Nationale Bank: ‘De verwachte crisis komt er niet meer’
“Een crisis zien we niet, en een crisis zullen we ook niet meer krijgen”, zegt Geert Langenus, conjunctuurspecialist van de Nationale Bank als reactie op de nieuwe flashraming van de Belgische bbp-cijfers. In het eerste kwartaal groeide de Belgische economie met een fraaie 0,4 procent in vergelijking met het voorgaande kwartaal, precies zoals de Nationale Bank in maart nog voorspeld had. Op jaarbasis levert dat een economische groei van 1,3 procent op.
De groeicijfers zijn opvallend goed, want vorig jaar werd lang gevreesd dat de zware energiecrisis een pittige groeivertraging of zelfs recessie zou uitlokken. Dat sombere scenario hebben vooral de gezinnen kapot gespendeerd. Een aantrekkende consumptie joeg in het eerste kwartaal vooral de bedrijvigheid in de dienstensector vooruit. Een aanhoudend sterke arbeidsmarkt en de energiesteunmaatregelen inspireerden de gezinnen om het geld te laten rollen. De daling van de energieprijzen gaf het consumentenvertrouwen een opkikker.
Ook deze lente en zomer zou de Belgische economie op een relatief hoog toerental blijven draaien. In het slechtste geval zit een kleinere vertraging in de kaarten, maar opnieuw licht aantrekkende conjunctuurindicatoren in het eurogebied verwijzen het recessiegevaar naar de achtergrond. De crisis is niet alleen uitgesteld, ze lijkt ook afgesteld.
Ook deze lente en zomer zou de Belgische economie op een relatief hoog toerental blijven draaien.
Deze risico’s liggen op de loer
De Europese Centrale Bank doet nochtans haar best om met een strakker geldbeleid de economie af te koelen, kwestie van de nog altijd te hoge inflatie onder controle te krijgen. “Maar de impact van de hogere beleidsrente lijkt beperkt te blijven tot de bouwsector en de vastgoedmarkten. De orderboekjes van de bouwbedrijven liepen leeg deze winter. Toch horen we in de sector dat het ergste achter de rug is, al moeten we een slag om de arm houden”, zegt Geert Langenus.
Naast de dadendrang van de ECB liggen nog een paar risico’s op de loer die gedeeltelijk de vaart uit de economie kunnen halen. Zo hebben de bedrijven eind vorig jaar grote voorraden opgebouwd door een combinatie van een verzwakkende vraag en een normalisering van het aanbod, nu de meeste flessenhalzen in de aanvoerketens van de baan zijn. “Mogelijk bouwen de bedrijven de volgende maanden deze hoge voorraden af, waardoor ze minder zullen produceren”, zegt Geert Langenus.
Ook de automatische loonindexering kan straks wegen op de koopkracht en de consumptie. Dat komt omdat vorig jaar de inkomens sneller stegen dan de inflatie, omdat die laatste berekend werd op basis van nieuwe, dure energiecontracten, terwijl niet iedereen een duurder contract diende af te sluiten. Dit jaar zal het omgekeerde effect spelen, en zullen de lonen minder snel stijgen dan de levensduurte. “Dat kan wegen op de consumptie en dus ook de economische activiteit”, zegt Geert Langenus.
Lees hieronder verder
Zwakkere concurrentiekracht betalen we nog niet cash
Dat de sterke stijging van de inflatie en de lonen de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven heeft aangetast, betalen we dus voorlopig nog niet cash met een verzwakkende conjunctuur.
“Vergeet niet dat ook in de buurlanden de lonen stijgen. Dat gaat nog niet zo snel als bij ons, maar bijvoorbeeld in Duitsland zijn er forse loonstijgingen. Daarnaast eist een verzwakking van de concurrentiekracht pas op middellange termijn een tol”, zegt Geert Langenus.
Op langere termijn is vooral de Europese energiepositie en het aanhoudende prijsverschil met de VS en Azië een grote bezorgdheid. De aardgasprijs mag stevig gedaald zijn de voorbije maanden, de Europese bedrijven betalen hun aardgas nog altijd twee tot drie keer zo duur als hun Amerikaanse concurrenten. “Dat begint te spelen. In de Europese energie-intensieve industrie zijn er signalen dat de grote bedrijven hun investeringen verschuiven naar de VS”, zegt Geert Langenus.
De Belgische industrie had het de voorbije maanden sowieso een stuk lastiger dan de dienstensector onder druk van de hoge energieprijzen, de forse stijging van de loonkosten en het heel onzekere geopolitieke klimaat. Was de dienstensector de sterkhouder met een groei van 0,7 procent, dan daalde de toegevoegde waarde in de Belgische industrie met 0,7 procent in het eerste kwartaal. Het vertrouwen van de industriëlen is lichtjes opgeveerd de voorbije maanden, maar kampeert nog op een relatief laag peil. De bedrijfsinvesteringen houden, ondanks alles, echter stand en zouden opnieuw aantrekken.
“De investeringen in de automatisatie van productieprocessen nemen toe omdat bedrijven geen mensen meer vinden. En ook de energietransitie lokt meer investeringen uit, zeker na de forse stijging van de energieprijzen in 2022″, zegt Geert Langenus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier