Daan Killemaes
‘Ook stakers zeggen ‘de pot op met de economie”
Alle sociale partners, ook de vakbonden, weten dat de werkgelegenheid nog fors omhoog moet om de sociale zekerheid betaalbaar te houden. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Dan Killemaes.
Terwijl een deel van de jeugd doet aan brossen voor de bossen, wil een deel van de ouders staken tegen hun taken. De vakbonden hebben boos het loonoverleg verlaten omdat ze een te klein deel van de koek zouden krijgen. De vakbonden hebben gelijk als je de bril van 2019 opzet, maar hun houding is onverantwoord als je het grotere plaatje bekijkt. Het is véél te vroeg om boter bij de vis te eisen. De handicaps van het verleden zijn weliswaar gedeeltelijk opgeruimd, maar noodzakelijke buffers voor de toekomst zijn er niet. Op langere termijn nemen de vakbonden zichzelf beet. Want wie gaat de vergrijzing betalen? Dat zijn vaak dezelfde mensen die over twee weken gaan staken, naast uiteraard de jongere generaties. “F*** de economische logica”, zei de jonge klimaatactiviste Anuna De Wever in een interview op knack.be. De oudere stakende mensen denken hetzelfde. Slim is dat niet. De vergrijzing en de lage economische groei laten zich niet intimideren en zullen ons blijven achtervolgen.
Toegegeven, de opdracht voor deze generaties is niet eenvoudig. De Europese Commissie publiceerde deze maand nieuwe cijfers. Om een ontsporing van de de overheidsfinanciën te voorkomen, is een inspanning van bijna 5 procent van het bbp nodig, of ruim 20 miljard euro. Het zou van weinig solidariteit en fatsoen getuigen om die factuur door te schuiven, zeker bij een belastingdruk die nog altijd aanschurkt tegen 50 procent. Je kunt niet nog grotere lasten op een steeds kleiner deel van de bevolking leggen.
Ook stakers zeggen ‘de pot op met de economie’.
Alle sociale partners, ook de vakbonden, weten dat de werkgelegenheid nog fors omhoog moet om de sociale zekerheid betaalbaar te houden. De pensioenleeftijd moet omhoog, en meer mensen moeten aan de slag. Dat is al tot in den treuren herhaald, maar ofwel dringt de boodschap niet door, ofwel probeert een deel van de bevolking aan zijn verantwoordelijkheid te ontsnappen. Wijlen Luc Coene heeft nog altijd gelijk toen hij in 2014 als gouverneur van de Nationale Bank zei: “Mensen die staken tegen de sanering van de overheidsfinanciën zeggen eigenlijk tegen hun kinderen: jullie kunnen de pot op.” De vakbonden trokken eind 2014 ten strijde tegen het centrumrechtse beleid van de regering-Michel. Dat beleid leverde tienduizenden banen extra op, maar voor de vakbonden is jobcreatie blijkbaar geen prioriteit. Meer van hetzelfde is nochtans nodig. De werkgelegenheidsgraad laat met 68 procent in de categorie 20 tot 64 jaar nog veel te wensen over. Dat komt door een grote inactiviteit. 2,3 miljoen Belgen op arbeidsleeftijd werken niet. Zo’n verspilling van menselijk kapitaal in tijden van krapte op de arbeidsmarkt en aanscherpende vergrijzing is niet houdbaar.
Vandaag is de beperkte loonstijging de kop van jut. De werkgelegenheid opkrikken is alleen mogelijk als de bedrijven competitief blijven en de loonkosten in de pas lopen. Elk procentje ontsporing kost tienduizenden banen. De wet van 1996 bewaakt die soberheid. In dit land is een wettelijk anker nodig om de loonkosten in het gareel te houden. Dura lex, sed lex. De wet is duidelijk en laat de volgende twee jaar een stijging van de reële lonen met 0,8 procent toe. Dat is peanuts, maar het is geen hold-up. De winst van de doorsnee-kmo schommelt al tien jaar rond 6 procent op eigen vermogen. Voor de crisis van 2008-2009 was dat 7 procent.
We kunnen de wet van 1996 overboord gooien, maar dan moet ook de tweejaarlijkse hoogmis van het interprofessioneel overleg en de automatische indexering op de schop. Idealiter volgen de lonen de arbeidsproductiviteit. Dat combineert op een faire manier loon naar werken met een grote kans op tewerkstelling. Die oefening kan niet gemaakt worden aan vergadertafels in Brussel, maar kan enkel op bedrijfsniveau berekend worden. Een loonnorm van 0,8 procent is voor een succesvol bedrijf een handicap om talent aan te trekken, maar dezelfde loonnorm is voor een bedrijf in moeilijkheden een strop om de nek. In de Groep van 10 is er weinig animo voor loonoverleg op bedrijfsniveau. Prima, maar respecteer dan tenminste de afspraken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier