“De vergrijzing maakt dat de quota voor artsen de komende jaren moeten stijgen. Ook de vervrouwelijking van het beroep en de mentaliteitswijziging over de balans met het privéleven maken dat er meer artsen nodig zullen zijn. Daarom valt het te hopen dat de planningscommissie die Vlaanderen wil oprichten, objectief zal bekijken wat de noden juist zijn.”
Heeft een toelatingsproef dan nog zin?
VAN HERCK. “Toch wel. Er doen massaal veel studenten mee aan het examen. Ze allemaal toelaten tot de opleiding is onhaalbaar, omdat de uitgaven voor de opleiding hoog liggen. Bovendien is een toelatingsproef noodzakelijk om de kwaliteit van de geneeskundestudenten zo hoog mogelijk te houden.”
Aan het einde van de artsenopleiding krijgen afgestudeerden een Riziv-erkenningsnummer. Moet dat aan de regio’s worden overgelaten?
VAN HERCK. “De regio’s kunnen nu al met subquota bepalen welke specialismen meer of minder nodig zijn. Wij ondersteunen de poging om de Vlaamse bevoegdheid maximaal te benutten en de quota te versoepelen. Studenten die nu aan hun opleiding beginnen, studeren een kleine tien jaar. Zij zullen hun Riziv-erkenning pas over twee legislaturen krijgen. Je kunt ervan uitgaan dat de bevoegdheidsverdeling in de zorg tegen dan verder is opgeschoven.”
Leidt een versoepeling van de artsenquota niet tot overconsumptie?
VAN HERCK. “Dat hangt af van de criteria die een Vlaamse planningscommissie zal hanteren. Als die steunen op wetenschappelijke projecties, dan kun je dat mooi balanceren. Als het uitdeelpolitiek wordt, dan is er wel een risico op overconsumptie.
“Naast de discussie over de beperking van het aantal artsen, moet ook worden gepraat over het overaanbod in andere segmenten van de zorg. Ik denk bijvoorbeeld aan vroedvrouwen, apothekers en kinesisten. Voor alle drie zitten we in aantallen boven het Europese gemiddelde. Je kunt je afvragen wat de noden zijn en of daar overconsumptie dreigt. Dat denkspoor moet je ook durven te verkennen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier