De Nationale Loterij en de antiwitwascel CFI deden los van elkaar aangifte bij het parket over Didier Reynders. Allebei vermoedden ze een witwasoperatie. Dat schrijft De Standaard maandag.
De Nationale Loterij was eerst met haar vermoedens. Zij merkte de mogelijke fraude op in 2021, toen bleek dat er in een van haar verkooppunten abnormaal veel e-tickets werden gekocht gedurende een abnormaal lange periode.
In maart 2022 maakte de Nationale Loterij een melding van ‘aanwijzingen van witwassen’ door Reynders en zijn echtgenote over aan het federaal parket. Omdat de feiten zich afspeelden in Brussel, werd het onderzoek overgedragen aan het Brusselse parket. En omdat Reynders voormalig Eurocommissaris en minister is, speelde dat parket het dossier op zijn beurt door aan het parket-generaal.
In totaal zou het echtpaar Reynders in een periode van een vijftal jaar 200.000 euro hebben witgewassen via producten van de Nationale Loterij.
800.000 euro aan verdacht geld
Eind 2023 ontving ook de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI), de antiwitwascel van de overheid, een melding over Reynders van een van de organisaties die verplicht zijn om verdachte transacties aan te geven. Dat zijn in de eerste plaats banken, boekhouders en notarissen, maar ook gokbedrijven. De melding over Reynders kwam volgens De Standaard van een bank.
Volgens de informatie van De Standaard is het dossier dat de CFI doorstuurde naar het parket uitgebreider dan dat van de Loterij. De Cel is tien jaar teruggegaan in de tijd en zou in totaal voor zowat 800.000 euro aan verdacht geld hebben teruggevonden op de rekeningen van Reynders.
