Nieuwe regeling voor auteursrechten: ‘Met deze wet is alleen maar rechtsonzekerheid geschapen’
De regering klopte deze week een nieuwe wetgeving af over het fiscale gunstregime voor auteursrechten. In plaats van duidelijkheid te scheppen is de mist rond auteursrechten alleen maar dichter geworden.
De wet over de auteursrechten dateert van 2008. Die is ondertussen zo ver afgeweken van haar oorspronkelijke bedoeling, dat ze aan herziening toe was. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) loodste deze week een nieuwe wet door de plenaire vergadering van de Kamer. Maar het ontbreekt de nieuwe wet aan duidelijkheid en rechtszekerheid, zegt Gauthier Vandenbossche, onderzoeker aan de Universiteit Gent en expert in auteursrechten bij het advocatenkantoor Tiberghien.
Waarvoor is de wet rond auteursrechten oorspronkelijk geschreven?
GAUTHIER VANDENBOSSCHE. “Men wilde daarmee een gunstig belastingregime scheppen voor kunstenaars die bijvoorbeeld vier jaar bezig waren aan een kunstwerk en pas in het vijfde jaar daar ineens een grote som aan inkomsten voor ontvingen. Dat regime diende om te vermijden dat ze daarvoor in dat jaar overmatig zouden worden belast. Oorspronkelijk is de wet geschreven voor inkomsten uit artistieke bezigheden, maar dat is daarna opengetrokken naar het auteursrecht in het algemeen.”
Lees verder onder de video (Kanaal Z)
Welke gevolgen had dat?
VANDENBOSSCHE. “Het auteursrecht kan heel breed geïnterpreteerd worden. Het kan gaan om zogenaamde werken van letterkunde en kunst, zoals bijvoorbeeld boeken. Maar er zijn ook een aantal werken gelijkgesteld aan die werken van letterkunde en kunst. Via die interpretatie is software terechtgekomen in dat brede toepassingsgebied van het auteursrecht. De regering heeft met die nieuwe wetgeving willen rechtzetten welk type werken en auteursrechten er wel of niet onder vallen.”
Is daar met deze nieuwe wet duidelijkheid over?
VANDENBOSSCHE. “In feite niet. De vorige wet verwees expliciet naar die bredere interpretatie van auteursrechten, maar in deze nieuwe wet is dat gepreciseerd en tegelijk toch heel vaag. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk of werken die gelijkgesteld zijn aan werken van letterkunde en kunst, zoals software, eronder vallen of niet. Met de wet zoals die nu voor ligt, is er op dat gebied alleen maar rechtsonzekerheid geschapen over de toepassing van het auteursrechtregime en heeft de wetgever een heel vaag kader geschapen dat openstaat voor verschillende interpretaties.”
Hoe moet het verder voor ondernemers, werknemers en werkgevers die gebruikmaken van het fiscale regime voor de auteursrechten?
VANDENBOSSCHE. “Er zijn verschillende scenario’s mogelijk. Ze kunnen aan de Dienst Voorafgaande Beslissingen, de zogenoemde rulingcommissie, een advies vragen over hoe de wet in hun specifiek geval geïnterpreteerd moet worden. Maar ik verwacht niet dat de rulingcommissie zich in de eerstkomende maanden specifiek zal uitspreken over de vraag of software wel of niet onder de nieuwe wet valt. Daarnaast kan de federale overheidsdienst Financiën een circulaire uitsturen waarin ze haar interpretatie van de wet duidelijk maakt. Als ze dat doet, verwacht ik dat ze de nieuwe wet in de nauwe zin zal interpreteren, dus dat gelijkgestelde werken zoals software er niet onder vallen. Ik verwacht dat de fiscus de wet restrictief zal interpreteren aangaande bijvoorbeeld software.”
Is er een risico voor freelancers, werknemers en ondernemingen die van het regime gebruikmaken maar voor wie niet zeker is of ze binnen het toepassingsgebied vallen, zoals de IT-sector?
VANDENBOSSCHE. “Ze kunnen een auteursrechtenvergoeding toekennen zonder voorafgaand een ruling te vragen, maar dan lopen ze het risico dat de fiscus de wet nauw interpreteert, zegt dat auteursrechten niet van toepassing zijn en dat ze dus via de beroepsinkomsten zwaarder belast zullen worden. Daarmee kunnen ze naar de rechtbank gaan, die op haar beurt de wet zal moeten interpreteren. De eerste uitspraken daarover zullen een bepalende rol spelen wegens het precedent dat ze scheppen.”
Het lijkt erop dat de wetgever met de nieuwe wet niet veel duidelijkheid heeft geschapen.
VANDENBOSSCHE. “Zo oordeelt de Raad van State er in ieder geval over. Die is zeer kritisch over het werk van de regering. De Raad van State verwijt de regering dat ze met de nieuwe wet wil teruggrijpen naar de oorspronkelijke bedoeling ervan, maar dat het toepassingsgebied van de nieuwe wet nog steeds erg breed is, waardoor dat niet mogelijk is. Oorspronkelijk was de wet bedoeld voor kunstenaars met heel volatiele inkomens, maar tegelijk laat de wet perfect toe dat ook werknemers van bijvoorbeeld IT-bedrijven, mensen met een stabiel inkomen, deels in auteursrechten kunnen worden uitbetaald. Ook onder de nieuwe wet blijven personen die al een vast inkomen hebben in loondienst in beginsel in aanmerking komen voor het belastingregime.”
Hoezo kunnen werknemers in vaste loondienst ook onder dat regime vallen?
VANDENBOSSCHE. “Er zijn heel veel rulings over hoe werknemers ook in auteursrechten betaald kunnen worden. De vorige wet liet dat toe en de nieuwe ook. In de nieuwe wetgeving staat ingeschreven dat werknemers tot 30 procent van hun verloning in auteursrechten gelinkt aan hun activiteiten kunnen overdragen aan hun werkgever. Als hun activiteiten binnen het toepassingsgebied van het auteursrecht vallen, hebben ze dus rechtszekerheid dat ze voor maximaal 30 procent van de inkomsten gebruik kunnen maken van het fiscale gunstregime. Maar de wet is onduidelijk over hoe dat zit als ze voor meer dan 30 procent in auteursrechten betaald worden. De rechtspraak daarover gaat ook alle kanten op.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier