Peter de Caluwe (De Munt): ‘Cultuur is een fundament van de economie’
Met een besparingsdoel van gemiddeld 5 procent ziet de cultuursector in Vlaanderen zich geconfronteerd met een forse aderlating. Voor Peter de Caluwe, de intendant van De Munt, is dat een bewijs dat cultuur een ondergeschoven beleidsdomein is.
Als algemeen directeur-intendant van De Munt is Peter de Caluwe een buitenstaander voor elke beslissing van Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld). De Munt wordt federaal betoelaagd. Als de Vlaamse cultuursector het met 32 miljoen euro minder moet doen, blijft het werkingsbudget van het internationaal hoog aangeschreven operahuis in Brussel dus onveranderd.
Maar De Caluwe is wel bezorgd over wat zijn Vlaamse collega’s momenteel aan den lijve ondervinden. Vorige week sprak de intendant een dankrede uit, toen hij een eredoctoraat kreeg van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Daarin pleit hij ervoor dat cultuur opnieuw op zijn werkelijke waarde wordt geschat in plaats van als een ondergeschoven beleidsdomein door het leven te moeten gaan.
Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) zei bij de voorstelling van de begroting dat een bloeiende economie de basis is van kunst en cultuur. Maar u ziet dat eerder omgekeerd?
PETER DE CALUWE. “De economie vooropstellen is als het ontkennen van onze menselijke waarden. Om veel redenen moeten we voorrang geven aan educatie en, zowel in België als in Europa, verduidelijken welke culturele overeenkomsten er zijn in plaats van te kijken naar de verschillen.
“We zullen in Europa nooit helemaal een economische en politieke unie kunnen realiseren, maar een cultureel Europa is wel mogelijk. Onderwijs en cultuur dragen daaraan bij. Die zijn het Europese cement, dat ervoor zorgt dat we er als continent van overtuigd zijn dat we dezelfde weg opgaan. Mijn overtuiging vertrekt van ‘mens sana in corpore sano’: binnen onze democratie moeten we ervoor zorgen dat mensen gezond zijn in lichaam en geest. De basis daarvan bestaat uit gezondheidszorg, onderwijs en cultuur. Op dat fundament bouwen we onze economie, niet omgekeerd.”
Het budget voor cultuur in de EU-lidstaten bedraagt gemiddeld slechts 0,58 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Veel te weinig, vindt u. U pleit er in deze tijden van besparingen dan ook voor om meer te investeren in cultuur?
PETER DE CALUWE: “Het idee dat cultuur alleen een kleine elite ten goede komt, klopt niet. Subsidies zijn in feite investeringen. Sterker nog: een investering van 1 euro in cultuur brengt de economie 3 euro op. Ze komt ook anderen ten goede. Met 450 voltijdse equivalenten in De Munt zorgen wij voor 720 arbeidsplaatsen elders.
“Eerder dit jaar was er in Frankrijk veel te doen om een studie van de Franse ministeries van Cultuur en Economie, waaruit bleek dat de culturele sector in Frankrijk een bijdrage levert aan het Franse bbp die 7 keer groter is dan de bijdrage van de Franse autosector. Als het over de autosector gaat, wordt er nochtans altijd over investeringen gesproken, terwijl dat woord voor de culturele sector niet wordt gebruikt.”
Een klassiek mantra is nochtans dat de cultuursector veel ondernemender moet worden. U stelt dat de maatschappij net veel kan leren van de creatieve denkprocessen die leiden tot een artistiek product. Kunt u dat uitleggen?
PETER DE CALUWE: “Men moet ons niet komen vertellen dat we aan publiekswerking moeten doen of economisch moeten leren denken. In cultuur is er al zwaar gesnoeid. Wij zijn altijd bezig met efficiëntie. Het vet is al lang van de soep en verspilling bestaat in onze sector nauwelijks. Als we niet efficiënt zouden zijn, zouden we al lang verdwenen zijn.
“Aan de mensen die altijd zeggen dat de economische modellen de juiste zijn, zou ik willen antwoorden: kijk ook eens naar ons organisatiemodel, waarin verschillende meningen samenkomen en leiden tot harmonie. In domeinen als economie en financiën heb je meer testosteron. Als wij iets maken, hebben we ook verschillende ingrediënten die de belangrijkste willen zijn, zoals tekst en muziek. Maar alle ingrediënten hebben dezelfde waarde en leiden tot een harmonieus eindresultaat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier