België, en vooral Vlaanderen, krijgt goede punten van de OESO voor het materialenbeleid en de circulaire economie.
De Environmental Performance Review van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft lof voor de efficiënte mix aan beleidsinstrumenten voor het afval-, materialen- en bodembeheer.
Daardoor is ons land een van de enige regio’s die een ontkoppeling heeft gerealiseerd tussen de hoeveelheid stedelijk afval en de economische groei en welvaart. Die afvalberg bleef de jongste jaren krimpen, terwijl het aandeel van recyclage verder toenam. Binnen België scoort Vlaanderen het best voor recyclage en hergebruik.
Ook de onderbouwde visie die Vlaanderen heeft op afvalverbranding, krijgt lof. Volgens de OESO zal het heffingensysteem niet alleen de hoeveelheid te storten en te verbranden afval doen dalen, maar ook de daarbij horende broeikasgasemissies. Voorts scoort ons land goed op het in kaart brengen en saneren van verontreinigde gronden, en krijgt Vlaanderen een pluim voor de acties om de aan corona gerelateerde toename van medisch afval op te vangen.
De review bevestigt ook dat Vlaanderen een van de pioniers is in de circulaire economie, en geeft goede punten voor de transitieplannen voor de circulaire economie. De OESO vraagt die inspanningen voort te zetten, en het beleid goed af te stemmen met de andere regio’s en de federale overheid.
De OESO formuleert ook aanbevelingen. Zo zouden de heffingen op het verbranden van afval nog hoger moeten. Daardoor worden nieuwe initiatieven in recyclage gestimuleerd, en kan de recyclage van afgedankte voertuigen nog worden verbeterd.
Voor een aantal andere aanbevelingen heeft Vlaanderen onlangs maatregelen genomen. Zo wordt sinds 1 januari bij een groot deel van de Vlaamse bedrijven het keukenafval selectief ingezameld, en werd het Matis-datamonitoringssysteem opgestart. Daarnaast pleit de OESO voor sterker toezicht op de export van afval, vooral in de havens.