Nieuwe rentestijging met 75 basispunten onvermijdelijk na tegenvallende Amerikaanse inflatie
Ook de inflatiecijfers voor september brengen geen goed nieuws voor de Federal Reserve en de Amerikaanse regering van president Joe Biden. Het is eerder een nachtmerrie.
De inflatie voor de maand september bedraagt 8,2 procent (8,3 procent in augustus), daar waar economen en strategen hadden gerekend op 8,1 procent. Erger nog was de vaststelling dat de kerninflatie (zonder voeding en energie) is gestegen tot 6,6 procent (6,3 procent in augustus). Dat is niet alleen het hoogste cijfer sinds augustus 1982, maar ook hoger dan de gemiddelde verwachting van 6,5 procent. Meteen prijsde de markt een vierde opeenvolgende verhoging van de rente met 75 basispunten (0,75 procent) in, en ook voor december een verhoging met minstens 50 basispunten (0,50 procent).
Er is geen nieuwe piek voor de algemene inflatie. Dat komt vooral door de dalende gasprijzen. Maar toch zijn de inflatiecijfers een grote teleurstelling wegens de toename van de kerninflatie. Die wijst onder meer de Amerikaanse centrale bank, de Fed, erop dat de inflatie steeds breder in het systeem verspreid is. Onder andere voeding, medische zorgen en verhuring werden flink duurder. De voedingsprijzen stegen zelfs met 0,8 procent op maandbasis, de verhuurprijzen met 0,7 procent. De gemiddelde stijging op maandbasis was 0,4 procent (0,2 procent verwacht) en zelfs 0,6 procent voor de kerninflatie (+0,4 procent verwacht). De voedingsprijzen staan nu gemiddeld 11,2 procent hoger dan een jaar geleden.
Fors negatieve marktreactie
De vaststelling dat de torenhoge inflatie zich meer en meer als een inktvlek over de hele economie verspreidt, joeg beleggers nog meer de gordijnen in. Na het tegenvallende cijfer voor de maand augustus beleefde Wall Street de slechtste dag van het jaar met een verlies van 4,3 procent voor de Standard&Poor’s500-index.Deze keer opende de S&P500-index meteen 2 procent lager, de technologiebeurs Nasdaq ging zelfs 3 procent in het rood. In sympathie zagen de Europese aandelenmarkten hun aanvankelijke winsten tot 1 procent omslaan in een verlies van gemiddeld 2 procent. De Bel-20-index beperkte de schade tot -1 procent.
Ook op de obligatiemarkten was het meteen na de bekendmaking van de cijfers prijs. De rente op tienjarige overheidsobligaties sprong naar een jaarpiek boven 4 procent. De tweejarige rente sprong zelfs boven 4,5 procent. Via futures en swaps kunnen we vaststellen dat de markt nu een piekrente van 4,85 procent tegen maart 2023 vooropstelt (voorheen 4,60 procent).
Kansen richting 2023
Het inflatiecijfer kan de beleggers dus opnieuw niet tot rust brengen. Anderzijds is er ook de vaststelling dat de inflatieverwachtingen in de Verenigde Staten richting midden 2023 blijven dalen en dat we in de buurt van de inflatiepiek zouden moeten zitten. Bovendien tonen de cijfers nog eens de robuustheid van de Amerikaanse economie, inclusief de huizenmarkt, aan. In die optiek zouden de bedrijfswinsten ten opzichte van de verwachtingen nog kunnen meevallen. De turbulentie rond de inflatie op de korte termijn zou weleens een mooie koopkans voor beleggers richting 2023 kunnen creëren, zoals het ontkennen van de inflatiedreiging vorig jaar een mooie verkoopkans bood.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier