De Amerikaanse invoerheffingen op Indiase producten draaien niet alleen om het feit dat India olie blijft kopen van Rusland. Zuivel is uitgegroeid tot een van de scherpste geschilpunten tussen Washington en New Delhi – en beide leiders weigeren te buigen.
Donald Trump verwijt India dat het olie blijft kopen van Rusland. Maar de nieuwe importheffingen van in totaal 50 procent op een reeks Indiase exportproducten, die later deze maand ingaan, raken vooral landbouw en zuivel. De gesprekken tussen beide landen liepen deze maand stuk. Premier Narendra Modi reageerde scherp: “India zal nooit tornen aan het welzijn van zijn boeren, zijn zuivelsector en zijn vissers”, zei hij op 7 augustus in Delhi, een dag na Trumps aankondiging.
Voor hindoe-nationalistische politici als Modi is de koe meer dan een productiedier: ze is heilig. Tegelijk is de sector een bron van nationale trots, gezien als een succes van armoedebestrijding, verstandig beleid, technologische vooruitgang en internationale samenwerking. India is al bijna dertig jaar ’s werelds grootste melkproducent en levert een kwart van het wereldtotaal. In de ogen van handelspartners, vooral de Verenigde Staten, is de sector echter inefficiënt, zwaar gesubsidieerd, vervuilend door methaanuitstoot en afgeschermd door hoge invoertarieven en een web van beperkende regels.
Dat verschil in visie bemoeilijkt India’s handelsagenda. Niet alleen de Verenigde Staten klagen over de gesloten markt. Het onderwerp weegt ook op onderhandelingen met de Europese Unie en speelde een hoofdrol in het moeizame vrijhandelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk dat vorige maand werd ondertekend. In 2019 was het mogelijk de reden dat India zich terugtrok uit een groot regionaal handelsakkoord.
Pro-landbouw
De ‘witte revolutie’ van 1970 blijft een ijkpunt. India had toen al meer runderen dan welk land ook, maar de gemiddelde melkconsumptie bedroeg slechts 100 milliliter per dag, ver onder de voedingsrichtlijnen. Een deel moest worden ingevoerd. Tegen de eeuwwisseling was de beschikbaarheid van melk per inwoner bijna verdubbeld, dankzij kruisingen, modernisering en een netwerk van tienduizenden coöperaties dat de distributie en de opslag verbeterde. Europese melkpoeder- en boterhulp gaf de sector een duw in de rug.
De productiviteit is sindsdien verder gestegen, maar de structuur bleef grotendeels ongewijzigd. De vorig jaar gelanceerde Witte Revolutie 2.0 mikt op een productiestijging van 50 procent in vijf jaar. De sector blijft domineren door miljoenen kleine boerengezinnen: één koe op het erf, mest als bemesting, melk voor eigen gebruik en soms een beperkte verkoop.
Volgens Himanshu, hoogleraar economie aan de Jawaharlal Nehru-universiteit in Delhi, zijn zowel Modi als Trump ‘pro-landbouw’. Maar de landbouwrealiteit verschilt sterk: India telt zo’n 200 miljoen runderen, waarvan circa 62 miljoen melkkoeien. De gemiddelde boer heeft minder dan vier dieren en één hectare grond. Zo’n 80 miljoen gezinnen houden koeien of waterbuffels. In de Verenigde Staten zijn er zo’n 24.000 melkveebedrijven met gemiddeld 390 dieren.
Coöperaties in India garanderen boeren een afnemer en betalen extra bij hogere prijzen. Sommige groeiden uit tot nationale spelers, zoals Amul uit Gujarat, de thuisstaat van Modi en zijn invloedrijke minister Amit Shah. Het succes van het model inspireert plannen om het uit te breiden naar sectoren als toerisme, taxi’s en groene energie.
Tegengehouden hervormingen
Toch blijft de productiviteit laag. Een Amerikaanse koe geeft gemiddeld zeven keer zoveel melk als een Indiase. India beschermt zijn boeren met invoerrechten van 40 procent op de meeste boter en kaas, en 60 procent op melkpoeder. Zonder die bescherming, zegt Shashi Kumar, directeur van Akshayakalpa – een biologische zuivelproducent in Zuid-India die werkt met 2.200 kleine boeren – “vallen kleine bedrijven om”.
De Amerikaanse kritiek richt zich ook op de regels rond import. India weert genetisch gemodificeerde gewassen, behalve katoen, en verbiedt ‘niet-vegetarische melk’: ingevoerde zuivel moet aantoonbaar afkomstig zijn van koeien die geen dierlijke bijproducten hebben gekregen. Tegenstanders zien er een verkapte handelsbelemmering in. Volgens jurist en landbouweconoom Vijay Sardana werd de regel echter ingevoerd in 2003, na de Europese gekkekoeienziekte.
De bescherming van boeren is diep verankerd in het Indiase beleid. Landbouwredacteur Harish Damodaran van de Indian Express wijst erop dat boeren de afgelopen vier jaar tweemaal hervormingen hebben tegengehouden. In 2021 dwongen langdurige protesten Modi tot het intrekken van drie dereguleringen die volgens critici noodzakelijk waren. Trumps poging om via diplomatie verandering af te dwingen, dreigt op hetzelfde uit te draaien.