Minister Koen Geens (Justitie): ‘Aantal rechtszaken moet met een vijfde naar beneden’
De justitie krijgt minder middelen en personeel. Minister van Justitie Koen Geens wil daarom het aantal burgerlijke dossiers beperken door beroepen te ontmoedigen en bemiddeling te stimuleren.
Enkele dagen geleden raakte de hervormingsplannen van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bekend. Justitie moet het doen met minder middelen en personeel.
“We kennen een periode van uitzonderlijke budgettaire krapte”, zegt de minister in Trends. “Die toestand moeten we ombuigen tot een opportuniteit. We zijn bezig met een hervorming van het juridisch landschap en de responsabilisering van de magistratuur. We vertrekken zo goed als van een blanco bladzijde. We moeten de bocht nu nemen door de werkdruk voor het departement te verlagen. Voorts willen we de basiswetgeving moderniseren en investeren in informatica. Die maatregelen zullen het mogelijk maken met minder personeel te werken.”
Geens kent als gewezen advocaat de trucs van de gerechtelijke foor. Hij wil die kennis gebruiken bij de hervorming. “Ik heb ook een meer praktische visie op procedures, zoals het hoger beroep. Uit de praktijk weet ik dat heel wat advocaten na het verlies van de zaak op verzoek van hun cliënt in beroep gaan om de uitvoering uit te stellen, terwijl ze perfect weten dat ze in tweede orde wellicht nog eens zullen verliezen. Dat kost de justitie te veel tijd en moeite. Ik beschouw de tweede aanleg, zeker in burgerlijke zaken, niet als een heilig recht. Een beroep schorst vandaag de uitvoering van een vonnis. Ik wil dat veranderen en de uitvoering – meestal de betaling van een som geld – onmiddellijk laten plaatsvinden.”
Geens wil ook meer ruimte scheppen voor de regeling van het geschil buiten de rechtbank, waarbij advocaten na een dagvaarding toch een compromis voorleggen aan de magistraat. Geens wil de dagvaardingstermijn verlengen van acht dagen naar zes weken. Zo kan de rechter zich beter voorbereiden. “Idealiter vindt de eerste zitting pas plaats nadat de eisende partij een in detail gemotiveerde dagvaarding heeft verzonden, waarop een zeer grondige antwoordconclusie volgt”, aldus de minister. “Die laatste zou bijvoorbeeld drie weken voor de inleidingszitting moeten worden geformuleerd. De rechter heeft dan twee verhalen, die hij veel beter begrijpt. Hij kan de partijen dan beter beargumenteerd motiveren om tot een akkoord te komen, dat hij onmiddellijk kan bekrachtigen.” Een rechter moet echter passief zijn.
Geens: “Maar er zijn veel manieren om mensen iets te laten begrijpen. Dat kan zeer delicaat gebeuren, zodat een goed verstaander de conclusie kan trekken. Ik ben ervan overtuigd dat nieuwe regels voor de beroepen en de bemiddeling het aantal rechtszaken met 20 tot 25 procent kunnen verminderen. Heel veel zaken zijn immers juridisch niet moeilijk, maar dikwijls wil een van de partijen gewoon geen oplossing. Wanneer het aantal zaken vermindert, zullen de magistraten op termijn hun achterstand kunnen inhalen. Ons land telt per capita meer magistraten dan Nederland en Duitsland. Een van de redenen is dat ons systeem ons ertoe aanzet de procedure tot het einde toe door te zetten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier