Daan Killemaes
‘Ook de regering-Michel vergrijpt zich aan moeder aller begrotingsmeevallers’
‘Het is precies in deze tijden van hoogconjunctuur dat een sanering mogelijk is zonder brokken te maken, en het is dus nu dat de regering buffers moet aanleggen voor de volgende recessie.’ Dat zegt Daan Killemaes, hoofdredacteur van Trends.
De echte minister van Begroting van dit land is een Italiaan die voor de Europese Centrale Bank werkt. Als de Belgische overheidsfinanciën de voorbije jaren enige vooruitgang hebben geboekt, dan is dat bijna integraal te danken aan het soepele geldbeleid van ECB-voorzitter Mario Draghi. Strip de begroting van de rentebonus en de naakte realiteit is dat de sanering de voorbije jaren voor geen meter is opgeschoten. Ook onder de regering-Michel is de verbetering van het saldo bijna volledig te danken aan de rentebonus. De eigenlijke inspanning laat zich kort samenvatten: niks. De gezondmaking van de overheidsfinanciën zal opnieuw een verloren decennium achter de rug hebben als Charles Michel in 2019 de sleutels van de Wetstraat 16 ter beschikking stelt.
Ook de regering-Michel begaat de erfzonde van het Belgische begrotingsbeleid. De rentebonus, de moeder van alle begrotingsmeevallers, is omgezet in recurrente maatregelen. Die vergissing zal ons zuur opbreken wanneer de rente ooit weer stijgt. Intussen catalogeert de regering de rentebonus gemakshalve als een ‘structurele’ verbetering om zich het schaamrood op de wangen te besparen.
Meesters in die discipline van het opsouperen van de rentebonus waren de regeringen-Verhofstadt. Het begrotingssaldo voor rentelasten en gezuiverd voor conjunctuurschommelingen – dus het saldo dat het begrotingsbeleid meet – viel als een baksteen. Een overschot ter waarde van 6 procent van het bbp werd soldaat gemaakt op een moment dat reserves voor de vergrijzing dienden te worden aangelegd. Nalatiger kan een beleid niet worden. Jammer dat PS-coryfee Laurette Onkelinx daar niet aan herinnerd werd bij haar politieke afscheid van vorige week.
De volgende kleine gedachteoefening kan de zaak in perspectief plaatsen. Mocht de rentebonus opgebouwd sinds 2000 opzijgezet zijn, in een zilverfonds bijvoorbeeld, dan was de begroting al lang in evenwicht geweest. De staatsschuld zou heel wat lager zijn, en de druk om de pensioenfactuur tijdig bij te sturen was veel groter geweest. Politiek gezien is het aanhouden van grote overschotten en het aanleggen van reserves heel moeilijk in een maatschappij die voor de invulling van elke behoefte om een overheidsingrijpen vraagt, maar de oefening geeft aan welke ongelofelijke meevaller verknoeid is en nog altijd verknoeid wordt. Dit land zal dus met een lekkend begrotingsdak de volgende storm, lees recessie, over zich heen krijgen. Zet de emmers maar klaar onder het gebinte.
Ook de regering-Michel vergrijpt zich aan moeder aller begrotingsmeevallers
Ook de regering-Michel schuift de sanering op de lange baan, nog een erfzonde van het Belgische begrotingsbeleid. Volgens het stabiliteitspact van 2014, toch geen eeuwigheid geleden, zou er dit jaar een structureel overschot van 0,75 procent behaald worden. De realiteit wordt een structureel tekort van 2,8 procent, met als uitleg van de regering dat de economische groei niet gefnuikt mag worden. Wat een zwak excuus. Het is precies in deze tijden van hoogconjunctuur dat een sanering mogelijk is zonder brokken te maken, en het is precies nu dat de regering buffers moet aanleggen voor de volgende recessie. Als het nu niet lukt de begroting op orde te krijgen, dan zal het nooit lukken. “Je moet het dak repareren als de zon schijnt”, zei de ING-topman bij de herstructurering van zijn bank. Zoveel wijsheid hoor je niet in de Wetstraat. Integendeel, de regering schopte vorige weken nog een paar pannen van het dak door 50-plussers te ontzien in de noodzakelijke pensioenhervorming.
De regering-Michel heeft nochtans een sterk excuus om het uitstel van het begrotingsevenwicht uit te leggen. Een aantal maatregelen, zoals de verlaging van de lasten op arbeid en de hervorming van de vennootschapsbelasting, zullen geld kosten, maar het zijn investeringen in extra groei, die zichzelf op termijn terugverdienen. Beter een begrotingstekort door goede maatregelen, dan een begrotingsevenwicht bereikt met slechte maatregelen. Het begrotingssaldo op zich zegt daarom weinig. Onder de waterlijn zijn de stromen wél gunstig, want zowel de belastingdruk als de uitgaven (uitgedrukt in procent van het bbp) dalen licht tijdens deze legislatuur. Dat is een trendbreuk en een verademing tegenover het beleid van de regering-Di Rupo, dat grotendeels rustte op belastingverhogingen om de begroting enigszins op koers te houden.
Maar grotere inspanningen zijn nodig en mogelijk. In vergelijking met de buurlanden geven de Belgische overheden 5 procent van het bbp meer uit. Er valt nog een pak efficiëntiewinsten te rapen zonder aan doeltreffendheid te verliezen. De overheid kan evenveel doen met minder. Het grote plan om dat te realiseren is echter een groot leeg wit blad. Rekenen op de rentebonus is gemakkelijker, maar Mario Draghi zal de meubelen niet blijven redden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier