Paul Maertens (Agoria, ex-EDF Luminus): ‘Niet iedereen zal slim willen zijn’
“De energiesector is te complex geworden om nog te vatten in een nationaal energiepact. Op termijn moeten beslissingen Europees worden genomen.” Paul Maertens, ex-EDF Luminus, pleit in zijn boek Stroom onder stoom voor een nieuw marktmodel.
” De liberalisering van de energiemarkt heeft macro-economisch tot welvaartsverlies geleid”, stelt Paul Maertens vast. “Het energiepact waar de federale en de gewestelijke regeringen aan werken, gaat over de eerlijke verdeling van dat verlies. Terwijl het zou moeten gaan over hoe onze energievoorziening er zal uitzien.”
Maertens, nu aan de slag bij de technologiefederatie Agoria en tot voor enkele jaren directeur corporate affairs bij EDF Luminus, schreef met Stroom onder stoom een boek dat de elektriciteitssector begrijpbaar uitlegt aan de geïnteresseerde leek, en tegelijk begripvol is voor de verschillende partijen.
“De sector lijdt aan complexiteit. Door de vrijmaking werden productie, transmissie, distributie en verkoop gesplitst. Intussen zijn de bevoegdheden versnipperd over de federale en de gewestelijke overheden en maakten allerlei nieuwe technologieën hun intrede. Dat heeft een matrix gecreëerd met een enorm aantal stakeholders die elk op hun eigen vierkante meter willen dansen. Daaruit een gezamenlijk belang distilleren, wordt steeds moeilijker.”
U gelooft niet in het pact waar de vier ministers bevoegd voor energie aan werken?
Paul Maertens:“Het klinkt mooi, en ik hoop dat er een pact komt. Maar in het regeerakkoord stond dat het er eind 2015 zou zijn, en dat is ondertussen al opgeschoven naar eind 2017. De goede wil is er, maar ik betwijfel of de federale lidstaten nog het aangewezen niveau zijn om strategische keuzes te maken. Dat moet Europees. Alleen botst dat op de onwil van een aantal landen om bevoegdheden over te dragen.
“Een energiepact is wel een zeer goede oefening om het debat te voeren over welke thema’s Europa moet beslissen: interconnectie (verbindingen over landsgrenzen heen, nvdr), welke technologie het best waar wordt ontwikkeld, een CO2-prijs, … Al besef ik dat dat idee politiek misschien niet realistisch is. Frankrijk bijvoorbeeld zal nooit zo’n strategische bevoegdheid uit handen geven. Maar het zou een signaal zijn dat Europa wel degelijk macht en invloed heeft op een cruciaal domein.
“Natuurlijk moet Europa niet over alles beslissen, maar wel over de grote strategische keuzes. De technische complexiteit is in elk geval kleiner dan de politieke. Een nationaal pact is op termijn minder relevant dan een Europees energiepact. Kan een land als het onze nog 100 procent voor zijn energiebevoorrading instaan?”
De vraag stellen is ze beantwoorden.
Paul Maertens: “Dat is de tweede uitdaging voor een energiepact: de inhoud. Moet het gaan over welk percentage een bepaalde technologie krijgt in de energiemix, of over hoe we stabiliteit kunnen creëren op de energiemarkt, en hoe we daar nieuwe diensten kunnen ontwikkelen? Heel ons marktmodel is gebaseerd op het strikte verhaal van energie als een product: je betaalt wat je verbruikt. Maar dat is niet meer aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen, zoals consumenten die ook produceren, en op termijn de doorbraak van energieopslag. Je moet je eerst afvragen hoe de toekomst eruit zal zien. In welke mate blijft energie een product, en in welke mate wordt het een dienst?
“Onbewust en onbedoeld zijn we allemaal slachtoffer van de complexiteit die in het systeem is geslopen, en die voor alle deelnemers hogere transactiekosten heeft opgeleverd. Burgers en bedrijven betalen voor allerlei indirecte kosten; hernieuwbare-energieproducenten overleven of overleefden dankzij subsidies; klassieke energiebedrijven pleiten voor capaciteitsvergoedingen omdat hun centrales onrendabel zijn; en voor netbeheerders wordt de betaling per kilowattuur steeds meer irrelevant.”
De liberalisering is mislukt?
Paul Maertens:“Ik denk dat je als overheid soms een signaal moet geven. De Duitse Energiewende zal er evenmin van vandaag op morgen zijn, maar de overheid zet de koers uit. Dan krijg je als samenleving de kans je daarop te richten.
“De vrijmaking van de energiemarkt was echter geen succes. Niet omdat het geen goed idee was, maar omdat het concept werd uitgetekend voor een centraal aangestuurde markt. De bedenkers hielden geen rekening met de opkomst van zonne- en windenergie, met prosumenten, of met de toegenomen complexiteit. Het gevolg is dat de vrijmaking, macro-economisch bekeken, heeft geleid tot welvaartsverlies.”
Is er een gebrek aan industriële visie?
Paul Maertens: “België is historisch een koploper in kernenergie, en ook in offshore-technologie. Die achtergrond betrekken in je beslissingen, zoals Denemarken en Duitsland doen, is altijd een goed idee. We gaan hoe dan ook naar een verdere uitbouw van alles wat hernieuwbare energie is. Dat is ook het verhaal van nieuwe technologie. De overheid moet niet alles willen subsidiëren. Wel moet ze technologie die nog in de kinderschoenen staat, degressief steunen: minder geld naarmate ze meer matuur wordt.”
Zullen de energiebedrijven zelf die ontwikkelingen sturen, of wordt het een buitenstaander, zoals Apple de muziekindustrie omvergooide?
Paul Maertens: “Er zullen zeker nieuwe spelers opduiken. Al denk ik dat de sector te complex is voor een scenario als dat in de muziekindustrie. Tenzij je een compleet disruptieve technologie zou vinden, maar dat is niet te voorspellen.
“Je ziet in elk geval dat de onverwacht snelle Duitse kernuitstap bedrijven als RWE en E.ON in een crisis heeft gestort. Andere, zoals Engie en EDF, hebben iets meer tijd om zich voor te bereiden. Maar ze wapenen zich allemaal door sommige afgeschreven klassieke centrales zo lang mogelijk open te houden, en zich tegelijk geleidelijk in te kopen in de nieuwe technologie. Ook de olie- en gasmajors doen dat: Total koopt Lampiris; Shell is betrokken bij het offshore-windpark in Borssele. We gaan naar een vermenging van genres.”
Welke rol krijgen de netbeheerders? Worden ze meer databeheerder dan energievervoerders?
Paul Maertens: “Dat is een van de grote gevechten die nu worden gevoerd. Netbeheerders hebben een natuurlijk monopolie op het vervoer van energie gekregen, omdat ze de onderaannemer zijn van een overheidstaak. Dat blijft zo: de ruggengraat van het elektriciteitsnet zal gemeenschappelijk blijven, als een soort verzekeringspolis.
“Tegelijk zie je dat de energieleveranciers meer beginnen te doen dan energie leveren: ze komen met slimme thermostaten en andere diensten. Netbeheerders zullen misschien op hun beurt lokale micronetten beheren. Hoe dan ook zullen veel partijen geïnteresseerd zijn in onze verbruiksdata. De grote vraag is: wie is eigenaar van die data, en wie betaalt wie voor het gebruik van welke data?
“Ik sluit niet uit dat je op termijn, zoals in de telecom, een forfaitaire prijs betaalt voor een ‘bundel’ energiediensten. De kilowattuur als basis van de facturatie heeft zijn beste tijd gehad. De netbeheerders pleiten nu al voor een duaal systeem, waarbij de vergoeding gedeeltelijk wordt berekend op de stroomcapaciteit die je wenst.”
Dat impliceert slimme netten.
Paul Maertens: “Slimme meters worden nu al eens gebruikt als een panacee, een geneesmiddel voor alle kwalen. Terwijl niet iedereen slim zal willen zijn. Waarom zou ik elke dag vijf of tien minuten bezig willen zijn met mijn meterstanden, als ik dat werk voor pakweg 50 euro per jaar kan uitbesteden, en daardoor 150 euro kan besparen? Niet iedereen bekijkt ook elke dag de koersen van zijn aandelen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier