Nationale Bank: ‘Zwakkere groei was tijdelijk’
De zwakkere groei aan het begin van het jaar was tijdelijk, stelt de Nationale Bank van België (NBB) in haar nieuwe vooruitzichten voor de komende jaren. Het begrotingstekort zal opnieuw oplopen, hoewel de rentelasten blijven dalen.
De Belgische economie zal dit jaar met 1,5 procent groeien, voorspelt de Nationale Bank, die daarmee haar prognose van het begin van het jaar met 0,2 procentpunt naar beneden bijstelt. Dat toont de verrassend zwakke start van 2018, maar ook dat de groei opnieuw zal aantrekken in de twee helft van het jaar. Voor de komende twee jaar verwacht de Nationale Bank dat ons land hetzelfde groeitempo kan aanhouden.
Vooral de particuliere consumptie zal de economie de komende jaren vooruit stuwen. De Belg zal zijn beschikbaar inkomen zien stijgen, met dank aan de krapte op de arbeidsmarkt, die zich vertaalt in een stijging van de reële lonen. Ondanks die evolutie zullen de loonkosten in ons land niet sneller stijgen dan het gemiddelde van de drie buurlanden Duitsland, Nederland en Frankrijk.
Bij de bedrijven ziet de NBB een vertraging van de groei in de investeringen, en vooral bij de overheid is de verwachting dat de investeringen traditioneel teruggeschroefd worden na de verkiezingen.
Nieuwe banen
De groeicijfers vertalen zich net als de voorbije jaren in sterke banencreatie. In de drie jaar tot 2020 rekent de NBB op 97.000 nieuwe banen. Dat is evenwel een pak minder dan de 163.000 die er de afgelopen drie jaar bij zijn gekomen. Volgens gouverneur Jan Smets kunnen alleen structurele maatregelen de pijnpunten op de arbeidsmarkt wegwerken, die zorgen dat de jobmotor de versnelling niet kan volhouden. “In sommige landen voelt men de krapte op de arbeidsmarkt pas wanneer de werkloosheid onder 4 procent zakt. Bij ons is dat al vanaf 7 procent. Dat toont dat structurele werkloosheid bij ons een pak hoger ligt.”
De krapte op de arbeidsmarkt toont zich in nog een aantal opvallende cijfers. Zo denkt de Nationale Bank dat de Belg de komende jaren gemiddeld meer uren zal werken, en ook dat hij weer productiever wordt. De cijferaars van de NBB voorspellen zelfs dat de productiviteitsgroei meer zal bijdragen aan de toename van de activiteit in ons land dan de stijging in de werkgelegenheid. Simpel gesteld: dat we harder werker zal voor meer groei zorgen dan het feit dat er meer mensen werken.
Begroting
Opvallend zijn ook de vooruitzichten voor de begroting. De Nationale Bank ziet het tekort op de begroting dit jaar uitkomen op 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), vooral dankzij de voorafbetalingen van de vennootschapsbelasting, een tijdelijke meevaller van 0,3 procentpunt. Zodra dat effect vanaf volgend jaar uit de cijfers verdwijnt, zal het tekort opnieuw oplopen naar telkens 1,8 procent van het bbp in 2019 en 2020. Hoewel de rentelasten zullen blijven dalen, zal het tekort dus opnieuw oplopen.
Gouverneur Smets verduidelijkte ook dat in de cijfers geen rekening wordt gehouden met bedragen uit de begroting, waarvan onvoldoende duidelijk is hoe ze gehaald kunnen worden. Zo zit de 250 miljoen euro die de regering denkt te halen uit de strijd tegen de sociale fraude niet in de prognose.
De staatsschuld, uitgedrukt in verhouding tot de omvang van de economie, blijft de komende jaren wel dalen, van 103,4 procent van het bbp eind 2017 naar 101,1 procent aan het einde van dit decennium. De Nationale Bank wijst er wel dat de schuldgraad op 98,2 procent zou uitkomen, mocht ons land de afspraken met Europa nakomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier