Noord-Korea heeft nauwelijks toegang tot het internet, maar beschikt over enkele van de meest bedreven hackers ter wereld. Terwijl Kim Jong-un zijn bevolking in armoede houdt, haalt zijn regime miljarden binnen via digitale diefstallen. In zijn nieuwe boek De wereld volgens Noord-Korea (Ambo/Anthos, 2025) legt hoogleraar Korea-studies Remco Breuker (Universiteit Leiden) uit hoe een failliete dictatuur zich digitaal staande houdt.
De Noord-Koreaanse cyberstrategie begon niet als een misdaad, maar als een oorlogsstrategie. Toen dictator Kim Jong-il in de jaren tachtig inzag dat zijn leger bloedvijand Zuid-Korea militair niet meer kon evenaren, koos hij voor asymmetrische oorlogsvoering: niet tanks tegen tanks, maar informatie tegen infrastructuur. Zo ontstond het Reconnaissance General Bureau (RGB), de militaire inlichtingendienst die later uitgroeide tot cyberleger.
Onder huidig dictator Kim Jong-un kreeg dat leger een nieuwe taak: geld verdienen. Jongeren met uitzonderlijk talent worden van jongs af geselecteerd en opgeleid. “Eerst in Noord-Korea, daarna vaak in China”, zegt Breuker aan Trends.be. “Sommigen draaien ook mee in buitenlandse hackerscollectieven, vooral in China en Rusland.” Een deel van hen behoort tot het RGB en voert staatsopdrachten uit, ook militaire. Andere groepen specialiseren zich in industriële spionage of digitale misdaad. “Vandaag is cybercriminaliteit geen improvisatie meer, maar het heuse inkomen van de staat”, aldus Breuker.
Volgens de Nederlandse Korea-kenner weerspiegelt die digitale shift de aard van het regime. Wat zich ooit uitgaf voor communisme is uitgehold tot een erfelijke dictatuur waarin macht, bloedlijn en militaire trouw de enige wetten zijn. “Ik denk niet dat Noord-Korea echt een staat is”, zei Breuker al in 2018 in Knack. “Het is een land waarbij de elite op een middeleeuwse manier stukjes van de economie bezit. Ambassades moeten zichzelf financieel bedruipen. Alles draait om winstmaximalisatie: Noord-Korea is het ultieme neoliberale bedrijf.” Diplomatie is gevaarlijk, want ze kan leiden tot openheid en hervorming. Daarom verlopen bijna alle buitenlandse activiteiten via onzichtbare economische netwerken: smokkel, arbeidsexport, wapenhandel en digitale roof.
Grootste cryptodiefstal ooit
Noord-Korea is berucht in de cryptowereld, al blijft de werkelijke crypto-opbrengst voor het regime onbekend. “Dat is moeilijk precies te zeggen, omdat niemand weet hoeveel geld er effectief binnenkomt”, zegt Breuker. “De schattingen die circuleren zijn ergens op gebaseerd, maar blijven schattingen.” Het regime kan die cryptomunten binnenlands nauwelijks gebruiken. “Het internet is er zeer beperkt en volledig traceerbaar. De laatste cijfers die ik zag, spraken over amper duizend IP-adressen in het hele land. Dan heeft een VPN weinig zin.”
De omzetting naar bruikbaar geld gebeurt daarom in het buitenland. “Crypto moet worden omgezet in contant geld, een buitenlandse bankrekening of goederen en diensten”, legt Breuker uit. “Hackers werken verspreid over de wereld, vaak samen met specialisten van andere nationaliteiten. Nationaliteit speelt in die wereld nauwelijks nog een rol.” Dat maakt ze van groot belang, maar ook gevaarlijk. “Ze zijn onmisbaar, maar ook gevaarlijk autonoom. Een deel van de opbrengst blijft onderweg hangen – daar ligt men in Pyongyang wakker van.”
Een recent voorbeeld van Noord-Korea’s digitale rooftochten vond plaats op 21 februari 2025, toen hackers 1,5 miljard dollar in ether buitmaakten bij de cryptobeurs Bybit – de grootste cryptodiefstal ooit. De aanval begon bij Safe{Wallet}, een externe dienst voor transactiebeveiliging. Een ontwikkelaar werd slachtoffer van social engineering, waardoor hackers toegang kregen tot interne servers. Toen Bybit-medewerkers de transacties ondertekenden, zagen ze een vertrouwd scherm, maar de code was gemanipuleerd. De buit vloeide naar adressen van de Lazarus Group, volgens de FBI opererend onder het RGB. Binnen enkele uren was het geld verspreid over tientallen digitale portemonnees.
Bybit-CEO Ben Zhou verklaarde dat 86 procent van de ether werd omgezet in bitcoin en daarna werd witgewassen via decentrale beurzen en mixers. Netwerken in China en Zuidoost-Azië hielpen daarbij. Slechts een fractie bereikte Pyongyang, maar genoeg om het kernwapenprogramma en de privileges van de elite te ondersteunen.
Dan maar hongersnood
De digitale rooftochten passen in een bredere overlevingsstrategie. “Om toch deviezen te verdienen laat het regime een kleine betrouwbare groep Noord-Koreanen in het buitenland werken”, zegt Breuker. “Zij worden er rijk van (in vergelijking met de gewone Noord-Koreaan, die straatarm is en honger lijdt, nvdr) en houden met hun inkomsten het systeem deels overeind.” Hun lonen vloeien grotendeels terug naar de staat. Ook diplomaten en handelaars worden ingezet voor illegale transacties: van wapenexport tot de verkoop van luxegoederen en zeldzame metalen.
“De grootste vernieuwing van de laatste jaren is sowieso crypto”, oppert Breuker. “Daarnaast blijft de wapenhandel met Rusland belangrijk. Soldaten uitzenden levert ook geld op. Het is vooral de bereidheid om op alle mogelijke manieren geld te verdienen, eerder dan echte innovatie.” Zelfs sancties versterken het systeem. “Ze verhogen de winstmarges van de tussenpersonen die gespecialiseerd zijn in het omzeilen ervan. Zo heeft Pyongyang zijn armoede omgevormd tot geopolitiek wisselgeld.”
Officieel blijft Noord-Korea trouw aan Juche, de leer van zelfredzaamheid. In werkelijkheid, zegt Breuker, stelt dat niets meer voor. “Noord-Korea was vroeger autarkischer, maar zelfs toen afhankelijk van het Oostblok. Vandaag is het vooral propaganda.” Toch blijft de staat aantrekkingskracht uitoefenen, zowel op extreemrechts in het Westen, dat de discipline en raszuiverheid bewondert, als op postkoloniale bewegingen, die het land zien als een symbool van verzet tegen de westerse dominantie. “Iedereen projecteert er iets anders op”, zegt Breuker. De ideologie is leeg, maar bruikbaar: ze rechtvaardigt ongelijkheid en gehoorzaamheid. “Loyaliteit, niet overtuiging, houdt het systeem bijeen.”
China blijft cruciaal als handelspartner, maar Pyongyang weigert afhankelijkheid. Tijdens de pandemie sloot het land zich volledig af, met hongersnood tot gevolg. “Overleven zonder Rusland en China is moeilijk”, zegt Breuker, “maar het zal altijd eerder honger verkiezen dan afhankelijkheid.” Sinds de oorlog in Oekraïne zijn de banden met Moskou hernieuwd. Rusland ontvangt munitie en soldaten in ruil voor olie, voedsel en technologie, vaak betaald in cryptovaluta.
Made in North-Korea
Toch ziet Breuker in de hernieuwde banden met Rusland geen echte economische vernieuwing. Noord-Korea blijft volgens hem overleven in de schaduw van de wereldeconomie: het verhuurt IT’ers onder valse identiteit, verkoopt software via tussenpersonen en produceert goederen die elders lijken gemaakt. Zo beschrijft hij hoe kledinglabels met ‘Made in China’ in werkelijkheid vaak in Noord-Korea worden genaaid. “Economisch gaat het slecht, maar politiek blijft het stabiel”, zegt Breuker. “De controle van het regime steunt op totale beheersing van informatie, maar dat heeft een houdbaarheidsdatum.”
Overleven is het enige doel, met cryptodiefstallen, smokkel en illegale arbeid als middelen. Luxeartikelen staan hoog op het verlanglijstje van de machthebbers: ze houden de elite bijeen en het systeem draaiende. “Het gaat daarbij niet alleen om Rolexen en dure whisky,” stipt Breuker aan. “Ook onderdelen voor wapenprogramma’s, olie en contant geld maken deel uit van die verborgen economie.”
De weelde waarin de machtskliek rond Kim Jong-un leeft, contrasteert scherp met de armoede van de bevolking. Hooggeplaatste functionarissen worden omringd door een leger dienaars, eten en drinken wat ze willen, en meten hun status af aan de hoeveelheid contant geld – “als je niet minstens honderdduizend dollar cash in huis hebt, hoor je niet bij de elite” – en dure drank in huis. “Een fles cognac”, zegt Breuker aan Knack, “is in Noord-Korea wat een stapel dollars onder je hoofdkussen is: het is redelijk stabiel in waarde.”
Hoe moet het Westen op dat alles reageren? “Eerst en vooral moet het weten wat het doet”, zegt Breuker. “De financiële netwerken in kaart brengen, dat is de enige manier om invloed te krijgen. Noord-Korea is uiterst gevoelig voor geldstromen. Zolang we daar greep op hebben, kunnen we praten. Dreigen helpt niet, binnenvallen al helemaal niet.”
Zuid-Korea was in de jaren vijftig even arm als Noord-Korea. Hoe verklaart u dat enorme verschil vandaag?
BREUKER. “Het kantelpunt kwam begin jaren zeventig. Zuid-Korea haalde toen Noord-Korea in qua industriële productie, mede dankzij Amerikaanse steun en de deelname aan de Vietnamoorlog. Dat bracht geld binnen en ervaring voor bedrijven die daarna internationaal konden doorbreken.
“Zuid-Korea combineerde een hoogopgeleide bevolking met harde arbeid en economische planning. De overheid werkte destijds samen met bedrijven als Samsung en Hyundai binnen vijfjarenplannen – bijna communistisch van structuur. Noord-Korea koos het tegenovergestelde pad: al het overschot ging naar het leger. Loyaliteit aan de leider verving meritocratie. Dat ondermijnde elke economische vooruitgang.”